Onderzoeksdesign en steekproeven
De student is in staat de verschillende categorieen van klinische vragen te beschrijven, aan te
geven welk onderzoeksdesign het meest geschikt is voor het beantwoorden van een bepaalde
klinische vraag. De student kan beschrijven wat primaire en secundaire studies zijn en kan hier
voorbeelden van geven.
De student is in staat de kenmerken van de meest gebruikte onderzoeksdesigns te beschrijven
en kan aangeven welk designs een hoger of lager risico op bias hebben (levels of evidence).
Hoofdstuk 2.4, 3.1 t/m 3.3 en hoofdstuk 5 uit leerboek "Onderzoek in de gezondheidszorg (Bakker &
van Buuren)".
Variabelen: de waarde van begrippen kan per persoon verschillen.
Voorbeelden van variabelen: sekse, leeftijd, lengte, gewicht, cholesterolgehalte, pijnscore, aantal
astma aanvallen, en ernst van decubitus.
Onderzoeksvragen bijbehorende bij de beschrijving! van het onderzoek hebben meestal maar 1
variabele. Bv. Hoe vaak komt een astma aanval (variabele) gemiddeld voor bij kinderen in Nederland.
Alle overige vragen hebben 2 variabelen.
Bv. wat is de relatie tussen de hoeveelheid lichaamsbeweging (variabele) en de gevoeligheid voor
depressies (variabele) onder adolescenten?
Afhankelijke variabele (uitkomstvariabele) : de variabele die afhankelijk is van de andere variabele
Bv. zoals hierboven, de gevoeligheid voor depressie is de afhankelijk van de lichaamsbeweging
Onafhankelijke variabele (oorzaakvariabele) : variabele die niet afhankelijk is van andere variabele
Twee soorten variabelen kunnen de onderzoeksresultaten vertekenen
Confounders of ‘verstorende variabelen’: dit zijn variabelen die samen hangen met de afhankelijke
en onafhankelijke variabele, zonder het verband tussen de 2 te beïnvloeden.
Bv. bij het voorbeeld hierboven, leeftijd, leeftijd beïnvloed de depressie en beweging, oudere
adolescenten bewegen minder en hierdoor grotere kans op depressie.
Bijv. boek blz. 175 voorbeeld 11.5
Effectmodificatoren of modererende variabelen: beïnvloed het verband dat je onderzoekt, er treedt
interactie op (en veranderd zo de relatie) tussen de onafhanelijke variabele en de effectmodificator.
Bv. bij voorbeeld hierboven, als de relatie tussen de hoeveelheid lichaamsbeweging en de
gevoeligheid voor depressie anders is voor jongens dan voor meisjes, is sekse een effectmodificator
of modererende variabele (aangeboren, netzoals erfelijke belasting, boek blz. 175 voorbeeld 11.6)
Meest gebruikte onderzoek indelen in de gezondheidszorg:
- Indelingen op basis van het doel dat je met het onderzoek wilt bereiken
- Indelingen op basis van het soort gegevens dat je verzamelt
- Indelingen op basis van het tijdpad van je onderzoek
- Indeling op basis van het onderzoeksdesign
,De 1e indeling is gebaseerd op het doel wat je met het onderzoek wilt bereiken:
- Definiërend onderzoek, waarbij je de bepalende kenmerken van het onderwerp aangeeft
- Beschrijvend onderzoek, waarin je de eigenschapen van het onderwerp in kaart brengt
- Vergelijkend onderzoek, waarbij je verschillen tussen twee of meerdere groepen, situaties of
instrumenten onderzoekt
- Verklarend onderzoek, dat zich richt op oorzaken van gevonden verschillen of verbanden
(causaal verband ?!)
- Voorspellend onderzoek, waarmee je de gevolgen van het onderwerp bekijkt
- Evaluerend onderzoek, dat het effect van een bepaalde interventie of maatregel evalueert
- Voorschrijvend onderzoek, dat bedoeld is om maatregelen of richtlijnen op te stellen
- Explorerend onderzoek, waarbij je op zoek gaat naar verbanden of verklaringen (je weet nog
vrijwel niks)
- Toetsend onderzoek, waarbij je een theorie of verwachtingen (hypothese) wilt toetsen of
het effect van een bepaalde interventie of maatregel onderzoekt
De 2e indeling is gebaseerd op het soort gegevens dat je verzamelt:
- Kwalitatief onderzoek, hierbij gaat het om gegevens over de beleving, ervaringen of
verwachtingen van de proefpersonen. Je gaat diep in op het onderwerp. Vaak vind dit
onderzoek plaats in de omgeving van de proefpersoon (naturalistisch onderzoek). Gegevens
worden verzameld met interviews, observaties en focusgroepsdiscussies. Aantal
proefpersonen is laag, omdat resultaten uitgebreid en gedetailleerd beschreven zijn.
- Kwantitatief onderzoek, uitkomsten makkelijk in cijfers uit te drukken. (bloeddruk,
spierkracht, lichaamsgewicht, aantal verwijzingen, prevalentie cijfers enz.) aantal
proefpersonen hoger omdat gebruikt word gemaakt van vragenlijsten, dit neemt minder tijd
in beslag. Naast vragen lijst medisch dossier eventueel aangevuld met metingen aan het
lichaam. (fitness test, motoriek test, evenwichtstest)
de 3e indeling is gebaseerd op basis van het tijdpad:
- Dwarsdoorsnedeonderzoek, als er binnen het onderzoek sprake is van slechts één
meetmoment. (transversaal onderzoek of cross sectioneel onderzoek). Alle gegevens
verzamel je op hetzelfde moment. Bv. vragenlijst onderzoekt of verband is tussen
lichaamsgewicht en attitude t.a.v. gezonde voeding.
- Longitudinaal onderzoek, de periode van dataverzameling bevat meerdere meetmomenten.
Je volgt de proefpersonen en meet variabelen op verschillende tijdstippen. (follow-up
onderzoek). Bv. een onderzoek naar relatie tussen eten van snacks op school en ontwikkelen
van obesitas op jongvolwassen leeftijd.
Longitudinaal onderzoek kan je weer opdelen in prospectief en retrospectief onderzoek:
- Prospectief onderzoek, kijkt vooruit in de tijd. De uitkomst moet bij de start van het
onderzoek nog optreden. Bv. invloed aantal minuten trainen per dag op het
uithoudingsvermogen van revalidatie patiënten.
- Retrospectief onderzoek, uitkomst is al opgetreden. Je kijkt terug in de tijd welke variabelen
op de uitkomst van invloed waren. Bv. het verschil in leeftijd waarop men begon te roken
tussen rokende longkankerpatiënten en gezonde rokende leeftijdgenoten.
, De 4e indeling is gebaseerd op basis van onderzoekdesign:
Onderzoekdesign (zoek opzet, onderzoek ontwerp, onderzoeksstrategie of onderzoek schema) kan
experimenteel of observationeel zijn:
- Experimenteel onderzoek, veranderd de onderzoeker bewust iets in de onderzoeksgroep:
de interventie.
- Observationeel onderzoek, beperkt de onderzoeker zich tot het verrichten van
waarnemingen en metingen; er word niet ingegrepen.
Sociale wetenschap worden vaak hele andere indelingen van onderzoek gehanteerd:
Enquête, veldonderzoek, bureauonderzoek, panelononderzoek, face-to-face onderzoek
Bij experimenteel onderzoek kiest de onderzoeker bewust voor een interventie. Hierbij deel je de
groep op in 2 op basis van toeval; de experimentele groep (interventiegroep) en de controlegroep.
Een van de belangrijkste kenmerken van experimenteel onderzoek is randomisatie. (aselecte
toewijzing). (RCT)
Double blind randomized controlled trails: (RCT) onderzoek is geblindeerd voor zowel de
onderzoeker als voor de proefpersonen. Bv. placebomedicijn dat exact op het te onderzoeken
medicijn lijkt, kan de toewijzing zowel voor de onderzoeker als voor de patiënt onbekend blijven.
Enkelblind: degene die de uitkomst meet is onbekend tot welke groep de proefpersoon hoort. Ook
kan het voor de organisator of deelnemer onbekend zijn. (enkel)
Door blinderen kun je alle invloeden die niet aan de interventie zelf zijn toe te schrijven, uitsluiten. Je
voorkomt dat onderzoekers of proefpersonen – bewust of onbewust – de onderzoeksresultaten
beïnvloeden.
Quasi-experiment
Hierbij ga je uit van bestaande groepen, de randomisatie ontbreekt. Minder controle mogelijk dan bij
experiment omdat groepen niet op toeval zijn toegewezen. Grotere kans op vertekend beeld.
Voorbeeld in boek blz 56 interventie plan 2 fysio praktijken, 2 verschillende behandelaars
Pre-experiment (natuurlijk experiment)
geen enkele of slechts 1 vergelijking. Het is nooit te zeggen of een eventuele verandering toe te
schrijven is aan de interventie of dat deze spontaan ook was opgetreden. (er is geen controle groep)
Voorbeeld blz. 56 boek Orgaandonor
Explorerend onderzoek ; er is nog weinig tot niets bekend van een onderwerp, je gaat het probleem
in kaart brengen (beschrijven) en exploreren welke mogelijke verklaringen en verbanden er zijn (ook
in verband met kwalitatief onderzoek)
Kwalitatief onderzoek (hypothese genererend onderzoek, anamnese)
Toetsend onderzoek, is er een samenhang(correlatie) tussen twee factoren, is er een mogelijke
oorzakelijke(causale) relatie tussen twee factoren
Kwantitatief onderzoek (hypothese toetsend onderzoek) (meestal zoeken in database)
Om relatie tussen twee factoren te kwantificeren heb je twee soorten onderzoek (onderzoeksdesign)
Experimentele onderzoeksdesign, onderzoeker heeft invloed op de ‘interventie’ die patiënten
krijgen
RCT ; randomized controlled trial
Experimenteel onderzoek, *2 behandelgroepen (experimentele en controle groep)