- TEKSTANALYSE SAMENVATTING
Hoofdstuk 1 – Functionele analyse
Functionele analyse
o Richt zich op doelgroep, doel van de tekst plus vervolgens de
afstemming van de inhoud van de tekst daarop.
1. Blik op context
2. Tekst zelf
Hoe waarschijnlijk is het dat doelen worden gehaald: vragen om te stellen:
- Wat draagt elk onderdeel bij aan de tekst?
- Staan alle benodigdheden voor het doel in de tekst?
- Bevat het geen onnodige of contraproductieve stukken?
In dit hoofdstuk: functionele analyse in vier stappen:
Stap 1: Vaststellen: onderwerp, zender, doelgroep, organisatiedoel.
Stap 2: Bepalen: communicatieve doelen
a. en kunnen deze leiden tot een gedragsverandering van de lezer
(consecutief doel)?
Stap 3: Functie van onderdelen identifceren – teksthandelingen
Stap 4: Beoordeling van de tekst.
Fundament: taalhandelingstheorie (Austin en Searle), over de betekenis
van taaluitingen en hun functie in de communicatie.
Met elke taaluiting wordt een handeling / speech act verricht.
o 3 niveaus:
1. Locutie
a. De handeling van het produceren van de uiting
2. Illocutie
a. Taalhandelingswerkwoorden: feliciteren, beloven, meedelen.
3. Perlocutie
a. Het effect dat de taalhandeling op de ontvanger zou moeten
hebben.
Directe taalhandeling; doe je het raam even dicht?
Indirect: Het is hier koud.
De taalhandelingstheorie richt zich niet op volledige teksten, de
functionele analyse wel.
1.3 STAP 1 – ANALYSE VAN ONDERWERP, ZENDER, DOELGROEP,
ORGANISATIEDOELEN
BEPAAL: context (alles wat je in één oogopslag uit de tekst haalt).
Zender- schrijver
Onderwerp – waar de tekst over gaat
Doelgroep – voor wie de tekst bedoeld is
,Organisatiedoel – wat wil de schrijver bereiken
1.3.1. ONDERWERP EN DE SCHRIJVER (ZENDER)
Notitie: soms weet je niet wie de exacte schrijver is omdat er een team
aan de tekst heeft gewerkt, we spreken dan van de doelen van de
opdrachtgevende organisatie.
1.3.2 DOELGROEP
Ook wel: de geïmpliceerde lezer of de reader persona.
1.3.3 ORGANISATIEDOELEN
Wat de zender uiteindelijk wil bereiken met de tekst.
Bijvoorbeeld: Douwe Egberts wil met een advertentie de omzet
vergroten.
1.4 – STAP 2: BEPALEN VAN DE COMMUNICATIEVE EN
CONSECUTIEVE DOELEN
1.4.1 – VERSCHILLENDE SOORTEN COMMUNICATIEVE DOELEN
Communicatieve doelen > Beoogde veranderingen in de cognities van de
doelgroep ten aanzien van een bepaald onderwerp.
Plus: effecten die de tekst teweeg moet brengen in het hoofd van de lezer.
Je beschrijft wat de doelgroep – hopelijk – kan, weet, vindt, gelooft of voelt
na het lezen van de tekst.
De omschrijving van een communicatief doel bestaat uit 3 elementen:
1. De doelgroep
2. Het soort cognitie
3. Het onderwerp van de cognitie
Zes soorten communicatieve doelen:
- Informatief (de doelgroep weet dat)
- Overtuigen
o Van feiten: (de doelgroep gelooft dat)
o Van meningen: (de doelgroep vindt dat)
- Opiniëren (de doelgroep heeft een mening over)
- Instructief (de doelgroep is in staat om)
- Activerend (de doelgroep is van plan om)
- Emotionerend (de doelgroep voelt)
1.4.2 COMMUNICATIEF DOELENSCHEMA
Multifunctioneel: als een tekst verschillende communicatieve doelen
nastreeft.
Weer te geven in een communicatief doelenschema (Tekstanalyse p. 20).
Een analyse van de communicatieve doelen kan ook leiden tot twee
doelenschema’s als doelen los staan van elkaar.
,1.4.3 CONSECUTIEVE DOELEN
> het gedrag wat de lezer moet gaat vertonen, en wordt dan ook
omschreven in termen van gedrag, bijv.: ‘de lezer koopt de kofe’.
1.5 – METHODE, STAP 3: TEKSTHANDELINGEN INVENTARISEREN EN
KOPPELEN AAN COMMUNICATIEVE DOELEN.
Vraag je af: welke teksthandelingen worden er verricht in elk onderdeel
van de tekst?
In hoeverre dragen de teksthandelingen bij aan het realiseren van de
communicatieve doelen?
1.5.1 WAT IS EEN TEKSTONDERDEEL?
Om dit vast te stellen, zijn er de volgende criteria:
- Visuele criteria
o Hoofstukken en paragrafen die te herkennen zijn aan titels en
nummers
o Tekstonderdelen, gescheiden door witregels, lettergrootte,
lettertypes, kleurgebruik.
o Regelindeling
o Leestekens
- Inhoudelijke criteria
o Onderwerpen
- Talige criteria
o Titels
o Kopjes
o Aankondigende zinnen
o Signaalwoorden
Teksten zijn hiërarchisch opgebouwd:
- Tekst
o Hoofdstukken
Paragrafen
Subparagrafen
o Secties
Alinea’s
Zinnen
1.5.2 VERSCHILLENDE SOORTEN TEKSTHANDELINGEN
> tekstonderdelen met een bepaalde illocutionaire strekking die een
bijdrage leveren aan een of meer communicatieve doelen van een tekst.
Illocutionaire strekking: de handeling die een zender uitvoert door middel
van dat tekstonderdeel. Bijv.: iets beschrijven, meedelen of betogen.
Informatieve taalhandelingen
Veelgebruikte informatieve teksthandelingen;
- Beschrijven, karakteriseren, schetsen, uiteenzetten
- Verslag doen, rapporteren
, - Meedelen, berichten, melden, aankondigen
- Analyseren of verklaren
- Voorspellen
Instructieve taalhandelingen
- Instrueren, uitleggen hoe, tonen hoe, aanwijzingen geven over
Persuasieve en opiniërende teksthandelingen
gericht op beïnvloeden van overtuigingen en meningen.
- Betogen
- Beweren
- Beoordelen, evalueren, bekritiseren, aanprijzen, klagen, veroordelen
- Argumenteren
Activerende of motiverende teksthandelingen
gericht op beïnvloeden gedragsintenties
- Opdragen, bevelen, gebieden, verbieden, eisen
- Verzoeken, vragen om
- Aanbevelen, aanraden, aansporen, adviseren, ontraden, suggereren,
waarschuwen
- Voorstellen, uitnodigen, opperen
- Oproepen, appeleren
Emotionerend
gericht op het beïnvloeden van gevoelens
- Feliciteren
- Verontschuldigen
- Bedanken
- Condoleren
- Enthousiasmeren
Commissieve teksthandelingen
Je gaat een verplichting aan waaraan je geacht wordt je te houden in de
sociale werkelijkheid.
- Beloven
- afspreken
Bepalende teksthandelingen
Zorgen voor een daadwerkelijke verandering in de wereld, worden
doorgaans gedaan door bevoegde instanties.
- ontslaan
- een huwelijk voltrekken
- een bekeuring opleggen
1.5.3 RELATIE TUSSEN TEKSTHANDELINGEN EN COMMUNICATIEVE DOELEN