ONDERWIJSPEDAGOGISCHE VISIES
Open boek tentamen & opdracht Montessori (geen cijfer) & reageren op discussies
College 1-3: 4 stromingen (Kliebard) - College 4: klassieke teksten - College-5-6: moderne teksten - College 7: aparte stroming (Dewey)
1. INLEIDING
ARTIK EL : PLATF ORM ON DERWIJ S 2032
Onderwijs2023 bestaat uit de hoofdvragen:
Welke gebieden van kennis en vaardigheden vormen onderdeel van een evenwichtg en toekomstgericht curriculumm
Gezien de schaarse ruimte binnen het curriculum, welke kennis en vaardigheden zouden minder aandacht kunnen krijgenm
Welke kennisgebieden en vaardigheden komen nu onvoldoende aan bod in het curriculumm
Welke algemene ontwerpprincipes voor een vernieuwd curriculum zijn te benoemenm
Onderwijs2023 beschrijf wat de taak van de school zou moeten zijn voor de drie hoofddoelen van het onderwijs:
Kennisontwikkeling
Persoonsvorming
Maatschappelijke toerustng
In de zogeheten ontwerpfase, die in 2016 van start gaat, wordt bekeken hoe het advies kan worden uitgewerkt naar verschillende schooltypen
en leerjaren.
,Op landelijk niveau wordt periodiek gewerkt aan herijking van de kerndoelen en eindtermen, zodat die voldoende houvast bieden voor
toekomstgericht onderwijs.
Het proces: dialoogfase natonale brainstorm consultatefase eindadvies.
Op basis van de maatschappelijke dialoog, de analyse van wetenschappelijk onderzoek en de voorbeelden uit het buitenland komt
onderwijs2032 tot enkele essentiële kenmerken van toekomstgericht onderwijs:
De leerling ontwikkelt kennis en vaardigheden door creatviteit en nieuwsgierigheid in te zeten.
De leerling vormt zijn persoonlijkheid.
De leerling leert omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid en over grenzen heen te kijken.
De leerling leert de kansen van de digitale wereld te benuten.
De leerling krijgt betekenisvol onderwijs op maat.
De visie van onderwijs2032 bestaat uit:
Een vaste basis aan kennis en vaardigheden opdoen, waarmee leerlingen vakoverstjgend leren denken en werken. De basis bestaat
uit:
o Op het gebied van taalvaardigheden Nederlands: een samenhangend aanbod en nadruk op functonele taalvaardigheid.
o Op het gebied van taalvaardigheden Engels: een intensief aanbod in het primair onderwijs en vroeg beginnen met Engels.
o Rekenvaardigheden.
o Op het gebied van digitale geleterdheid: basiskennis van ICT, informatevaardigheden, computatonal thinking en
mediawijsheid.
o Op het gebied van burgerschap: leerlingen oriënteren zich op gemeenschappelijke waarden, de school fungeert als oefenplaats
en de houvast (de democratsche rechtsstaat, mensenrechten, kinderrechten, sociale vaardigheden, omgangsvormen en
maatschappelijke verantwoordelijkheid).
o Op het gebied van kennis van de wereld: Meer van minder, afakening van het kernaanbod en een interdisciplinaire aanpak
voor drie kennisdomeinen (mens & maatschappij, natuur & technologie en taal & cultuur).
o Op het gebied van vakoverstjgende vaardigheden: leervaardigheden, creëren, kritsch denken, probleemoplossend vermogen
en samenwerken.
Hun kennis en vaardigheden verdiepen en verbreden, met hun eigen mogelijkheden en interesses als leidraad.
Zich persoonlijk vormen.
ARTIK EL : TRUIJ EN S
Kritiek op het voorstel van ondewijs2032 in de column:
De groep ontwerpers was te klein.
Er hebben te weinig leerkrachten deelgenomen aan het ontwerp.
Te weinig aandacht voor waarom kinderen iets moeten leren. En te veel gefocust op wat ze moeten leren (want dat doe je overal)
en niet wat we ze moeten onderwijzen (wat je niet vanzelf leert).
Het is niet inspirerend, toont weinig visie en bevat veel oude ideeën.
Schnabel heef geen inzicht naar het verschil tussen kennis en informate.
Te veel nadruk op persoonsvorming.
H OORC OLL EGE 3 -11 -2017
Moderne stromingen:
Neo-utlitarisme
Vernieuwd humanisme
Onderwijs2032 & OPT: (BELANGRIJK!)
Humanisme: zelfstandig denken, creatviteit en nieuwsgierigheid (opleiden tot kritsch denken), basiscurriculum, cultuur-dragende
kennis (bildung).
Kindgerichte pedagogiek: aansluiten bij interesse en capaciteiten van een kind, betekenisvol onderwijs op maat, creatviteit en
nieuwsgierigheid (want zo zijn kinderen van nature), thematsch werken, samenhangend aanbod.
2
, Utlitarisme: digitalisering vanwege arbeidsmarkt, nieuwe vaardigheden voor toekomstge nieuwe banen.
Meliorisme : burgerschapsvorming, democratsche rechtsstaat, gelijke kansen voor alle kinderen, emanciperende functe.
Overig: (zie PP op BB)
Deze analyse kan ook met de column of andere artkelen over onderwijs 2032.
3
, 2. ONDERWIJSPEDAGOGISCHE TRADITIES: HUMANISME EN KINDGERICHTE
PEDAGOGIEK
KL IEB ARD HOOFDST UK 1
Onrust in Amerika eind 19e eeuw (1890):
Eerder in de 19e eeuw (1800-1830) was er al aandacht voor vormgeving van het onderwijs. Bijvoorbeeld het onderverdelen van
onderwijs in vakken , het verdelen van kinderen in leerjaren en het gebruiken van tekstboeken.
In 1890 was sprake van veel verandering waardoor sociaal bewustzijn ontstond, met name door de groei van journalistek (en
kranten), de groei van steden en de mogelijkheid tot transporteren via en spoorlijn. Dit zorgde voor een ontwikkeling van
geïsoleerde dorpen naar een stedelijke industriële samenleving.
In 1890 kwam er nog meer aandacht voor zorgen en refecte over de identteit van Amerika, door een grote toename van inwoners,
onder andere als gevolg van immigranten. Bovendien ontstond er een economische depressie.
Samengevat (HC 2): bevolkingsgroei in stede, industrialisate, mobiliteit (trein), feminisme, parlementaire democrate.
Curriculum onrust eind 19e eeuw (1890):
Er was ook een verandering in de sociale rol van de school in de samenleving. In het begin van de 20 e (1890) eeuw ontstond een
gevecht om de controle over het Amerikaanse curriculum.
In 1890 was onderwijs vooral gericht op mentale discipline (Plato/Christan Wolf). De hersenen kunnen, net als spieren, getraind
worden om beter te denken. Alle faculteiten moeten in natuurlijke volgorde aan bod komen, zodat er een algehele mentale ftheid
ontstaat.
Yale (1828; verdediger van het humanisme): onderwijs moet zich richten op de discipline en inrichtng van het brein (denkvermogen)
en op het vullen van het brein met inhoud (kennis en vaardigheden). Dit heet ‘mental discipline’. Grieks, Latjn en wiskunde zijn
belangrijke vakken. De tekstboeken vertellen leraren precies wat zij moeten doen. Leraren waren jong en slecht geschoold. Er was
geen aandacht voor plezier. Na 1890 ontstond er kritek op deze manier van onderwijs, mede door de onrust in Amerika en het
daardoor ontstaan van sociaal bewustzijn.
Na 1890 gingen er steeds meer kinderen naar school (in 1930 wel 30%). Dit komt door de toename in inwoners, het ontstaan van
steden, het gebrek aan banen door de technologische ontwikkelingen en het feit dat er beter verdiend werd met een baan anders
dan handarbeid.
Er ontstond het idee van een middelbare school na de basisschool.
Committee of ten (1893):
Charles W. Eliot was voorziter.
Een reacte op ‘doctrine of mental discipline’: Vermogens vergelijken met spieren, ze kunnen versterkt worden door training, vakken
die hierbij passen zijn Grieks, Latjn en wiskunde. Op scholen is veel ‘drill and practce’, leterlijk reciteren en weinig denken.
Doctrine van ‘mental discipline’ staat ter discussie: Theorie bleek empirisch niet verifeerbaar. Twijfel aan bijzondere posite van
traditonele vakken. Twijfel aan relevante van vakken uit renaissance voor industriële samenleving.
Uitgangspunt: Ongeacht hun bestemming moeten leerlingen toegang krijgen tot goed onderwijs.
Er ontstond kritiek op door:
Kindgerichte pedagogiek & G. Stanley Hall: Hij was het er niet mee eens dat alle kinderen op dezelfde manier onderwijs moeten
krijgen, omdat sommige kinderen minder intelligent zijn dan anderen. Ook was hij het er niet mee eens dat alle vakken van gelijke
waarde waren. Daarnaast was hij het er niet mee eens dat onderwijs ter voorbereiding op het leven hetzelfde is als onderwijs ter
voorbereiding op de universiteit.
Humanisme & William Torey Harris: Als reacte op de kritek op Commitee of ten ontstond Commitee of ffeen. Harris was de
voorziter. Hij was van mening dat het curriculum gebaseerd moet zijn op de Westerse beschaving. Hij voerde de fve windows of the
soul in. Hij zorgde voor meer vrouwen in het onderwijs. Hij zorgde ook voor de kleuterklas.
Herbatans & John Dewey: Als de term correlate werd gebruikt had hij het over de relate tussen spirituele en natuurlijke omgeving.
Herbatans vond dat correlate moest gaan over de relate tussen verschillende vakken. Als de term concentrate werd gebruikt had
hij het over de concentrate van de school op de fve windows of the soul.
Utlarisme & Joseph Mayer Rice: Hij was het er niet mee eens dat schoolhoofden weinig verstand hadden van pedagogiek. Hij was
het er ook niet mee eens dat de schoolhoofden weinig aandacht hadden voor belangrijke zaken in de klas. Ook vond hij dat leraren
niet competent waren. Hij had veel wetenschappelijk onderzoek gedaan om dit te bewijzen.
4