Interculturele competentee
Inhoudeopgave:
Hoofdetuk 1: Dynamische defniie van cultuur pag. 1
Hoofdetuk 2: Waar komt cultuur vandaan? pag. 2
Hoofdetuk 3: Culturele ideniteit pag. 5
Hoofdetuk 4: Het meten van cultuurverschillen pag. 8
Hoofdetuk 5: Werken met het model van Geert Hofstede pag. 12
Hoofdetuk 6: Werken met het model van Richard Lewis pag. 14
Hoofdetuk 7: Culturele aspecten van communicaie pag. 15
Hoofdetuk 8: Effecief communiceren met andere culturen pag. 18
Hoofdetuk 9: Herkennen van verborgen culturele communicaie pag. 21
Hoofdetuk 10: Omgaan met culturele conflicten pag. 24
Hoofetuk 1
Socialieate is het leerproces van het ontwikkelen. Door omgang met anderen, op de lagere en
middelbare school, sportclubs, in de omgang met vrienden enzovoort.
Hoe mensen zich uiten, alles wat ze doen, communiceren en denken, welke mening ze hebben: dat
geheel noemt Geert Hofstede culturele programmering.
De dynamiek van cultuur zit hem erin dat iedereen altid tot meerdere groepen behoort. Waarmee ie
ie identiceert hangt maar net af van de relateve poeite ten opzichte van de groep die ie inneemt.
Wanneer ie favoriete voetbalclub speelt identiceer ie ie als voetbalfan van de club uit iouw stad.
Wanneer ie het wereldkampioenschap voetbal kiikt, vervallen deze grenzen en identiceer ie ie als
supporter van iouw land.
In de confrontate met een andere cultuur verdwiinen de onderlinge culturele verschillen naar de
achtergrond en komt het culturele verschil met de andere cultuur naar voren, waardoor de culturele
dynamiek verandert.
De verzameling van informate in ie hoofd noemen we ie referentekader.
De context is de omgeving waarin iets zich bevindt. Voorwerpen, woorden, non-verbale
communicate en een kledingstuk, kortom veel zaken kriigen hun betekenis of een andere betekenis
door hun context. Biivoorbeeld; in Nederland is een cavia een huisdier en in Peru is een cavia
voedsel.
Je eigen cultuur geef een gevoel van zekerheid, het geef betekenis aan de onbekende wereld om ie
heen. Cultuur is als een soort bril waarmee ie naar de wereld kiikt. (Culturele bril)
Tegenover het gevoel van zekerheid, de comfortzone, staat een gevoel van onbehagen. Wanneer
mensen worden geconfronteerd met een andere cultuur, geef dit meestal een oncomfortabel
gevoel.
Wat is normaal? Gezond verstand is voor elke cultuur iets anders.
In de communicate tussen mensen van verschillende culturen werkt ie gezonde verstand iuist tegen
ie. In interculturele communicate is het beter om te wachten met het interpreteren van de ander
tot ie meer over ziin of haar cultuur weet.
1
,Hoofdetuk 2
Naast mythen en religieuze verhalen is er ook een wetenschappeliike verklaring over hoe de
menseliike cultuur ontstaan is en hoe het komt dat er zo veel verschillende culturen ziin in de wereld.
De gangbare consensus is dat de eerste culturen ontstaan ziin doordat mensen door de eeuwen heen
tal van problemen hebben moeten zien op te lossen. Deze problemen waren voor alle groepen geliik,
alleen kwamen mensen tot verschillende oplossingen en manieren om ermee om te gaan. Deze
problemen worden univereele dilemma’e genoemd.
Voorbeelden ziin:
Hoe moet ie overleven in de kou of hite?
Hoe behandelt de leider ziin groep?
Hoe ga ie om met ie tid?
Hoe ga ie om met de ervaring dat er verschillen ziin tussen man en vrouw? (femininiteit en
masculiniteit)
Een baeieaanname is wat de mensen in een cultuur geloven dat ‘waar’ is. Deze aannames ziin zeer
langzaam; hier gaan soms generates overheen.
De huidige wetenschappeliike consensus is dat de moderne mens (Homo Sapiens) uit Afrika komt,
waarschiinliik uit wat Ethiopië.
Evolute is het overleven van datgene wat het meest past in de omgeving.
De natuurliike omstandigheden waarin mensen moesten overleven, vormden en bepaalden de
basisaannames in de leefregels, gewoonten en normen van groepen.
Gaetvrijheid betekent in West-Europa wat anders. Vreemdelingen hoeven niet in ie woning te bliiven
want ze lopen geen gevaar om van de dorst om te komen. De gastvriiheid van mensen uit het
Midden-Oosten of de Sahara is dus heel anders.
Noord-Europeanen gaan strikt om met de tjd. Om negen uur beginnen is ook exact negen uur. Hoe
zuideliiker men gaat, hoe minder strikt hiermee wordt omgegaan. In Afrika is veel minder interesse in
hoe laat het is.
Toen de homo sapiens naar Noord-Europa trok, bleek het kunnen plannen een verschil van leven of
dood te maken. Het kunnen voorspellen wanneer het winter werd was van levensbelang, want
daardoor konden mensen voedselvoorraden aanleggen.
Een basisaanname is een overtuiging, het geloof dat deze keuze de beste keuze is. Basisaannames
ziin niet zichtbaar, ziin abstract en worden impliciet bekend verondersteld.
Het model van Hofstede (hoofdstuk 5) is gebaseerd op zes universele dilemma’s:
1. Hierarchie; het dilemma hoe om te gaan met het probleem dat mensen ongeliik ziin.
2. Identieii; Individualistsche of collectvitsche samenleving.
3. Rol van man en vrouw; masculien en feminien gedrag.
4. Onzekerheid; alles wat anders is, is gevaarliik. Het leven is onzeker. Hoe we met deze
spanning en onzekerheid omgaan is het universele dilemma.
5. Wai is een goed leven? Het universele dilemma is: wat is deugdeliik leven?
6. Genieien of niei? Universeel dilemma: in hoeverre mag ie genieten en van het leven?
Feesten en plezier maken of sober leven volgens strikte sociale normen?
2
, Richard Lewie (hoofdstuk 6) richt ziin model in aan de hand van drie cultuurtypen waarmee hii de
wereld indeelt.
1. Taakgerichtheid, basisaanname: de cultuur vindt het uitvoeren van taken het belangriikste.
2. Relate, basisaanname: de cultuur vindt de onderlinge relate het belangriikste.
3. Reepect, basisaanname: de cultuur vindt respectvol omgaan met elkaar het belangriikst.
Deze basisaannames leiden tot waarden in een samenleving. Als tid belangriik is, dan is het
waardevol dat iemand op tid komt. Op tid komen is dus een waarde in de samenleving.
De waarden waarop een cultuur is gebaseerd, leiden tot een breed scala aan overtuigingen over wat
goed en fout is en de biibehorende normen over hoe ie ie dient te gedragen. Al deze zaken ziin
onzichtbaar en niet tastbaar.
De overtuigingen, waarden, normen en de ongeschreven standaardwaarden van een cultuur worden
pas zichtbaar in tastbare zaken zoals:
Rituelen, gedrag en traditee (wachten op ie beurt, Sinterklaas, ietsend naar ie werk);
Symbolen (natonale vlag, kleur oranie);
Producten en voorwerpen (klompen, ietspaden, molens, tulpen).
Een cultuur is opgebouwd als een ui met verschillende lagen boven op elkaar.
De eerste laag: symbolen, producten, rituelen en gedrag ziin de eerste dingen die opvallen aan een
cultuur. (kleding, eetgewoontes, bedriifslogo’s, manier van kleden) Het is het zichtbare en meest
veranderliike deel van een cultuur.
De tweede laag naar binnen toe is onzichtbaar. Dit ziin de overtuigingen, normen en waarden: de
geschreven en ongeschreven standaarden voor correct en gewenst gedrag. Waarden in deze laag ziin
collecteve ongeschreven regels die richtng geven over wat men als goed en fout beschouwt. Bii een
waarde hoort een norm hoe het hoort.
Voorbeelden:
Waarde: veiligheid. Norm: maximaal 50 km/uur in de bebouwde kom.
Waarde: gezondheid. Norm: schiif van viif, gezond eten.
Waarde: properheid. Norm: afval in de container doen.
Het ui-model kan gebruikt worden als een manier van denken om via de zichtbare en tastbare zaken
van een cultuur erachter te komen wat de dieperliggende basisaannames (derde laag) in de
universele dilemma’s ziin.
3