Aantekeningen Nieuwste Tijd I
Hoorcollege 31-01-2024: Kunst, filosofie, wereldbeeld 19e eeuw
Wat bezielden de 19e eeuwse romantici?
Romantiek, oriëntalisme, nationalisme
Inhoud:
1. Romantiek als reactie op een ‘shock of the new’
2. Basisthema’s Romantiek
3. Romantiek en imperialisme: oriëntalisme
4. Romantiek en nationalisme
5. Erfenissen van Romantiek
Handboek verdiepen.
“Aanleidingen” Romantiek
Vanaf 1750/60 en vooral in 19e eeuw. Beginpunt aanwijzen is lastig: Proces. Rond 1750
begonnen kunstenaars/wetenschappers de wereld anders waar te nemen.
Reactie op veranderingen in leefwereld:
o Industriegebieden.
o Klimaatveranderingen.
Romantici houden niet van de industriële wereld.
o Rationalisme van Verlichting en ontwikkeling wetenschappen.
- Waar is de ruimte voor de ziel?
o Politieke omwentelingen (revoluties).
- Moeilijk te begrijpen.
Ze voelden zich niet meer thuis in hun wereld.
Romantiek: Tijdgebonden fenomeen (1750-1890/1918) én op zichzelf staand, filosofie.
o Intellectueel.
o Politiek.
o Kunst/muziek.
o Literair.
Basisthema’s Romantiek
o Ervaren breuk heden-verleden, willen terug.
- Conservatief.
- Historisch.
, o Gedreven door emotie, idee van genialiteit.
o Belang van het mysterie: Escapisme.
- Dromen/fantasie.
- Exotische plekken.
o Houvast in de natuur en religie.
- Onaangetast door de mens.
- Staat stil in de tijd.
- “Natuurlijke” geborgenheid.
o Heelwording van de wereld, de natuur en God.
- Tegenstelling werkelijke fragmentering en “schadelijke” invloeden door
Verlichting en industrie.
o Neostijlen.
Pre-Romantiek
Ca. 1750-1820
o Sterke wortels in de Duitstalige gebieden.
- Sturm und Drang (ca. 1765-1785) Duitse literatuur, o.a. Goethe (1749-1832)
& Schiller (1759-1805).
- MAAR OOK: Rousseau (1712-1778) en Beethoven (1770-1827).
Rousseau: Idealisering van de “natuurmens”.
Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi des hommes (1755).
o Reisverslagen.
o Ontwikkeling is niet goed.
o “Nobele wilden”, de natuurmens.
Authenticiteit
o Utopisch ideaal: Terug naar het authentieke, natuurlijke leven.
o Jongens moeten naar buiten!
- Gaat zelf naar Zwitserland. Bijzonder: Culturele elite naar de “wildernis”.
Edmund Burke (1729-1797): A Philosophical Enquiry into the Origin of Ideas of the
Sublime and the Beautiful (1757).
o Verschil van het Sublieme en het Mooie.
- Subliem: Doet iets met je, het verandert je.
- Te vinden in de natuur.
Natuurtoerisme neemt toe, speciale plekken.
Negentiende-eeuws klimaatprotest
, o Ontbossing.
o Van kunstmest naar “Raubwirtschaft” (roofeconomie): Justin van Liebig (1803-
1873).
- Uitvinder kunstmest wordt tegenstander van kunstmest.
Hoog-Romantiek
o Individuele emoties in een individueel leven.
o Oriëntalisme.
- Culturele dimensie: Zelfbeelden en beelden van de ander. Uitbreiden
imperialisme.
- Cultuur om gezag te vestigen: Imperialistische kennis, “kennis is macht”.
Oriëntalisme
Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936)
o Adviseur tijdens Atjeh-oorlog: Niet onschuldig. Ook nu nog.
Etnografie als “intellectuele technologie”.
o Kolonialisme in vermomming.
o Dankzij koloniale “pacificatie”.
o Classificatie, ordening, in kaart gebracht.
Representaties van koloniale relaties
1. Met nadruk op ontwikkeling: “Help”.
2. Met nadruk op stilstand (bv. Ras, cultuur, samenleving).
3. Met nadruk op anders-zijn (andere biologische gesteldheid/cultuur).
Literatuur, beeldende kunst, fotografie, film, etc.
Discours: Samenhangende complex van uitspraken over een bepaald thema.
- Edward Said, Orientalism (1978): Door de Oriënt consequent af te schilderen als
irrationeel, fatalistisch, zinnelijk en gewelddadig, schept deze Westerse
verbeelding de morele rechtvaardiging voor de Westerse onderwerping ervan.
- Over Afrika; Valentin-Yves Mudimbe, The Invention of Africa (1988).
Hobbes-iaanse kijk: Mensen zijn beesten zonder staat.
Rousseau-iaanse kijk: de “nobele wilde”.
Hobbes-iaans?
o Joseph Conrad (1857-1924), Heart of Darkness (1899).
- Chaos.
- Roman over een reis naar Congo.
Rousseau-iaans?
, o Alphra Behn, Oroonoko.
- “Nobele wilde”.
- Gevangenneming van een Afrikaanse prins.
Relatie Romantiek & nationalisme: Duitse staten.
Activistisch nationalisme: regeneratie van het volk.
o Friedrich Ludwig Jahn (1778-1852).
- Zorgen over de toekomst “Duitsland”.
- Deutsche Volkstum (1810).
Interesses: Geschiedenis, taal.
Anti-Frankrijk: Duitsland is krachtig en niet verwijfd.
- Arminius “Hermann” de Cherusk: Versloeg Romeinse legers Werd in de 19e
eeuw populair.
- Sterk worden door turnen, sportverenigingen.
o Reactie op verlies van de Slag bij Jena (tegen Napoleon).
Cultuur: Kultur & Bildung
o Studeren van nationale klassieken, maar ook Franse literatuur (oppervlakkig).
- Kracht en inhoud.
- Kultur versus Zivilisation.
o Anti-Verlichtingsdenken = Anti-Frans.
o Symbool: Stad Weimer, daar woonden Goethe en Schiller.
- Humanisme.
o Wilhelm von Humboldt (1767-1835): Zelfontplooiing.
o Gebroeders Grimm
- Jacob (1785-1863) en Wilhelm Grimm (1786-1859).
- Verzamelen van eigen sprookjes in volkstaal.
Gemeinschaft & Geschichte.
o Continuïteit, “volkseigene”.
o Verleden als inspiratiebron.
o Invloed op ontwakend nationaal gevoel.
Duitsland wordt een eenheid.
Erfenissen van de Romantiek
o Rudiger Safranski: Romantiek – eine Deutsche Affaire (1997).
- Nationalisme. Esthetisering Derde Rijk.
- Blut & Boden idealisering.
o Subculturen jongeren 60s.
o Gothics.