Geschiedenis heeft twee betekenissen, wat gebeurt is en wat er over geschreven is. Histografie is
geschiedenis in de tweede graad.
1 Historisch bewustzijn
Historisch bewustzijn kan gezien worden als een universele eigenschap, omdat we alle in zekere zin
historicus zijn. We weten dat we situaties niet kunnen begrijpen zonder de context van het verleden.
Alle samenlevingen hebben een collectief geheugen. Historisch bewustzijn is anders dan collectief
geheugen, omdat het collectief geheugen hetzelfde falen kent als een normaal geheugen.
Geschiedenis probeert een zo breed mogelijk geheugen op te bouwen, zonder zich te laten beperken
door wat nu relevant is.
1. Collectief geheugen: het creëren van een door zichzelf geïdentificeerde groep.
Als een samenleving een zelfde interpretatie van gebeurtenissen en ervaringen heeft kan er sprake
zijn van groepsvorming(collective identify). Zonder een bewustzijn van een gezamenlijk verleden zou
het moeilijker zijn loyaal te zijn aan een abstractie( bv. Feminisme). Collectief geheugen dient vaak
het verklaren/rechtvaardigen van het verleden, ten koste van historische accuraatheid. Dit gebeurt
duidelijker in landen waar men minder kan terug vallen op documentatie. Individueel kan niet
bestaan zonder bewustzijn, zo kan het collectief ook niet zonder.
2. Collectief geheugen: Onderdrukking uit het verleden
Collectief geheugen kan ook gebruikt worden om een gevoel van repressie te waarborgen. Vaak gaat
het om een specifieke groep die beweert dat een andere groep in bv. Een natie dat gedeelte van het
verleden vergeten/negeren. Vaak wordt dit gebruikt om effectief politiek een groep te mobiliseren.
1.2 Historicisme, het bevrijden van het verleden van het heden
Het verleden bestuderen op zichzelf. De stroming ontstond rond de 19 e eeuw in Duitsland en
verspreidde zich snel. Het verleden is autonoom en om dingen te begrijpen kan alleen geschiedenis
gebruikt worden.
1. Kijken door de ogen van het verleden
Historicisme is een facet van de romantiek(1800). Ranke wilde niet alleen de gebeurtenissen uit het
verleden reconstrueren maar ook de bij behorende atmosfeer en mentaliteit. Carlyle ging nog verder
in het proberen in iemands schoenen te staan. Ranke vond dat geschiedenis los van politiek moest
staan.
2. Het anders-zijn van het verleden.
Historisch bewustzijn volgens historicisme bestaat uit drie dingen. Eén daarvan is het herkennen dat
dingen veranderen. Niet alleen verandert de materialen waarvan dingen gemaakt zijn, maar ook de
mentaliteit. Anachronisme is dus een doodzonde voor een historicus volgens historisme. Het
verleden is anders, maar niet in alles. Periodiseren is een manier van het meten hoe anders het
verleden is.
3. Anders-zijn in context
Historici proberen verder te gaan dan het herkennen van het anders-zijn van het verleden, ze
proberen het ook te verklaren. Om iets te verklaren is context nodig. Hierdoor wordt een gebeurtenis
niet persee minder schokkend, maar wel uit te leggen.
4. De historische continuïteit.
Historisch progressie is de relatie tussen gebeurtenissen in het verleden over de tijd, wat de
gebeurtenissen belangrijker maakt dan als ze in isolatie geïnterpreteerd werden. Alles in onze wereld
is het product van het verleden.
1.3 Is professioneel historicisme in tegenspraak met populair collectief geheugen?
Drie eigenschappen van het collectief geheugen hebben een vervormend effect op het verleden en
zijn daarom in tegenspraak met professioneel historicisme.
1. Het vervormende effect van traditie
Traditie heeft de aanname dat wat in het verleden is gedaan, ook nu gedaan moet worden. Dit leidt
tot het houden van traditie waar niks historisch aan is.
, 2. De uitgevonden(gemaakte) traditie van het nationalisme
Landen zijn het product van geschiedenis en betekende daarom verschillende dingen op
verschillende momenten. In de 19e eeuw was er een grote behoefte aan ‘nation building’. Dit werd
gedaan door een traditie in het leven te roepen die de moraal kon onderhouden en andere Europese
landen onder de indruk kon laten zijn. Nationalisme rust op traditie, in plaats van op een
interpretatie van de geschiedenis. Het onderdrukt verschil en verandering.
1.4 Nostalgie, geschiedenis als verlies
Traditionalisme ontkent het bestaan van verandering in de geschiedenis. Nostalgie gaat wel van een
verandering uit maar dan van een verandering van het goede naar het verkeerde. Dit komt vaak voor
in snel veranderende maatschappijen(bv romantiek ten opzichte van industrialisatie) Door nostalgie
wordt het verleden simpeler en beter dan het heden door het verwijderen van negatieve elementen
in het verleden.
1.5 Het verleden ‘wegsturen’, geschiedenis als vooruitgang.
Hierdoor wordt het verleden genegeerd of in een slecht daglicht gezien en wordt gedacht dat alle
verandering altijd positief is. Tegenovergestelde van nostalgie.
1.6 Het uitdagen van de conventionele versie
Het startpunt van populaire kennis over het verleden zijn de vereiste van nu, het startpunt van het
historicisme is het recreëren van het verleden. Een belangrijke taak van historici is het verbeteren
van misinterpretaties van het verleden door de samenleving, hier maken historici zichzelf niet
populair mee.
1. De overlap tussen geschiedenis en collectief geheugen
Er is overlap, maar toch zijn de verschillen belangrijk.
2. Het gebruik van geschiedenis
Wat kunnen we leren van de geschiedenis? En hoe sociaal relevant?
2.1 Metahistorie, historie als een lange termijn ontwikkeling
Historie vertelt ons het meeste van wat we moeten weten over de toekomst. Daardoor is er sprake
van een historisch pad van de mensheid door de tijd. Daarvoor is een schematische interpretatie van
de geschiedenis nodig, Metahistorie. Voorbeelden zijn: de verlichting of het middeleeuws christelijk
denken.
2.1.1 De weigering van de historie
Er kan niks geleerd worden van de geschiedenis. Hier zijn twee vormen van:
1. verdediging tegen totalitaire systemen. Populair tijdens koude oorlog, alles is contigent.
2. Een toewijding aan de moderniteit. Het totaal breken met het verleden, bijvoorbeeld de Franse
revolutie. Volgens Tosh ligt de waarheid ergens in het midden.
2.2. Het gebruik van geschiedenis, een uitvinding van alternatieve
De historie is een geheugenbank over welke opties er zijn om te doen in een bepaalde situatie.
Ook kan er gekeken worden in de geschiedenis hoe dingen anders kunnen.
2.2.1 Lessen van het bekende
De geschiedenis is een mix van bekende en onbekende dingen. Daardoor kunnen we onderscheid
maken tussen wat blijft en wat voorbij gaat.
2.2.3 Het onder ogen zien van pijn: historie als een therapie
Vaak worden trauma’s uit het verleden collectief vergeten. Publiekelijk erkennen van een trauma
zorgt voor collectieve psychologische effecten.
, 2.3 Het begrijpen van gedrag in zijn context
Het begrijpen van het geheel, zorgt voor ook voor een vorm van begrijpen van delen van het geheel.
Hierdoor kunnen ook dingen in het nu beter in context geplaats worden.
2.3.1 Herhaalt de geschiedenis zich
Geschiedenis herhaalt zich niet, door het anders zijn van het verleden. Hierdoor kunnen historici
minder goed dingen voorspellen. Wel dingen leren over voorwaarde voor iets, maar niet het zelf
kunnen voorspellen.
2.4 De weg vooruit: historie en sequentiële voorspellingen
Door processen in het verleden te zien(a+b=c) kunnen voorspellingen gemaakt worden over de
toekomst. Deze processen moeten wel historisch getest worden. Soms kan het proces ook langer in
beslag neme.
2.4.1 Twijfelen aan aannames
Het belangrijkste aan in processen denken is het bieden van een alternatief voor de aannames over
sociale identiteiten. Het doel van geschiedenis is het bieden van een echt verleden in plaats van een
mythische aan landen volken en rassen.
2.4.2 Het uitdagen van de notie van ‘biologisch’
Wanneer er veranderingen ontstaan binnen sociale overeenkomsten, duiden we vaak dat bepaalde
afspraken er altijd al is geweest. Het zou fundamenteel of biologisch zijn. In het bijzonder is dit waar
als het gaat over geslacht.
2.5 Historie voor zijn eigen zaak
Voor de Rankeaanse revolutie werd geloofd door historici dat historisch onderwijs een training gaf
aan burgers en staatsmannen. Na Ranke stelde men dat geschiedenis bestudeerd zou moeten
worden voor zijn eigen zaak, en dat dat centraal staat in het historicisme. Men moet uitkijken dat
historie niet gebruikt wordt of beïnvloed wordt door politiek. Door geschiedenis voor zijn eigen zaak
werd er ook meer moeite gestoken in het recreëren van alle facetten van het verleden. Daardoor kan
praktische historische uitleg gegeven worden.
2.5.1 De weigering van zijn relevantie
Het is mogelijk historische uitleg na te jagen, zonder te stellen dat het invloed heeft op het nu, of dat
we die kunnen kennen. Deze houding leidt tot conservatisme, mensen die historie bestuderen
hebben vaker een afkeer van het nu. Toch kunnen praktische doelen behaald worden zonder de
standaard van de wetenschap op te geven.
2.5.2 Relevante velden voor historische studie
Historici moeten streven naar het waar zijn naar het verleden, de vraag is alleen welk verleden.
Nieuwe gebieden voor historici die hun relevantie claimen kunnen snel beïnvloed worden door
ideologieën. De dingend die we nu belangrijk vinden zouden wel de vragen maar niet de antwoorden
moeten bepalen van wetenschappelijk historisch onderzoek. Historici moeten geschiedenis schrijven
omdat mensen dat nodig hebben en ze dan maar een beter een correcte geschiedenis kunnen horen
dan een niet kloppende.
2.5.3 De noodzaak van eigentijdse geschiedenis
Contemporary history, de geschiedenis binnen een levend geheugen, zou niet onderzocht kunnen
worden doordat historici te dicht bij de gebeurtenissen staan en veel archiefbestanden nog
verzekerd zijn vanwege privacy en nationale veiligheids redenen. Toch zouden historici zo goed als
mogelijk het moeten bestuderen. Dit omdat recente gebeurtenissen een nog grotere invloed hebben
op het sociaal geheugen.
2.6 Een cultureel onderwerp of een van sociale wetenschap?
Traditioneel wordt geschiedenis als 1 van de humanities gezien. Humanities draait om het geen wat
de mens heeft gedaan en gedacht te onderzoeken omdat het een intrinsieke waarden heeft. Op het
moment dat het praktisch nut van geschiedenis wordt benadrukt, wordt vaak voor sociale
geschiedenis gekozen. Dit gaat vooral over het studeren van de invloed van omgeving op de mens.
Tosh stelt zelf dat het praktische belangrijk is in geschiedenis maar dat geschiedenis niet in een
vakgebied geplaatst kan worden, het hoort in beide thuis. Geschiedenis traint de hersenen, vergroot