Juridische onderzoeksvaardigheden
H1 – Onderzoek; theorie en achtergronden
Het belang van (goed) onderzoek
Onderzoek: kennis verzamelen om op die manier problemen of vraagstukken op te lossen. Voor de
praktijkgerichte jurist is onderzoek van belang omdat dit gericht is op het verzamelen, analyseren en
toepassen van kennis.
Aanleiding praktijkgericht juridisch onderzoek: probleem of vraagstuk waar men in de
beroepspraktijk tegenaan loopt. Onderzoek dat alleen op de theorie gericht is: fundamenteel
onderzoek.
1.2 Praktijkgericht juridisch onderzoek
Heeft een praktijkprobleem als aanleiding. Het doel is het oplossen van dit praktijkprobleem. Een
deel van dit onderzoek wordt meestal in de praktijk gedaan. Methodes als dossieronderzoek,
interviewen, enquêteren zullen hierbij een rol spelen (empirische methode). Maar ook de
traditionele juridische onderzoeksmethodes van rechtsbronnen en literatuuronderzoek zijn van
toepassing.
Resultaat van dit onderzoek: onderzoeks- of adviesrapport. Praktijkgericht juridisch onderzoek is te
omschrijven als het juridische onderzoek dat zowel in zijn aanleiding en doelstelling als in zijn wijze
van uitvoering georiënteerd is op het juridische werkveld. Bijkomend kenmerk: de mogelijkheid van
multidisciplinariteit: aspecten van organisatie- en communicatiekunde en kennismanagement komen
aan bod.
De resultaten van dit onderzoek moeten een waarde zijn voor het werkveld en een bijdrage kunnen
leveren aan het onderwijs.
1.3 Academisch juridisch onderzoek
Standaardvorm: proefschrift, dissertatie, boeken, artikelen, annotaties en commentaren bij wetten.
Aanleiding: juridische ontwikkeling of onduidelijkheid; vakmatige interesse. Het doel is om een
bijdrage te leveren aan de rechtswetenschap (juridische theorievorming). Methode: rechtsbronnen
en literatuuronderzoek. Resultaat van deze vorm van onderzoek: wetenschappelijke publicaties;
generalistisch. De uitkomsten zijn algemeen van aard.
1.4 Indeling van de wetenschappen; rechtsgeleerdheid als sociale
wetenschap
Er kan een indeling gemaakt worden van:
natuurwetenschappen (o.a. natuurkunde, biologie, scheikunde) - richten zich op bestudering
van de natuurlijke werkelijkheid en de formulering van natuurwetten.
Geesteswetenschappen (o.a. geschiedenis, talen, filosofie) - houden zich bezig met de
voortbrengselen van de menselijke geest)
Sociale wetenschappen (o.a. sociologie, economie, rechtswetenschap) - zijn de onderdelen
van de wetenschap die zich toespitsen op de bestudering van de mens in zijn sociale
omgeving.
Binnen de sociale wetenschappen is nog een tweedeling:
1. Maatschappijwetenschappen: richten zich op de maatschappij in haar geheel (sociologie,
rechtswetenschap, economie)
2. Gedragswetenschappen: richten zich op de individuele mens ( psychologie, pedagogiek en
criminologie)
Onderzoeken binnen de sociale wetenschap zijn vaak grootschalig, empirisch en kwantitatief van
aard. Deze vorm van onderzoek brengt kenmerkende vraagstukken met zich mee, zoals de
, representativiteit van de te onderzoeken groep, de juiste en efficiënte analyse van de verzamelde
data en de betrouwbaarheid van de getrokken conclusies.
De rechtswetenschap (rechtsgeleerdheid), heeft binnen de sociale wetenschap een eigen positie.
Hier is niet in de eerste plaats het gedrag van de sociale mens onderwerp van juridisch onderzoek.
Juridisch onderzoek is eerder gericht op vragen over de betekenis van het rechtssysteem, in de
context van een bepaalde sociale situatie. Rechtsbronnen- en literatuuronderzoek spelen een relatief
voorname rol bij juridisch onderzoek.
1.5 Kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Kwalitatief: richt zich op de kwaliteit van een onderzoeksonderwerp. Zuiver kwalitatief onderzoek:
wordt niks gemeten of cijfermatig in kaart gebracht, zoals bij kwantitatief onderzoek wel gebeurt.
Kwantitatief: gericht op kwantiteiten, zoals hoeveelheid, aantal, omvang en frequentie (meten is
weten). Onderzoek levert cijfermatige resultaten op die vaak in tabellen, grafieken of percentages
kunnen worden weergegeven. De groep die wordt onderzocht mag hierbij niet te klein zijn, de groep
is vaak zo groot dat het vaak door meerdere onderzoekers met behulp van moderne, softwarematige
hulpmiddelen wordt uitgevoerd.
Praktijkgericht juridisch onderzoek kwalitatief van aard met kwantitatieve aspecten. Voorafgaand
aan een juridisch onderzoek zal niet een bewuste keuze worden gemaakt tussen kwantitatief of
kwalitatief onderzoek, dit omdat beide moeiteloos naast elkaar kunnen worden gehanteerd. Wel
moet de jurist zich bewust zijn dat voor het doen van een representatief en grootschalig onderzoek
vaak aanvullende kennis en kunde nodig is.
1.6 Empirisch onderzoek en statistiek
Het woord empirie= ervaring of bevinding. Onderzoek waarbij kennis wordt verzameld door
waarnemingen in de praktijk noem je ook wel empirisch onderzoek. Vaak werkt zo’n onderzoeker
met een hypothese (algemene vooronderstelling), maar dit is niet noodzakelijk. Het eigenlijke
empirisch onderzoek is vervolgens gericht om gegevens te verzamelen die zullen uitwijzen of de door
de onderzoekers geformuleerde hypothese juist is. Empirisch onderzoek noem je ook wel
vooronderzoek. Vaak gebeurt dit doormiddel van experimenten. Andere methoden die meer door
juristen worden gehanteerd: observatie, dossieronderzoek, interview. Literatuur- en
rechtsbronnenonderzoek zijn meer gericht op bestudering van de theorie en daarom minder geschikt
voor empirisch onderzoek.
Statistiek = de wetenschappelijke methode die dienst voor het verzamelen, bewerken, analyseren en
presenteren van, in de eerste plaats, kwantitatieve gegevens. Statistiek is wiskundig van karakter en
heeft als doel: geldige conclusies trekken op basis van een omvangrijke hoeveelheid
onderzoeksgegevens. Ook voor praktijkgericht juridisch onderzoek kan dit handig zijn. De
aangewezen methode hiervoor: online enquête. Het is vaak niet te doen om alle betrokkenen in het
onderzoek te betrekken en daarom wordt er vaak een steekproef gehouden. De aselecte steekproef
is als meest betrouwbaar aan te merken (partijen worden willekeurig geselecteerd). Als de
kwantitatieve gegevens zijn verzameld moeten deze worden verwerkt en geanalyseerd met een
programma (SPSS is meest gebruikte programma).
1.7 Fasering van het onderzoek
Voor een onderzoek kan een onderzoeks-model houvast bieden. Dit helpt om meer overzicht te
krijgen.
De voorbereiding van het onderzoek
Hier wordt de basis gelegd voor het onderzoek, zonder goede voorbereiding is de kans groot dat de
uitkomst geen zinnige bijdrage gaat leveren aan de oplossing van het eigenlijke probleem. De