Psychologie colleges
Hoorcollege 1: Inleiding 2
Samenvatting boek: H8 4
Samenvatting boek: H29 6
Hoorcollege 2: Psycho analyse 8
Samenvatting boek: H6 10
Samenvatting boek: H22 11
Samenvatting literatuur its 13
Werk college 1: Psychoanalyse en humanistische psychologie 16
Hoorcollege 3: Humanistische psychologie 17
Samenvatting boek H24 20
Samenvatting pdf ITS 22
Hoorcollege 4: Behaviorisme 23
Samenvatting boek H16 Klassiek conditioneren 26
Samenvatting boek H17 Operant conditioneren 27
De RET techniek Pdf ITS 28
Hoorcollege 5: cognitieve psychologie 29
Werkcollege 2: Cognitieve gedragstherapie 33
Samenvatting boek H20 34
Samenvatting boek H21 35
Samenvatting pdf geheugen 38
HC 6: Positieve psychologie 39
Samenvatting hoofdstuk 33 42
Samenvatting boek H34 43
Samenvatting boek H39 44
WC 4: systeemtheorie 45
Samenvatting boek H25 47
1
,Hoorcollege 1: Inleiding
Wat is psychologie?
- Psychologie = letterlijk kennis van de ziel/geest, nu: zielkennis
- Psychologie is de wetenschap van geestelijke processen en gedrag waarbij zowel het gedrag
van mensen wordt bestudeerd, als de gedachten en gevoelens die mensen hebben bij het
ervaren van hun gedrag en de omstandigheden waarin dat gedrag plaatsvindt.
- Het ‘ik’ is de waarneming van die psyche/geest
- Ziel/geest staat in verbondenheid met het lichaam
Toepassing psychologie in het sociaal werk
Psychologie is onmisbaar voor:
- Client: beter begrijpen van de client, diagnosticeren van de client, stellen van hulpvraag en
methodieken voor behandeling
- Jezelf: zelfreflectie, beter begrijpen van jezelf
Wat is persoonlijkheid?
1. De ouder grieken
2. Nature en nurture debat
3. Temperament
4. (karakter)trekken - de big five
5. Persoonlijkheid in testen
De oude grieken (hippocrates)
De temperamentleer
- Sanguïnisch (bloed is de dominante vloeistof) optimistisch, vrolijk, enthousiast, opgewekt
- Melancholisch (zwarte gal is de dominante vloeistof), deprimerend, negatief, in emoties blijven
hangen, creatief, zwaarmoedig
- Flegmatisch (slijm is de dominante vloeistof) koel en traag, meer nadenken, eerst denken voor
doen, goed overwegen, kalm, weinig emotie
- Cholerisch (gele gal is de dominante vloeistof) Opvliegend Heethoofden, emoties op de
voorgrond, dominant, licht ontvlambaar
Lijkt achterhaald, maar: stoffen in je lichaam hebben grote invloed op je persoonlijkheid/psyche
Nature en nurture debat
Is de persoonlijkheid (en probleemgedrag) aangeboren of aangeleerd?
- Tabula rasa: onbeschreven blad
Temperament (nature)
Aangeboren karaktertrek
- dit is typisch zo iemand die...
- Introvert of extrovert
- Positief of negatief
Karakter (nurture)
Karakter ontstaat o.b.v. levenservaring. Vooral opvoeding maar ook eigen keuzen, het is
aangeleerd = nurture
2
,Cloninger--> persoonlijkheid:
temperament (nature) en karakter (nurture)
= psycho-biologisch model. Zie hiernaast
Persoonlijkheid in testen
Mechanistische testen: leugen detector, electroden, MRI scan
Intentionalistische test: zelfrapportage test, projectie test (bijv vlekkentest en TAT)
Persoonlijkheidstest: MMPI-2, NEO-PI, NPV
Persoonlijkheidsstoornissen
Stoornis = buiten het normale en lijden, persoonlijkheidsstoornis verdeeld in 3 groepen
- Type A, de vreemde : paranoïde, schizotypische, schizoïde
- Type B, de dramatische heftige emoties: borderline, antisociale, narcistische, theatrale
- Type C, de angstige: bezig zijn met wat de ander wil: afhankelijke, ontwijkende, obsessief-
compulsief
Psychologie in de hulpverlening
Werken vanuit verschillende perspectieven/stromingen:
- Psychoanalyse
- Humanistische psychologie
- Behaviorisme/gedrag
- Cognitief
- Positieve
- Systeem
Psychologen in allerlei soorten:
Klinisch psycholoog, ontwikkelingspsycholoog, arbeids- en organisatie psycholoog, forensisch
psycholoog.
3
, Samenvatting boek: H8
Wat is persoonlijkheid?
- Je bent een persoonlijkheid: je overtuigingen (dit is één betekenis)
- Persoonlijkheid als vakterm in de psychologie: beschrijving van eigenschappen die
karakteristiek zijn voor iemand.
Drie niveaus van persoonlijkheid:
1. Dat wat iemand met alle mensen gemeen heeft (bijvoorbeeld behoeften van Maslow, de
behoefte aan veiligheid bijv)
2. Dat waarin je lijkt op sommigen anderen, een groep (bijvoorbeeld vegetariër of Nederlander)
3. Dat wat je zo persoonlijk uniek maakt (bijv die voorkeur voor spruitjes)
Sigmund Freud
- persoonlijkheidstheorie gebaseerd op het onbewuste in de mens
- Driften die onder andere gericht zijn om overleven en voortplanting
- Structurele model (zie hoorcollege 2, psycho-analyse)
Typologie
- Een classificatie van mensen, zoals de temperament leer
- Vaak paste mensen niet in 1 hokje maar in 2 of meer
- Het werkte niet altijd goed, daarom gingen psychologen het anders aanpakken: geen hokjes
meer --> traittheoriën
Traittheoriën
- Achterhalen welke kenmerken relevant zijn voor iemands persoonlijkheid
- Trait betekent: karaktertrek, eigenschap, kenmerk
- Gebruikelijke patronen van denken, doen en voelen
- Zo’n kenmerk is meestal iets polairs: dat je de eigenschap of wel of hebt of niet hebt. Of heel
sterk of heel zwak. (alsof het polen zijn bij een magneet, helemaal tegenovergesteld)
- Bekende traittheorie is de big five
De big five
- vijf kenmerken die je bij elke persoon kunt
waarnemen, maar dan in een bepaalde mate.
- Met behulp van deze 5 kenmerken kun je de
persoonlijkheid van iemand goed beschrijven
1. Extraversie vs introversie: extravert is
iemand is sterk gericht op de wereld buiten
hem, wil graag contact en gaat er makkelijk
met contact om. Introvert is iemand die
meer bezig is met zijn eigen gedachten en
dingen, zijn graag alleen en houden er niet
van om er op uit te gaan
2. Vriendelijk vs onvriendelijk: iemand is
vriendelijk als hij op een welwillende manier
op anderen reageert. Onvriendelijk is iemand
die meer gericht is op eigen belang, niet
primair welwillend, en zal soms haast in een
reflex altijd eerst nee zeggen tegen anderen
3. Zorgvuldig vs slordig: Het gaat om meer dan
netheid, het gaat ook om zorgvuldig zijn in in
de dingen die je doet en denkt.
4. Emotioneel stabiel vs neurotisch: hierbij gaat
het om de vraag of iemand snel van slag is
of rustig blijft.
5. Openstaan voor nieuwe ervaringen vs
geslotenheid/koppigheid
4