Voorwoord
Grote theorist van ontwikkelingspsychologie= Jean piaget ->
1. Die focust op de interactie van het kind met de fysieke omgeving
2. Negeert het culturele aspect waarbij kinderen opgroeien met culturele voorwerpen
gebruiken en instituties
3. Er is een sequentie van fasen in de ontwikkeling die universeel is voor alle kinderen
2 doelen kind ontwikkelingstekst
1. Represtenteren van de verschillende culturen waarin kinderen leven = plural
2. Exploreren van de alom tegenwoordigheid van culturen = singular
Culturele psychologie is geen losse vorm van psychologie maar houdt verschillende dimensies in:
ontwikkeling, cognitief, klinisch, neurologisch
= de studie van ontogenese= de ontwikkeling van een menselijke organisme van jeugd tot
volwassenheid en verder
Phylogenesis= de evolutie van menselijk ras
Sociaal-culturele evolutie= historische gebeurtenissen van de maatschappij en cultuur
Developmental science= misschien betere naam voor ontwikkelingspsychologie omdat het vak meer
overkoepelend is en allerlei disciplines buiten de psychologie omvat
Meeste onderzochte groep kinderen zijn WEIRD= Westers Educated, Industrialized, Rich,
Democratisch
Ook al weten we zelfs over weird niet veel laat staan over de kinderen in andere culturen. Er zijn wel
6 fasen in ontwikkeling te onderscheiden
Fase1: de geboorte, infancy, newborn
Fase2: als verzorgers zeker zijn dat het kind zal overleven -> vaak gekenmerkt door het kunnen lopen
i.p.v. kruipen + kind wordt geïntroduceerd aan de gemeenschap
Fase 3: meer onafhankelijkheid van verzorgers -> leren naar toilet gaan, meer contact
leeftijdsgenoten
Fase 4: bruikbare hulp, kinderen helpen met klusjes
Fase 5: adolescentie kort en eindigt vaak wanneer jonge mensen samen gaan leven, vaak conflict
tussen generaties
Fase 6: begint met huwelijk en vooral door succesvol opvoeden en krijgen van kinderen
'
Perioden van stabiliteit = stages
Perioden van verandering, snel = transities
transities vaak cultureel, zoals rituelen ceremonies
Centraal aspect van transities = differentiatie en re-integratie= dit wil zeggen met iedere transitie
wordt een kind gedifferentieerd van andere componenten in een systeem en gere-integreerd in de
andere componenten van het systeem
,Hoofdstuk 1
1. Genetische psychologie = 1890 -1950
2. Behaviourisme = 1930-1950
3. Cognitieve ontwikkelingspsychologie= 1957- heden
4. Constructivisme =1950 - heden
5. Culturele psychologie = 1980- heden
Genetische psychologie
Eerst lag nadruk op endogene factoren: invloeden binnen het kind.
Het heette genetische psychologie niet door de focus op de genen maar verwijst naar de origine
Granville stanley hall 1844-1924: volgens zijn perspectief bepaalt niet de cultuur of maatschappij hoe
een kind opgroeit maar de biologische inheritence. Nu weten we dat er niet verschillende rassen
bestaan in de mensheid maar toen dacht hij de biologische inheritence te kunnen traceren aan de
hand van het soort ras. Het oude ras laat sporen achter soul life Hij was geïnspireerd door Darwin en
Freud.
De wetten van de mensheid liggen vast, maar door die wetten kunnen de mensen wel steeds
veranderen
Geen determinist: hij erkent dat het moderne leven invloed kon hebben op mensen maar
zag het als een verstoring van de biologie
Dacht romantisch
Gebruikte vragenlijsten (slechte validiteit en betrouwbaarheid)
Gebruikte geen statistische analyse.
Arnold gesell 1880-1961
Geïnteresseerd in de rationele gestructureerde en zelfdiscipline van de mens. Wilde dat alles was
gebaseerd op empirie dus dit contrasteert met Hall's idee van een soul life
Ontwikkeling= groei
Menselijk leven cyclus bepaalt door natuurwetten
Ontwikkeling = resultaat van interactie tussen omgeving en kind
Iedere ontwikkelingsstage = product van evolutionair proces waarin nieuwe kwaliteiten werden
ontwikkelt en weer doorgegeven
Onderzoekt door film gebruik one way mirror
-> gefocust op kinderen die afweken van de norm ( dus ook bovengemiddeld slimme kinderen) ->
doel om interventies te bedenken
Gebruikt gestandaardiseerde testen, cross-sectionele onderzoek, twin studies
Erik erikson 1902-1994
Freudische psychoanalist
Hij wilde ene psychoanalytisch model maken gebaseerd op Freuds psychosexual ontwikkelings
theorie maar die ook de omgevingsfactoren kon meenemen
Crisis= volgens hem ene turnpoint waar de ontwikkeling in een bepaalde directie moet bewegen
Hij zegt: iedere stage heeft een cultureel bepaalt moratorium = een tijdelijke vertraging, waarin het
individu tijd krijgt om de uitdagingen van die fase ( de crisis)aan te gaan ( sociale instituties helpen
daarbij)
,Genetische perspectief : endogene factoren bij kinderontwikkeling dominant
Behaviorisme
Beetje andersom van genetische perspectief: de omgeving is belangrijker voor de ontwikkeling dan
aangeboren factoren. Dus focus op exogene factoren
John b Watson 1878-1958
Gedrag is pure objectieve wetenschap
Wetenschap moet alleen onderzoeken wat direct observeerbaar is-> bewustzijn en mentale staten
zijn dat niet
Watson over opvoeding:
Objectief en niet-sentimenteel, niet kussen en geen knuffels, laat ze niet op je schoot zitten,
behandel ze alsof ze jongvolwassenen zijn\
Toen hij onderzoek deed naar conditionering nog niet gelezen over het werk van Pavlov
Little Albert experiment:
8 maanden oude baby, getest op emotionele reactie voor een witte rat, konijn en andere dieren. ->
geen angst of reactie
Conditionering van dier aan hard geluid -> wel angstreactie voor de dieren
dit vond hij bewijs voor: angst is aangeleerd niet aangeboren
Ivan Pavlov 1849-1936
Geconditioneerd reflex= een soort leren dat gebeurt als een neutrale stimulus wordt gepresenteerd
met een tweede ongeconditioneerde stimulus welke een significantie heeft voor het dier/mens ->
neutrale stimulus wordt niet meer neutraal maar geconditioneerde stimulus met geconditioneerde
reactie
Skinner 1904-1990
Radicaal behaviorisme denken en voelen zijn gedragingen en moeten dan ook aan de hand van de
omgeving worden verklaart
Operant conditioneren geen reflexen maar operanten , door gebruik van shaping en reinforcemnt
Taalontwikkeling is volgens hem vorm van operant conditionering
Albert bandura 1925-leeft nog denk ik
Ideeën vergelijkbaar met Skinner en Watson alleen hij legde de nadruk op modelling-
imitatie
Gelooft in Recipricol determinisme = het kind beïnvloedt de omgeving net zoals de omgeving
het kind beïnvloedt
Valt niet meer onder behaviorisme want hij wilde ook '' mental imagery en taal''
onderzoeken
Bobo doll experiment -> observational learning aka social learning
Self regulatie, ene kind controleert zijn gedrag in 3 stappen:
1. Self observation -> monitort zijn eigen gedrag
2. Judgement -> vergelijkt het eigen gedrag met de standaard
3. Self-respons -> kind beloont of straft zichzelf op basis van het gemaakte oordeel -> kan overt
( een snoepje eten) of covert zijn ( schaamte of trots voelen)
, Bandura zegt self-efficacy = het geloof dat iemand heeft over zijn eigen kunde om te slagen
in een taak
Social cognitieve theorie-> mensen niet alleen door omgeving gevormd, maar wat ook
belangrijk is imitatie , experiences, hoe mensen denken over hun ervaringen
Logical positivism: wetenschappelijk design van experiment moet bestaan uit afhankelijke en
onafhankelijke variabele
Allen newell en herbert simon:
Logic theory machine -> ontworpen ene computer model om menselijk probleemoplossend denken
te onderzoeken
Information processing model -> een mens is op manieren zoals ene computer, ophalen van
informatie, verwerken. Lange termijn geheugen is een opslagplaats zoals ene harde schijf
Vanuit cognitieve perspectief = ontwikkeling een proces waarin cognitieve representaties worden
geconstrueerd
Noam Chomskyn (1928)
Onderscheid linguïstisch competentie(kennis van een taal) en linguïstische performance (gebruik
van de taal in concrete situaties)
Sommige cognitvisten zijn nativists= geloven dat iemands capability om informatie processing te
kunnen leren is bijna alleen aangeboren en kan niet significant door ervaring verder worden
ontwikkelt
Chomsky is een nativist : hij gelooft dat het kunnen leren van een taal biologisch is en
aangeboren is
De aangeboren capaciteit om te leren is de universal grammar = een taal specifieke module
Sommige cognitvistische psychologen geloven in tegenstrijd met chomsky dat juist de omgeving een
belangrijke rol speelt bij ontwikkeling van taal -> dus de biologisch gebaseerde taal-module is
volgens hen niet nodig
Jean Piaget 1896-1980
Sommige zien hem als cognitieve psycholoog maar wijkt van die denkwijze af want
Gelooft niet dat de capaciteit om mentale representaties te maken de enige manier is om de
wereld te ontdekken
I.p.v. aangeboren kennis leert het kind door interactie met de omgeving om kennis te
construeren -> hij was een constructivist
Zowel exogeen als endogeen primair belang
Zijn nadruk op de actieve constructie van de kennis van een kind is van invloed op het
educatie systeem
Hij begon met onderzoek naar kind ontwikkeling door interesse in ± link tussen biologie en
epistemologie
Piagets antwoord op de vraag ´´ hoe transformeert een biologisch kind tot een logisch
nadenkend kind=´´ -> Piagets denkt dat logica komt van spontane organisatie van het
menselijk organismes acties
Werkte samen met Theodore simon aan intelligentie test: redeneerde -> kinderen maken
fouten op de tekst voor ene goede reden en niet omdat ze minder intelligent zijn.
Intelligentie was volgens hem niet iets losstaand dat ieder kind anders heeft. Het is een