2 delen van internationaal recht:
• Publiek internationaal recht: reguleert de relaties tussen staten
• Privaat internationaal recht: heeft betrekking op individueel gedrag met een
grensoverschrijdend element.
(Dit vak gaat voornamelijk over publiek int. recht)
Vrede van Westfalen 1648: wordt gezien als het begin van het moderne
statensysteem waarbij soevereiniteit een belangrijke rol speelt.
Publicatie van het boek ‘Het recht van oorlog en vrede’ 1625: werd
geschreven door Hugo de Groot en ging over het belang van wereldwijde vrijhandel.
Soevereiniteit: alle staten zijn gelijk en elke staat kan volledig over zichzelf
beslissen. Er is geen hogere autoriteit die over de staten beslist. Staten kunnen bv
geen beslissingen maken voor andere staten. Gevolg: er is geen centrale wetgever.
Staten beslissen en besturen alles gezamenlijk. (Decentrale structuur). Als alle
staten soeverein zijn en daardoor een decentrale structuur ontstaat, kunnen staten
alleen gebonden worden aan bv een verdrag door toestemming te geven.
Waarom gaan staten verdragen etc aan?
• Oorlog voorkomen
• Staten kunnen zichzelf beschermen (oorlog maar ook handel)
• Vrede behouden
• Wereldproblemen oplossen (klimaat, terrorisme etc)
Int recht en kolonialisme: hing nauw samen: het boek van Hugo de Groot maakte
het mogelijk voor Europese landen om overal ter wereld zeegebieden te claimen.
Belangrijkste regel was dat overzeese territoria niet soeverein waren (tot niemand
behoorden), hierdoor konden Europese landen bij ontdekking deze gebieden claimen.
Int recht en wereldeconomie: hangen nauw samen: territoriale rechten en
maritieme rechtsgebieden hebben rechtstreeks gevolgen voor de handel. Hieruit volgt
ook een zwakte van int recht. Als de economische belangen groot zijn, volgen staten
het int recht dan nog wel? De VS hebben bv meermalen regimes afgezet met een
economisch doeleinde (olie) terwijl dit rechtstreeks ingaat tegen het niet-interventie
principe dat de grondslag vormt van het int recht.
Er is geen centrale wetgever bij int recht
Verschillende theorieën over hoe het int recht functioneert zonder centrale wetgever:
• Staten maken zelf het internationale recht. Doordat ze het recht zelf maken,
zullen ze weinig redenen hebben om dit zelfgemaakte recht te schenden;
• De implementatie en toepassing van internationaal recht gebeurt uit gewoonte.
Tenzij er iets ernstigs gebeurt, zullen staten verder gaan met wat ze gebruikelijk
doen. Dit helpt het versterken van het internationaal recht. Bovendien spelen
juristen een grote rol binnen de verschillende staten, en zij hebben als het ware
respect voor het internationale recht dat zij daarom niet zomaar zullen
overtreden;
• Wederkerigheid speelt een belangrijke rol bij het functioneren van het
internationaal recht. Staten willen vaak behandeld worden door andere staten,
op de manier waarop zij die andere staten ook behandelen;
• Ook wettigheid/legitimiteit speelt een grote rol. Een wet die over het algemeen
als nuttig wordt gezien en op de juiste manier tot stand is gekomen, kan worden
gezien als legitiem en daardoor zal het aantrekkelijk zijn om deze regel na te
komen en te handhaven;
• Staten hebben nou eenmaal met elkaar van doen. Ze kunnen niet aan elkaar
ontkomen en moeten dus met elkaar communiceren. Een goede reputatie helpt
, daarbij. Vandaar dat het voor staten aantrekkelijk is om zich wel aan de regels te
houden.
Retorsie: maatregelen die binnen het kader van de wet worden genomen, die
duidelijk maken dat de staat niet tevreden is met de acties van de ander. Bv
terugroepen van eigen ambassadeur voor overleg.
2 theorieën over betekenis van het recht:
• Natuurrecht: deze stroming beargumenteert dat het recht afkomstig is van God. Er
bestaat volgens aanhanger universeel geldend recht dat altijd en overal geldt. Recht
en moraal zijn niet los van elkaar te zien
• Rechtspositivisme: deze stroming beargumenteert dat het recht afkomstig is van
mensen en door de tijd heen veranderd. Recht wordt uitgevaardigd door overheden
en het recht staat niet in een noodzakelijk verband met de moraal.
3 perspectieven van internationaal recht:
• Realisme: ziet het int recht als grotendeels irrelevant. Volgens hen doen staten
alleen iets ten behoeve van hun eigen voordeel en zullen staten dus alleen int recht
respecteren wanneer het hun uitkomt
• Liberaal institutionalisme: int recht kan relevant zijn, als het gemaakt is om
rekening te houden met de lust van staten voor macht. Int recht kan op sommige
punten handig zijn, omdat regels een bepaalde zekerheid creëren. Een staat die lid is
van WTO en regelmatig meedoet in handelsonderhandelingen, hoeft zich geen
zorgen te maken. Lid zijn van WTO maakt het makkelijker en voorspelbaarder om
toe te treden tot wereldhandel.
• Constructieve benadering: neemt het int recht erg serieus. Realisten en in
mindere mate institutionalisten zijn geneigd het recht te zien als gelijk aan het
strafrecht. Constructivisten zijn meer geneigd om het int recht te zien als gelijkend
aan privaatrecht. In hun gedachte is het int recht niet alleen van belang voor het
verbieden van dingen, maar ook voor het faciliteren van gedrag. Int recht levert het
kader om int politiek mogelijk te maken. Het recht helpt om een gemeenschap te
maken en is dus ontzettend belangrijk. Zonder int recht zouden er volgens deze leer
geen staten kunnen bestaan.
Er bestaat geen specifieke procedure om int recht in het leven te roepen. Art. 38
Statuut ICJ geeft wel een (niet uitputtende) lijst van bronnen van int recht:
• Internationale verdragen (VCLT)
• Gewoonterecht (bv landsgrenzen)
• Door beschaafde naties erkende algemene rechtsbeginselen
Lotus case: een Frans en Turks schip hadden een botsing op zee waarbij het Turkse
schip in 2en brak en er mensen overleden. Turkije probeerde de kapitein van het
Franse schip te vervolgen.
Vraag: was het verboden voor Turkije om een procedure te starten buiten Turks
grondgebied.
Antwoord: nee: iets moet als ‘toegestaan’ worden beschouwd tenzij het
verboden is.
Ius cogens: onvoorwaardelijke regels waarvan geen afwijking mogelijk is - dwingend
recht.
Art. 59 Statuut ICJ: maakt duidelijk dat gerechtelijke beslissingen geen
precedentwerking hebben in het int recht. Beslissingen in een zaak kunnen alleen
de staten in kwestie binden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper casperbeumer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,44. Je zit daarna nergens aan vast.