De overtuiging dat het museum aan Straat 53 ligt had ze al vóórdat
ze zich op haar geheugen beriep: de overtuiging sluimerde in het
geheugen, wachtend om opgeroepen te worden
Otto heeft Alzheimer. Overal waar hij geen gaat neemt hij een notitieboekje
mee, als hij nieuwe informatie verneemt schrift hij dit op. Dit boekje speelt
voor hem de rol als het biologisch geheugen. Otto wil ook naar het Kunst
Museum en pakt zijn notitieboekje waarin staat de het museum op Straat 53
is.
Voor Otto speelt het notitieboekje dezelfde rol als het geheugen voor Inga.
De informatie in het notitieboekje functioneert net zoals de informatie
waaruit een gewone sluimerende overtuiging bestaat; toevallig ligt deze
informatie nu buiten het lichaam
o Wanneer het aankomt op overtuigingen is er niets heilig aan huid en schedel.