Samenvatting
Ouderenpsychologie
PB2102182214
Boek: Vink, Kuin, Westerhof, Lamers en Pot
1
,Inhoudsopgave
Thema 1 Inleiding....................................................................................................................................................3
Thema 2 Levensloopperspectief.............................................................................................................................8
Thema 3 Gezondheidsperspectief........................................................................................................................13
Thema 4 Arbeidspsychologisch perspectief........................................................................................................18
Thema 5 Klinisch perspectief...............................................................................................................................21
Thema 6 Verschillende psychologie domeinen...................................................................................................27
2
, Thema 1 Inleiding
Het hebben van een positieve attitude (in tegenstelling tot een negatieve attitude) tegenover de
eigen veroudering heeft een aantal voordelen: een positieve attitude tegenover de eigen
veroudering geassocieerd is met meer gezondheid bevorderend gedrag, minder gevoelens van
eenzaamheid, minder depressieve gevoelens, betere functionele gezondheid en zelfs een lager
sterfteaantal
Aging Perceptions Questionnaire (APQ)
Vragenlijst voor het meten van de attitude tegenover de eigen veroudering met 7 dimensies
De 7 dimensies zijn:
Chronische tijdslijn, wat betekent dat het bewustzijn van de eigen veroudering
chronisch verloopt/altijd aanwezig is. Bijvoorbeeld: Ik ben me altijd bewust van mijn
leeftijd.
Cyclische tijdslijn, wat betekent dat het bewustzijn van de eigen veroudering cyclisch
verloopt ofwel komt en gaat in een golfbeweging. BijvoorbeelD: Van dag tot dag heb
ik een ander besef van het ouder worden.
Positieve consequenties, wat betekent dat iemand positieve gevolgen op verschillende
levensdomeinen koppelt aan het ouder worden. Bijvoorbeeld: Naarmate ik ouder
word, waardeer ik dingen steeds meer.
Negatieve consequenties, wat betekent dat iemand negatieve gevolgen op
verschillende levensdomeinen koppelt aan het ouder worden. Bijvoorbeeld: Het ouder
worden beperkt mijn mogelijkheden.
Emotionele representaties, wat weergeeft welke emotionele reactie veroudering bij
iemand oproept. Bijvoorbeeld: Denken aan het ouder worden maakt me somber.
Positieve controle, wat weergeeft in hoeverre iemand het gevoel heeft zelfcontrole te
kunnen uitoefenen op positieve ervaringen. Bijvoorbeeld: De kwaliteit van mijn
sociale leven op latere leeftijd hangt af van mijzelf.
Negatieve controle, wat weergeeft in hoeverre iemand het gevoel heeft geen controle
te kunnen uitoefenen op negatieve ervaringen. Bijvoorbeeld: Trager worden op
hogere leeftijd is niet iets wat ik zelf in de hand heb.
Normatief: Leeftijdsgebonden invloeden, gebeurtenissen die in ieders leven wel voorkomen,
zoals school, leren praten, leren lopen
Normatief historisch: historisch bepaalde invloeden, gebeurtenissen die sommige generaties
hebben meegemaakt.
Niet-normatief: niet normatieve invloeden, persoonlijke gebeurtenissen die niet bij iedereen
voorkomen, zoals verhuizingen, scheiding ouders.
3