Basisboek hoofdstuk 5 methodisch werken
5.1 Omschrijving van de begrippen
Een methodiek is een vastgelegde en doordachte praktiktheorie (met een visie en beargumenteerde
theoretsche uitgangspunten), waarvan methoden afgeleid worden. Kenmerkend is dat het om een
uiteengezete en beschreven manier van werken gaat.
Een methode is een omschreven manier van systematsch werken om een bepaald doel te bereiken. Het
kenmerkend verschil met de methodiek is dat een methode verbonden is met een bepaald doel, en dat het
gaat om een systematsche, doelgerichte handelwiize, die bestaat uit een handelingsmodel waar een
samenhang is tussen beroepshouding, actviteiten en een reeks van technieken en instrumenten.
Een instrument is een precies omschreven en voorschriivende manier van handelen als hulpmiddel om een
doel te bereiken. Het kan een protocol ziin, een checklist, een diagnostsch instrument. De beroepskracht
gebruikt het instrument ter ondersteuning van de gehanteerde methode.
Verschil tussen methode en methodiek
Het kenmerkende verschil is dat een methode verbonden is met een bepaald doel en dat het gaat om een
systematsche, doelgerichte handelwiize, die bestaat uit een handelingsmodel waar een samenhang is tussen
de beroepshouding, actviteiten en een reeks van technieken en instrumenten.
Je kan zeggen dat de methode de methodiek handen en voeten geef.
Een instrument: is een precies omschreven en voorschriivende manier van handelen als hulpmiddel om een
doel te bereiken.
Voorbeelden van instrumenten ziin: protocollen, checklists of een diagnostsch instrument.
De beroepskracht gebruikt he instrument ter ondersteuning van de gehanteerde methode.
Verschil tussen methode en instrument
Het verschil tussen een methode en een instrument is dus dat een methode het concrete en doelgerichte
handelen van de professional van een kader voorziet.
Het instrument ondersteunt de sociaal werker hierin.
5.2 Methodisch werken
Er ziin drie hoofdfasen bii methodisch handelen:
1. De voorbereiding, waarin bedacht of onderzocht wordt wat er gedaan moet worden en hoe dat
gedaan moet worden.
2. De uitvoering, waarbii het gaat om het verrichten van de beoogde actviteit.
3. De afronding, waarin verantwoord wordt wat er gedaan is, wat de resultaten ziin, wat de volgende
keer beter kan en wat e verder met de resultaten wordt gedaan.
Deze stappen worden ook wel de regulatieve cyclus genoemd.
5.2.1 Voorbereiden
De voorbereidingsfase is te onderverdelen in een aantal fasen; de oriëntatefase, de defnitefase en de
ontwerpfase.
Oriëntatiefase
Meestal begin ie met goed na te gaan waar het idee of de vraag vandaag komt. Het gaat om verheldering van
de vraag of opdracht, dus het goed begriipen van de ander.
De volgende stap is om de vraag, het probleem, de opdracht aan een nader onderzoek te onderwerpen. In deze
oriëntatefase onderzoek ie vooral de concrete situate. Je oriënteert ie op al bestaande kennis over
soortgeliike situates.
Als het gaat om serieuze problemen, met name als het meer mensen aangaat of een maatschappeliik urgente
kweste betref, rond ie deze fase af met een rapport of note waarin de belangriikste bevindingen staat.
Defnitiefase
In de defnitefase ga ie doelstellingen formuleren, randvoorwaarden aangeven, mogeliike methode en
instrumenten benoemen en aangeven welke actoren (degenen die actes moeten ondernemen) erbii betrokken
(zouden moeten) ziin.
1
, Bovendien zorg ie voor inbedding, dat wil zeggen: ie maakt duideliik hoe de doelen zich verhouden tot het
bredere sociale beleid van de gemeente, de buurt, de organisate of het netwerk van degene die hulp of
ondersteuning nodig heef.
Bii het formuleren van doelstellingen gaat het om doelen op drie niveaus:
1. Het bredere beleidsniveau
2. Het doel van het proiect of de actviteit zo’n doel moet helder ziin, richtng geven en afrekenbaar
ziin. Je moet achteraf op een of andere manier kunnen aangeven in welke mate het doel bereikt is.
3. Het proiect- of actviteitendoel wordt geconcretseerd in subdoelen.
Randvoorwaarden ziin biivoorbeeld budget, personele inzet, ruimte, tid, medewerking van allerlei partien.
Hierbii kan een checklist handig ziin.
In de defnitefase beperk ie ie echter tot de hoofdliinen.
In de defnitefase benoem ie zo veel mogeliik welke bestaande werkwijzen, methoden en instrumenten ingezet
gaan worden.
Ontwerpfase
De ontwerpfase is het meest createve moment in de voorbereiding. Nu moet er geconstrueerd worden. Je
bedenkt hoe alles zal aan uitpakken, wat de beoogde persoon of personen ervan zullen vinden en hoe ze erop
zullen reageren.
In de ontwerpfase moet ie ruimte geven aan ideeën en invallen, moet ie kritsch durven toetsen of het ook echt
een goed en werkbaar idee is, moet ie de tid nemen om ideeën kritsch te bekloppen en weer terug te gaan
naar ie onderzoek, context, praktiken en theorieën, en naar ie defnitefase.
Voorbereiding
Vraagverheldering Oriënteren Definiëren Ontwerpen
Onderzoeken van Rapportage met Randvoorwaarden Wat ga ie doen?
situate bevindingen Methoden, Hoe ga ie het doen?
Inventariseren Beleidsdoel, instrumenten Wie gaan het doen?
Waar ga ie het doen?
van bestaande hoofddoel,
Hoe ziet het eruit?
praktiken en subdoelen
Welke methoden
theorieën
gebruik ie en hoe werk
ie deze uit?
Welke
randvoorwaarden
(draaiboek)?
Is het haalbaar?
5.2.2 Uitvoeren
De uitvoeringsfase zal deels sterk per proiect, intervente, doel of doelgroep verschillen. Bii de uitvoering kom
het aan op ie persoonliike communicateve, sociale en culturele competentes.
Bii de uitvoering gaat het om de toepassing van werkwiizen, methoden en instrumenten.
Al doende moet ie ie ontwerp, het plan, steeds aanpassen, want ie hebt zelden te maken met volledige kant-
en-klare producten. Daarom spreekt men ook vaak van cyclisch werken. Al doende griip ie terug op het
ontwerp en wiizig ie het.
Uitvoeren
Doen Reflecteren Bijstellen
Wat in het ontwerp staat; Goed zien hoe de deelnemer Zo nodig ontwerp aanpassen
De gekozen methode adequaat (cliënt) reageert; (overschakelen naar andere
toepassen; Bliiven leten op hoe de methode, randvoorwaarden
De instrumenten goed 2
omgeving (organisate, beleid) veranderen, vorm wiizigen);
gebruiken; reageert; Zo nodig subdoelen of doel
Aanpassen binnen de methode aanpassen of ter discussie
stellen.