Contractenrecht
Blok l. Totstandkoming van de overeenkomst
Hoorcollege 1
Wat is een verbintenis?
Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking
Tussen twee of meer personen
Op grond waarvan de één een recht heeft op prestatie
Waartoe de ander verplicht is die te verrichten
Open systeem van verbintenissen: HR Quint/Te Poel -> ‘’indien de wet geen regeling voor het geval kent moet er
een oplossing worden gezocht die past in het stelsel van de wet en die aansluit bij wel in de wet geregelde
gevallen’’
Obligatoire overeenkomst
Rechtshandeling
Opgebouwd uit wil en verklaring (in beginsel vormvrij, art. 3:37 lid 1 BW)
Twee overeenstemmende wilsverklaringen doen overeenkomst ontstaan (art. 3:33 BW)
Verbintenisscheppend karakter van de overeenkomst
Grondbeginselen contractenrecht:
Contractsvrijheid: het staat partijen vrij om overeenkomsten te sluiten met wie zijn wensen, met inhoud
welke zij wensen, en op het moment dat zij wensen
Consensualisme (vormvrijheid): verklaringen kunnen in iedere vorm geschieden
Verbindende kracht (pacta sunt servanda): overeenkomst heeft de door partijen overeengekomen
rechtsgevolgen (art. 6:248 lid 1 BW)
Aanbod en aanvaarding
Art. 6:217 BW: welke elementen moet een aanbod bevatten?
Art. 6:227 BW: bepaalbaarheidsvereiste
o Betekent niet dat de inhoud van verbintenissen steeds vast moet staan, het is slechts nodig dat
de inhoud kan worden bepaald aan de hand van tevoren vastgesteld criteria of dat de inhoud
voortvloeit uit een bepaalde gewoonte in het handelsverkeer tussen partijen
Art. 3:37 lid 3 BW: wat is een rechtsgeldige aanvaarding?
o Een vormvrije wilsverklaring van de wederpartij dat zij het aanbod aanvaardt en die de persoon
tot wie zij is gericht heeft bereikt
o HR Centavos/Stichting Nieuwehuis: uitleg omtrent aanvaardingstheorieën (ontvangst-, uitings-,
verzend- en vernemingstheorie)
Wilsvertrouwensleer
Art. 3:33 BW: wilsverklaringen
Wat als wil en verklaring uiteenlopen (verschrijving, verspreking: oneigenlijke dwaling)?
Gevolg? Er komt geen overeenkomst tot stand: wilsontbreken
Tenzij gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW)
o Onderzoeksplicht wederpartij (art. 3:11 BW)
Elektronisch contracteren
In beginsel niet anders, regels aanbod en aanvaarding van toepassing
Nadere vereisten aan internettransacties: art. 6:227a-c BW
Koop op afstand:
Implementatie Europeesrechtelijke dienstenrichtlijn (art. 6:230a-z BW)
Specifieke informatieplichten aanbieder (art. 6:230m BW)
Bedenktijd 14 dagen (art. 6:230o BW)
, o Herroepingsrecht zonder opgaaf van redenen
o Schriftelijke of mondelinge verklaring
o Uitzonderingen: art. 6:230p BW
Wanneer is uitleg aan de orde?
De in een overeenkomst opgenomen tekst is onduidelijk
Een in de overeenkomst opgenomen bepaling is voor meerdere uitleg vatbaar (HR Bunde/Erckens)
Partijen menen dat, hoewel de tekst duidelijk is, zij iets anders bedoeld hebben
De overeenkomst kan meerder rechtsgevolgen hebben
Welke handvatten biedt het recht?
BW: geen specifieke regeling voor uitleg, wel incidentele bepalingen:
Art. 6:231 jo. 6:238 lid 2, tweede zin, BW (contra proferentem regel -> als in de algemene voorwaarden
een beding staat dat onduidelijk is of voor meerder uitleg vatbaar is, dan beslist dat artikel dat dat beding
in het nadeel wordt uitgelegd van degene die de voorwaarde heeft opgesteld)
Art. 6:248 BW, redelijkheid en billijkheid
Art. 3:35 BW, gerechtvaardigd vertrouwen
Wilsvertrouwensleer en totstandkoming: art. 3:33 en 3:35 BW
Wilsvertrouwensleer en de inhoud van de overeenkomst
HR Bunde/Erckens: uitleg als verlengende van de wilsvertrouwensleer
o Gerechtvaardigd vertrouwen centraal (art. 3:11, 3:35 BW)
HR Haviltex
o Een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract is onvoldoende om de
verhoudingen van partijen te bepalen en een leemte aan te vullen
o Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs over en weer
aan deze bepalingen mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten
verwachten
o Relevante omstandigheden zijn o.m. de maatschappelijke kring waartoe partijen behoren, de
rechtskennis van partijen kan worden verwacht, eventuele juridische bijstand, mate van
gedetailleerdheid van de overeenkomst, gedrag van partijen, etc.
o Positie van derden
Relativiteitsbeginsel (contracten gelden alleen tussen de partijen die met elkaar hebben
gecontracteerd) en partijautonomie (zelf kiezen met wie en waarover je een contract mag
sluiten)
Derden die geen partij zijn bij de overeenkomst kunnen er wel rechten aan ontlenen
CAO-norm
CAO-norm
HR Pensioenfonds DSM/Fox: taalkundige uitleg wordt belangrijker in situaties met derden. Bestaansgrond is de
derdenberscherming en de noodzaak van een eenvormige uitleg voor partijen.
HR FNV/Condor: uitzondering op de CAO-norm. Derdenbescherming geeft hier aanleiding om te gaan haviltexen.
HR Lundiform/Mexx
Modezaak Mexx gaat op 27 november 2007 een schriftelijke overeenkomst aan met interieurleverancier
Lundiform tot levering van ‘hardware’ voor winkels die Mexx in 2008 beoogt te openen. 17 juli 2008 deelt Mexx
aan Lundiform mee de overeenkomst niet te willen verlengen na 30 september 2008. Lundiform klaagt dat Mexx
daarmee in strijd handelt met een contractuele garantie tot afname van de door haar ingekochte/geproduceerde
‘hardware’. Commerciële verhouding: sterke nadruk op taalkundige uitleg, maar nog steeds Haviltex-criterium
leidend.
Werkcollege 1
De precontractuele fase
,De fase begint met een aanbod of met een uitnodiging om in onderhandeling te treden. De fase eindigt doordat
partijen een overeenkomst aangaan, zonder het bij sluiten van een overeenkomst de onderhandelingen definitief
te beëindigen. Sinds HR Baris/Riezenkamp gaat men er algemeen vanuit dat de precontractuele fase niet door de
ongeschreven zorgvuldigheidsnorm van art. 6:162, maar door de (strengere eisen) van redelijkheid en billijkheid
wordt geregeerd. Partijen kunnen bij voorafgaande overeenkomst om zelf regels voor de precontractuele fase
regelen (een voorovereenkomst).
Met betrekking tot hetgeen waarover reeds overeenstemming bereikt is, kan een rompovereenkomst bestaan.
Daarvoor zijn twee dingen nodig:
Bepaalbaarheidsvereiste: de punten waarover partijen het eens zijn moeten met behulp van de wet,
gewoonte, redelijkheid en billijkheid de leemten van de overeenkomst in kunnen vullen
Partijen mogen elkaars verklaringen en gedragingen zo begrijpen, dat zij aan het tot dan toe bereikte
onderhandelingsresultaat reeds gebonden zijn
Breekt een van de partijen, na totstandkoming van de rompovereenkomst, de onderhandelingen nog op de laatst
overgebleven punten af, dan kan de ander in rechte nakoming van het overeengekomen vorderen.
HR Plas/Valburg: er zijn drie stadia van onderhandelen. Wanneer mag je nog afbreken?
1. Afbreken staat vrij: iedereen is vrij om zelf te beslissen met wie men een overeenkomst aan gaat
2. Afbreken is nog toegestaan, maar niet zonder dat men bepaalde door de wederpartij gemaakte kosten
voor zijn rekening neemt
- Negatief contractsbelang: je gaat uit van de situatie dat je nooit in onderhandeling bent getreden
- Gemiste kansen van derden komen ook voor vergoeding in aanmerking
3. Partij is niet langer vrij om de onderhandelingen nog af te breken. Dit is in strijd met de redelijkheid en
billijkheid
- Positief contractsbelang: je gaat uit van de situatie dat de overeenkomst wel tot stand is gekomen
- Gemaakte kosten én gederfde winst komen voor vergoeding in aanmerking
- Rechter kan partijen aansporen een dooronderhandelingsplicht op te stellen
- Wederpartij mocht vertrouwen dat enigerlei contract in ieder geval uit de onderhandelingen zou
resulteren
HR CBB/JPO: betekend de omstandigheid dat de wederpartij heeft kunnen vertrouwen dat enigerlei contract in
ieder geval uit de onderhandelingen zou resulteren steeds dat afbreken van de onderhandelingen ongeoorloofd
is? Van belang is in hoeverre de afbrekende partij aan het ontstaan van het vertrouwen heeft bijgedragen.
Gerechtvaardigde belangen van de afbrekende partij spelen een rol. In beginsel mogen partijen altijd afbreken,
tenzij dit echt on aanvaardbaar is door gerechtvaardigd vertrouwen. Contractsvrijheid staat dus voorop.
Rechtsgevolgen van de overeenkomst ten aanzien van partijen
Verbintenisscheppende overeenkomst (art. 6:248 e.v. BW)
Hetgeen door partijen is overeengekomen, moge het hart van de contractuele rechtsverhouding zijn
Consensualisme: ook buiten hetgeen zij schriftelijk hebben uitgedrukt, kunnen partijen iets
overeengekomen zijn waardoor hetgeen op schrift gesteld is een hele andere betekenis krijgt
Wie een overeenkomst sluit doet meer dan zijn keuzevrijheid uitoefenen; hij richt zich tot een ander en
wekt bepaalde verwachtingen (gerechtvaardigd vertrouwen)
Uitleg dient aan de hand van de wilsvertrouwensleer te geschieden
Het gaat erom wat partijen in de gegeven omstandigheden uit elkaar verklaringen en gedragingen mogen
afleiden (Haviltex)
Derden hebben doorgaans geen inzicht in hetgeen zich tussen partijen heeft afgespeeld; zij gaan af op de
objectieve maatstaven uit de akte, eventueel beroepen op bescherming van art. 3:36 BW
Naar aanleiding van de overeenkomst vloeien ook rechtsgevolgen voort uit, ze regelen wat partijen
ongeregeld hebben gelaten:
o De wet: aanvullend recht en in enkele situaties dwingend recht
o Gewoonterecht
o Redelijkheid en billijkheid
Werkcollege 2
, Algemene voorwaarden zijn gestandaardiseerde bedingen, die in het kader van de sluiting van een overeenkomst
door de ene partij (de gebruiker) aan de andere partij worden voorgelegd om in de tot stand te brengen
overeenkomst te worden opgenomen.
Gebruik van algemene voorwaarden kan misbruik veroorzaken en daarom is er gekozen voor een wettelijk
stempel. Er is een complete afdeling aan gewijd (afd. 6.5.3)
Voor de rechterlijke controle op de inhoud van algemene voorwaarden (art. 6:233 sub a BW)
Een zo groot mogelijke rechtszekerheid bieden (art. 6:232 BW)
Regels stimuleren overleg tussen de belanghebbenden
Van toepassing op alle obligatoire overeenkomsten, met uitzondering van arbeidsovereenkomsten en
collectieve arbeidsovereenkomsten (art. 6:245 BW)
Regels van dwingend recht
Art. 6:231 BW
Algemene voorwaarden zijn een of meer bedingen
Bestemmingscriterium: voorwaarden moeten bestemd zijn voor meermalig gebruik; bedingen moeten
zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen
Uitsluiting kernbedingen: afspraken zonder welke de overeenkomst bij gebreke aan voldoende
bepaalbaarheid niet geldig tot stand zou komen. Prestaties zijn de essentiële punten van de
overeenkomst; bij gebreke aan voldoende bepaalbaarheid komt de overeenkomst niet geldig tot stand
Gebruiker AV: degene die die de algemene voorwaarden in een overeenkomst gebruikt (sub b)
Wederpartij: degene die door ondertekening van een geschrift of op andere wijze de gelding van
algemene voorwaarden heeft aanvaard (sub c)
Totstandkoming en uitleg
Aanbod: gebruiker moet ter gelegenheid van de contractssluiting zijn wederpartij op enigerlei wijze moet
aangeven dat hij de AV van de overeenkomst wenst te zien
Aanvaarding: wederpartij brengt daartoe haar wil tot uitdrukking
Bij de uitleg van de algemeen voorwaarden kan niet worden volstaan met de taalkundige uitleg
Het komt aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan bepalingen mochten toekennen en
hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltexen)
Aantasting van de algemene voorwaarden
Nietig/vernietigbaar op grond van art. 3:40 BW
Vernietigingsgrond uit art. 6:233 BW
Sub a: indien het beding onredelijk bezwarend is voor de wederpartij (materieel)
Gezichtspunten die kunnen helpen bij oordeelsvorming:
o Aard en verdere inhoud van de overeenkomst
o Wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen
o Wederzijds kenbare belangen van partijen
o Overige omstandigheden van het geval
Lijsten werken alleen tussen een gebruiker en wederpartij als natuurlijk persoon (de consument), die niet
handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (1)
Zwarte lijst (art. 6:236 BW): bedingen die door de wet als onredelijk bezwarend worden aangemerkt;
geen tegenbewijs mogelijk. Valt uiteen in drie rubrieken:
o Bedingen die de wederpartij rechten en bevoegdheden ontnemen (sub a-g)
o Bedingen die de gebruiker rechten of bevoegdheden toekennen (sub h-j)
o Bedingen van diverse aard (sub k-s)
Grijze lijst (art. 6:237 BW): bedingen die vermoed worden onredelijk bezwarend te zijn. Het woord
vermoed laat ruimte voor de gebruiker van AV om tegenbewijs te leveren. Ook drie rubrieken:
o Bedingen die de wederpartij rechten en bevoegdheden ontnemen (sub a-h)
o Bedingen die de gebruiker rechten of bevoegdheden toekennen (sub i-j)