Spaans – Samenvatting hoofdstuk 1
Oefening 1
- Hoe laat is het? Qué hora es?
- Het is twee uur. Son las dos.
- Hoe laat vertrekt de vliegtuig? A qué hora sale el avión?
- Om twee uur. A las dos.
- Om drie uur. A las tres.
- Hoe laat moet men aan boord? A qué hora es el embarque?
- Om één uur. A la una.
- Instappen is om 10:30 via uitgang D24 El embarque es a las
10:30 por la puerta
D24.
Oefening 2
- Hoe laat vertrekt het vliegtuig uit Barcelona? A que horas sale el
avión de
Barcelona?
- Hoe laat komt hij aan in Madrid? A que horas
llega a Madrid?
Mondeling Examen 1
- Goede morgen, meneer. Buenos días, señor.
- Goede morgen. Buenos días.
- Mag ik uw ticket? Su billete, por favor?
- Even kijken...dit is mijn ticket. A ver….éste es mi billete.
- Vlucht 1B746, Frankfurt-Madrid. Vuelo IB746, Frankfurt-Madrid.
- Ja, dat is het. Sí, eso es.
- Zijn jullie twee personen? Son dos personas?
- Nee, ik alleen. No, sólo yo.
- Heel goed, uw paspoort alstublieft. Muy bien. Su pasaporte,
por favor.
- Hier is het Aquí tiene.
- Bedankt. Muchas gracias.
- Zit u liever aan het raam of bij de gang? Prefiere usted ventana o
pasillo?
- Raam, alstublieft. Ventana, por favor.
- Ja, meneer. Si señor.
- Heeft u bagage? Tiene usted equipaje?
- Ja, twee kofers. Sí, dos malettas.
, - Dit is uw instapkaart. Ésta es su tarjeta de
embarque.
Uw zitplaats is 2A. Su asiento es el 2A.
Aan boord gaan is om 10:30 via El embarque es a las 10:30 por
la puerta
uitgang D24. D24.
- Bedankt. Muchas gracias.
- Goede reis. Buen viaje.
- Bedankt. Gracias.
Spaans – Samenvatting hoofdstuk 2
Mondeling Examen 1
- Begroet de receptionist(e). Buenas tardes.
- Begroet de gast. Buenas tardes
señor.
- Vraagt wat hij/zij wenst. Que desea usted?
- Een kamer alstublieft. Una habitación por favor.
- Één of tweepersoonskamer? Una habitación individual o
doble?
- Een éénpersoonskamer alstublieft. Una habitación individual
por favor.
- Wilt u een kamer met bad of douche? Desea una habitación
con baño o ducha?
- Met een bad, alstublieft. Con baño, por
favor.
- Voor hoeveel nachten? Para cuantas noches?
- Voor drie nachten alstublieft. Para tres noches por favor.
- De prijs voor de kamer is 20 euro per Le debo por la
habitación es 20 euros por
nacht. noche.
- Uw paspoort alstublieft? Su paseporte, por favor?
- Hier is het. Aquí tiene.
- Bedankt. Wilt u alstublieft deze Gracias. Quiere rellenar está
tarjeta por
registratieformulier invullen. favor.
- Ja, zeker! Cómo no.
- Bedankt, kamer 25 op de tweede Gracias, habitación 25 en el
segundo
verdieping. piso.
- Bedankt. Gracias.
Mondeling Examen 2
- Goede middag, meneer. Buenas tardes señor.
- Wat wenst u? Que desea usted?