Leerdoelen Taal en spraak 1 jaar 2
Schlichting Taalproductie-2 = een gestandaardiseerde test (COTAN+). De test bestaat uit het auditief
geheugen, Pseudowoordentest en de verhaaltest.
Pseudowoordentest (3;9 - 7;0 jaar), meet fonologische verwerkingsvaardigheden.
Meet niet het taalbegrip of de taalproductie.
Marker voor TOS?
Ja, 4-jarigen met TOS scoren slecht op de pseudowoordentest.
kan bijdragen aan differentiaaldiagnostiek blootstellingsachterstand of TOS bij meertaligheid.
Auditief geheugen (2;9 - 7;0 jaar), het auditief geheugen meet het fonologisch werkgeheugen.
Zowel kinderen met een TOS als kinderen met een cognitieve achterstand, scoren laag.
Belangrijke leesvoorwaarde
Belangrijk bij taalbegrip en taalverwerking.
Verhaaltest (3;9 - 7;0 jaar), naverteltest die narratieve vaardigheden meet.
Meet combinatie van taalbegrip, taalproductie en pragmatiek.
Verhaal wordt door kind naverteld aan de hand van een plaatjesreeks.
Uitkomsten uit een studie over nonsenswoordenrepetitie en leesvaardigheid van kinderen met een
risico voor dyslexie en kinderen met een taalstoornis.
TOS groep behaalde laagste scores op de NWR-taak op leeftijd van 4;0 jaar.
Risico op dyslexie groep behaalde scores tussen TOS groep en controlegroep op leeftijd van 4;0 jaar.
NWR prestatie is voorloper en voorspeller van leesvaardigheid bij risico op dyslexiegroep.
Problemen met NWR zijn kenmerkend voor TOS ongeacht de leesvaardigheid van kind met TOS.
Schlichting test voor Taalbegrip = is een diagnostiek instruemnt en tevens een gestandaardiseerde
test (COTAN+).
Deze test is voor kinderen tussen de 2;0 en 7;0 jaar, bij wie een achterstand in de ontwikkeling van
het taalbegrip vermoed wordt. De Schlichting taalbegrip kijkt in hoeverre een kind gesproken zinnen
begrijpt, het meet dus eigenlijk het niveau van de taalbegripsontwikkeling van Nederlandssprekende
kinderen. Dit onderzoek bekijkt de volgende vaardigheden van het kind: het interpreteren van de
intonatie, woordvolgorde, vervoegingen, verbuigingen en functiewoorden. Maar ook het plaatsen van
het gehoorde in een talige en sociale context, waarbij gebruik gemaakt wordt van kennis van de
wereld. De Schlichting test taalbegrip kan gebruikt worden voor individuele diagnostiek: vaststellen
van aanwezigheid van receptieve taalontwikkelingsstoornissen met het oog op behandeling, aanvraag
van leerlinggebonden financiering, doorverwijzing naar het speciaal onderwijs (cluster 2) of
wetenschappelijk onderzoek. Ook is de test te gebruiken als evaluatiemateriaal, hiermee kan je het
effect van de gegeven therapie meten.
De Schlichting taalbegrip bevat zeven secties, A t/m G. Deze secties samen omvatten
ongeveer 85 items. De secties lopen op zowel qua aantal woorden dat met elkaar in verband moet
worden gebracht, in de zinslengte, alsook in complexiteit van het te leggen verband.
De test meet de volgende taalaspecten: syntaxis, semantiek en morfologie.
CELF-4 (Clinical Evaluation of Language Fundamentals) Gestandaardiseerde test (COTAN+ behalve
voor 16+).
Het doel van deze test is een diagnose en evaluatie opstellen van de taalproblemen die het kind
heeft. De werkwijze verschilt per subtest (benoemen, nazeggen, plaatjes aanwijzen, vertellen, vragen
en beantwoorden enz.). De normgroep zijn Vlaamse en Nederlandse kinderen in de leeftijd van 5-16
jaar (ook allochtone kinderen en kinderen het uit speciaal onderwijs). Bijzonder aan deze test is dat
het bestaat uit 16 subtest en 2 vragenlijsten, het onderzoek wordt gedaan op vier niveaus.
Niveau 1: Is er een taalprobleem?
Op basis van de vier meest discriminerende subtests (kerntests) wordt de kernscore verkregen. Per
leeftijd is dit een verschillende set bijvoorbeeld: bij 5-8 jaar gaat het om begrippen en aanwijzingen
volgen, woordstructuur, zinnen herhalen en zinnen formuleren.
Niveau 2: Op welk gebied?
Receptieve Taal Index (2 of 3 subtests)
Expressieve Taal Index (4 of 5 subtests)
Taalinhoud Index (4 subtests)
Taalvorm Index (3 of 4 subtests)
Werkgeheugen Index (2 subtests)
Niveau 3: Problemen op andere gebieden?
,Voorbeelden van subtests
Cijfers herhalen (CH), voor kinderen tussen de 5;0 en 18;0. Het test de auditieve vaardigheden /
werkgeheugen.
Snel benoemen
Woordassociaties
Niveau 4: Beperking en participatieproblemen?
vragenlijsten
Pragmatieklijst
Observatieschaal
16 subtest en 2 vragenlijsten
1. Begrippen en Aanwijzingen Volgen semantiek; receptief
2. Woordstructuur Morfologie; productief
3. Zinnen Herhalen Syntaxis, morfologie; productief
4. Zinnen Formuleren Syntaxis; receptief & productief
5. Woordcategorieen 1 & 2 Semantiek; receptief &
productief
6. Zinnen begrijpen Syntaxis; receptief
7. Actieve woordenschat Semantiek: woordenschat;
productief
8. Definities van woorden Semantiek; productief
9. Tekstbegrip Semantiek; receptief
10. Zinnen samenstellen Syntaxis, morfologie,
semantiek; productief
11. Semantische relaties Semantiek; receptief
12. Fonologisch bewustzijn Fonologie; productief
13. Woordassociaties Semantiek; productief
14. Cijfers Herhalen Auditieve vaardigheden/verbaal
geheugen; productief
15. Reeksen opsommen Auditieve vaardigheden/
verbaal geheugen/ semantiek;
productief
16. Snel benoemen Semantiek/werkgeheugen;
productief
17. Pragmatieklijst Pragmatiek; receptief &
productief
18. Observatieschaal Pragmatiek; receptief &
productief
,Celf Preschool-2-NL
Is bedoeld voor kinderen tussen de 3;0 en 6;11 jaar. Het test de volgende aspecten fonologie/
fonetiek, semantiek, syntaxis, morfologie en pragmatiek. Het is bedoeld voor hetidentificeren van TOS
bij kinderen van 3;0 tot en met 6;0 jaar en is ontwikkeld als een uitbreiding van de CELF-4. Het
beoordelingsproces verloopt nagenoeg hetzelfde als die van de CELF-4, namelijk: Nagaan of er
sprake is van een TOS (kernscore); beschrijving van de aard van de TOS (indexscore); beoordeling
van vroege schoolvaardigheden en ontluikende geletterdheid en beoordeling van taal en
communicatie in de context.
TAK-BB diagnostische test tevens gestandaardiseerd (COTAN-)
De Taaltoets Alle Kinderen - Bovenbouw (TAK-BB) is bedoeld om inzicht te verschaffen in de sociale
en grammaticale taalvaardigheden in het Nederlands van autochtone en allochtone kinderen in groep
5 tot en met 8 van het basisonderwijs. Deze test meet de volgende taalaspecten mondelinge en
schriftelijke (lezen, schrijven) taalvaardigheden op woord-, zins- en tekstniveau. De TAK-BB is
genormeerd voor autochtone en allochtone Nederlandse en mediterrane kinderen uit groep vijf tot en
met acht van het basisonderwijs.
Op basis van het scoreboek kan vastgesteld worden hoe groot de Nederlandse woordenschat
van het kind is, welke aspecten van de zins- en tekststructuur hij beheerst en welke niet. Daarnaast
kunnen de toetsscores vergeleken worden met de eentalige autochtone Nederlandse normgroep uit
groep 5, 6, 7 en 8 van het basisonderwijs in termen van hoog, boven gemiddeld, onder gemiddeld,
laag en zeer laag. Daarnaast kunnen de toetsscores vergeleken worden met tweetalige allochtone
klasgenoten in termen van laag, gemiddeld en hoog.
Er zijn geen gegevens bekend over de betrouwbaarheid en validiteit van de TAK-BB. Er is
wel onderzoek naar gedaan, maar de gegevens van de uitwerking van het normerings- en
valideringsonderzoek zijn apart uitgegeven en staan niet in de handleiding vermeld.
De TAK-BB heeft verschillende deeltaken, te weten: Definitietaak, zinsvormingtaak,
leeswoordenschattaak, zinsleestak, tekstleestaak 1 & 2 en de schrijftaak 1 & 2.
Tak Onderbouw
Taaltoets Alle Kinderen. Doel = inzicht verschaffen in mondeling vaardigheid in het Nederlands van
kinderren van 4;0 tot 9;0 jaar, dan vooral op school. Het bestaat uit 10 subtests, deze zijn los van
elkaar af te nemen. De beoordeling wordt aan de hand van de CITO-score A=E gedaan. Deze test is
overigens wel verouders en wordt steeds minder gebruikt.
Peabody Picture Vocabulary Test (PPVT-3-NL) gestandaardiseerde test (COTAN+)
De test is bedoeld voor kinderen en volwassenen in de leeftijd van 2;3 t/m 90 jaar met Nederlands als
eerste taal. Voor deze onderzoeksgroep is de test genormeerd. De PPVT-III-NL is geschikt voor
doelgroepen in de gezondheidszorg zoals moeilijk te testen kinderen, kinderen en jongeren met
specifieke taalontwikkelingsstoornissen, afatici, dementerenden, doelgroepen in het kader van
onderwijs en uitzonderlijke doelgroepen zoals doven, personen met (spraak-) motorische problemen
of personen met een verstandelijke beperking. Ook kan de PPVT-III-NL afgenomen worden bij
personen met Nederlands als tweede taalverwerving (Dunn et al., 2005).Wanneer de PPVT-III-NL
gebruikt wordt bij de andere doelgroepen dan waarvoor het diagnostiekinstrument is genormeerd,
dient er rekening gehouden te worden met de interpretaties van de onderzoeksresultaten.
Doelstelling = het testen van receptieve kennis van de woordenschat en het taalaspect die
daarbij getest wordt is de woordenschat (semantiek); begrip van gesproken woorden.
, Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) gestandaardiseerde test (COTAN+)
Deze test is bedoeld voor kinderen van 4;0 tot 7;0 jaar. De NPT kan worden afgenomen bij kinderen
van het reguliere basisonderwijs. De NPT is niet genormeerd voor kinderen op het SBO (Atsma et al.,
2007). In de handleiding van de NPT wordt een toelichting gegeven voor het gebruik bij Vlaamse
kinderen, kinderen met ESM, autistische kinderen (ASS) en kinderen met een licht mentale handicap
(Embrechts et al, 2005; Atsma et al., 2007). De NPT is geschikt om kinderen die niet expliciet bij de
normgroep horen te onderzoeken. Wanneer de NPT gebruikt wordt bij andere doelgroepen dan
waarvoor het diagnostiekinstrument genormeerd is, dient er rekening gehouden te worden met de
interpretaties van de onderzoeksresultaten.
Het toetsen van de productieve pragmatische vaardigheden bij kinderen om hen met
taalgebruikproblemen adequaat te diagnosticeren. Het afnemen van de NPT wordt aanbevolen als
een aanvullend onderzoek naar de pragmatiek, alleen een lijst met stellingen door de docenten laten
invullen is niet genoeg (Embrechts et al., 2005). De uiteindelijke testscore en de scores op de
bijbehorende vragenlijsten kunnen een aanknopingspunt zijn voor behandeling of voor verder
onderzoek.
Het taalaspect dat bij deze test getest wordt is de pragmatische ontwikkeling
(Communicatieve functies, Conversatievaardigheden en Verhaalopbouw).
CCC-2-NL (Children’s Communication Checklist) Observatie instrument/ screeningsinstrument
(COTAN+).
Dit instrument is ontwikkeld voor kinderen van 4 tot 15 jaar, die in tenminste drie woorduitingen
kunnen spreken. Het screeningsinstrument doet onderzoek naar de communicatieve vaardigheden
van een kind. Deze checklist is in te vullen door ouders/ verzorger. De normen zijn gebaseerd op het
regulier onderwijs en eentalige gezinnen. De CCC-2-NL heeft de volgende doelen,
Screenen van kinderen met mogelijke spraaktaalproblemen.
Identificeren van pragmatische problemen bij kinderen met communicatieproblemen.
Assisteren in het identificeren van kinderen die voor ASS onderzocht moeten worden.
CCC-2-NL wordt veel gebruikt voor onderbouwing van mate van communicatieve redzaamheid. De
CCC-2-NL bestaat uit de volgende onderdelen:
Spraakperceptie F. Stereotiepe taal
Syntax G. Gebruik van de context
Semantiek H. Niet verbale communicatie
Coherentie I. Sociale relaties
Ongepaste initiatie J. Interesse
Uit de CCC-2-NL komen drie verschillende scores voort, namelijk de Algemene Communicatie Score
(ACS), Pragmatiek score en de Sociale Interactie Score (SIS)
ACS = A t/m H opgeteld (mate van afwijkende communicatie).
Pragmatiekscore = E t/m H opgesteld (mate van afwijkende pragmatiek).
SIS = (E + H + I + J) - (A t/m D) (verschil score)
Mogelijke uitkomsten zeggen het volgende:
SIS alleen interpreteren als ACS-score boven 104 ligt.
Hoge ACS in combinatie met een hoge SIS is indicatief voor ASS.
Lage negatieve SIS = structurele taalproblemen.
Daarnaast nog het volgende:
Voor kinderen ouder dan 12 jaar en geen vermoeden van taalstoornis is de CCC-2-NL niet geschikt.
Gebruik van CCC-2-NL alleen is nooit voldoende om goed inzicht te krijgen in taalproblematiek.
Gebruik lijst als aanknopingspunt voor verder onderzoek of voor onderbouwing communicatieve
redzaamheid.