Het Gezin Centraal - Arjan Bolt
1 Intensieve gezinsbegeleiding
Intensieve Gezinsbegeleiding (IGB) biedt hulp bij het opvoeden door gezinnen in hun
woonomgeving te bezoeken. IGB kan het enige hulpaanbod zijn in een gezin (ambulant) of
aangeboden worden in combinatie met plaatsing in een centrum voor dag- of residentiële
hulpverlening. Als gezinnen gebruik maken van meerdere vormen wordt er gesproken over
een hulptraject. Gezinnen kunnen zich via Bureau Jeugdzorg aanmelden. IGB wordt
geïndiceerd als korte ambulante begeleiding door Bureau Jeugdzorg onvoldoende is. Naast
zaken die direct te maken hebben met opvoeding, kan ook aandacht besteed worden aan
andere omstandigheden die het dagelijks leven voor het gezin moeilijk maken, zoals school,
relaties of individuele problemen. Het uiteindelijke doel is het vergroten van empowerment.
De hulpvragen hebben betrekking op minstens één (maar bij complexe problemen
meerdere) van de volgende vier gebieden:
1. De opvoeding (omgaan met gedrag, verbeteren vaardigheden + interactie gezin)
2. Functioneren van (een van) de ouders (samenwerking, omgaan problematiek)
3. Gedragsproblemen kind (hanteren probleemgedrag/stoornissen)
4. Omstandigheden rond gezin en in sociale netwerk die dagelijks van invloed zijn
Hoewel IGB breed inzetbaar is, zijn er enkele contra-indicaties (reden om niet toe te
passen). Gezinnen die in een acute crisis terecht zijn gekomen, hebben bijvoorbeeld een
meer intensieve vorm van hulp nodig, zoals Families First. FF is een zeer intensieve,
kortdurende (4-6 weken) en competentiegerichte vorm van gezinsbegeleiding die als doel
heeft uithuisplaatsing te voorkomen. FF en IGB worden vaak samen aangeboden.
IGB kan in complexe situaties alleen succesvol zijn als het samen met andere vormen van
hulp wordt aangeboden bij andere problemen, zoals verslaving bij een ouder of kind,
psychiatrische problematiek, zwakbegaafdheid en ernstige traumatische situaties.
Naast de opvoeding heeft IGB betrekking op de volgende gebieden:
- gedragsverandering bij een kind of de kinderen
- verbetering van opvoedingsvaardigheden van de ouders
- verbetering van communicatie in het gezin
- verbetering van de samenwerking van (ex-)partners en opvoeders
- benutten van steun uit eigen netwerk
De methodiek Gezin Centraal is gebouwd op een fundament van twee pijlers.
- Vraaggerichtheid: cliënten hebben regie over eigen leven
- Gezinsgericht: cliënt is onderdeel van systeem. Meervoudige betrokkenheid is
hierbij belangrijk: begrip hebben voor de positie, belangen en opvattingen van alle
betrokkenen. Deze term is geïntroduceerd door Nagy (contextuele benadering). Biedt
hulp die aansluit bij de leefwereld van cliënten en verbeter de positieve, door de
cliënten gewenste, vormen van interactie.
Kenmerken van vraaggerichtheid:
1. De hulpvraag centraal
2. Samenwerking en dialoog (cliënt en hulpverlener gelijkwaardig)
3. Twee soorten deskundigheid (cliënt en hulpverlener gedeelde verantwoordelijkheid)
4. Participatie en de cliënt als regisseur (cliënt bepaald over hulpverleningsproces)
5. Vraaggerichte basisattitude (respect, bescheidenheid, openheid, samenwerkingsgericht)
6. Empowerment van de cliënt als ervaringsdeskundige (sterke krachten benutten)
, 7. Vraaggerichtheid als organisatiecultuur (vroeger: aanbodgericht)
2 De theorie
De methodiek Gezin Centraal zou in één zin samengevat kunnen worden als 'De IGB'er
werkt oplossingsgericht met gezinnen.' Er zijn meerdere theorieën van toepassing op de
methodiek, die in dit hoofdstuk worden uitgelegd.
# De oplossingsgerichte benadering is ontstaan in het begin van de jaren tachtig en onder
andere ontwikkeld door Steve de Shazer, Insoo Kim Berg en hun collega's. Zij waren
ontevreden over de bestaande therapievormen en door onderzoeken en experimenteren
kwamen ze tot de oplossingsgerichte benadering, een therapie die op veel punten afwijkt van
andere methodieken.
Belangrijke uitgangspunten: - Concentratie op oplossingen, niet op problemen
- Cliënt is in staat zelf oplossingen te bedenken
- Altijd sprake van veranderingen die als kansen benut worden
- Herhaling geslaagde gedragingen vormt basis vn verandering
Het is de bedoeling dat de cliënt uiteindelijk zelf oplossingsgericht gaat denken. Deze
oplossingen worden opgebouwd uit krachten, kwaliteiten en vaardigheden die de cliënt bij
zichzelf en bij zijn omgeving ontdekt. Als hulpverener moet je deze krachten opsporen,
benadrukken en versterken. Dit wordt gedaan aan de hand van gebeurtenissen die als
succesvol ervaren worden (uitzonderingen op het probleem). Hierbij horen drie regels:
1. Als iets niet stuk is, repareer het dan niet (verander niet wat goed gaat, maar benadruk)
2. Als je weet wat werkt, doe het dan vaker (versterk zaken die goed gaan)
3. Als het niet werkt, doe het dan niet nog een keer. Doe eens iets nieuws.
De oplossingsgerichte hulpverlener volgt in zijn werkwijze het proces van het construeren
van oplossingen: 1. Beschrijven van het probleem
2. Ontwikkelen van duidelijk geformuleerde doelen
3. Exploreren van uitzonderingen
4. Feedback
5. Evaluatie van de vooruitgang
Een andere techniek die een oplossingsgerichte hulpverlener steeds gebruikt, is de acht
stappendans. Deze techniek wordt dans genoemd, omdat de acht stappen niet in een
bepaalde volgorde afgelegd hoeven worden. Zo kan je op bepaalde stappen terugkomen en
is het bijvoorbeeld belangrijk om na iedere stap weer te complimenteren.
1. contact leggen
2. context verhelderen
3. doelen stellen
4. uitzonderingen zoeken
5. differentiëren
6. toekomtsprojecties
7. complimenteren
8. krachten opsporen
# Systeemtheorie
Vroeger lag het accent op het behandelen van het individu en het opsporen van zijn
'pathologie'. Vanaf de jaren vijftig ontstond meer aandacht voor de context van een cliënt.
Tegenwoordig worden personen die de meeste invloed hebben op het gedrag van de cliënt
vaak mee behandeld. De focus ligt nu op de interactie tussen individuen. Voor het begrijpen
van systemen zijn vier concepten van belang:
1. Homeostase (evenwicht, er is balans nodig om gezinsidentiteit te behouden)