Dit is een samenvatting (met uitgewerkte leerdoelen!) van de hoofdstukken 1 t/m 4 van Boeije. Dit is de stof die vereist is voor het tentamen van het kwalitatieve spoor van MTS4 2019.
Leerdoelen Hoofdstuk 1
1. Noem de noodzakelijke voorbereidingen voordat je start met wetenschappelijk
onderzoek
Je moet goed nadenken en je zelf vragen stellen zoals:
-Welke stappen zullen er genomen moeten worden?
-welke theorieen staat centraal?
-Hoe gaan we data verzamelen?
-Welke methode ga ik gebruiken (kwali of kwanti)?
Het onderzoek moet namelijk het volgende hebben:
-theorethische basis
-systematische procedure
-methoden en technieken die geaccepteerd zijn
-Het moet beoordeelbaar/navolgbaar/repliceerbeer zijn
Zonder dat de onderzoeksvraag niet in theorie gegrond is of op een systematische manier tot
stand is gekomen, is er geen sprake van wetencshappelijk onderzoek. Twee soorten
onderzoek: fundamenteel onderzoek en praktijkgericht onderzoek. Kwalitatief onderzoek kan
beiden zijn.
2. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek kunnen onderscheiden
Hetzelfde onderwerp kan onderzocht worden op verschillende manieren. Daarom is het
onderscheid tussen kwali en kwanti zo belangrijk.
Kwantitatief Kwalitatief
Literatuur gebruikt voor deductie en Literatuur gebruikt voor sensitizing
hypotheses concepts/belangrijke focuspunten
variabelen Semigestructureerde
dataverzamelingsinstrumenten
Grote steekproef Kleinere, representatieve doelgroep
Werken met cijfers Werken met thema’s die voortkomen uit
interviews
Lineair onderzoeksproces Non-lineair onderzoeksproces
verklarend beschrijvend
Individuen een belangrijke rol in het
vormen van de sociale realiteit. Daarom
constructivistische benadering nodig.
3. De rol van theorie in deductief en inductieve benaderingen van onderzoek
Verschil in rol theorie: bij kwanti wordt er (meestal!) deductieve manier gebruikt en bij kwali
een inductieve (meestal!) manier.
4. Definieren wat bedoeld wordt met paradigma
De keuze voor kwali of kwanti hangt af van het paradigma dat iemand heeft. Deze
reflecteren iemands sociale realiteit en de basis van hun kennis. Bij kennis wordt er
onderscheid gemaakt tussen epistemologie en ontologie. Zo is er een contstructivistisch en
een interpretivistisch paradigma.
, 5. Weten welke paradigmatische zaken kwalitatieve onderzoekers het meestal over
eens zijn
De onderzoekers komen vaak niet buiten hun eigen paradigma. Om dit te overkomen kan je
het onderzoek laten zitten of proberen om mixed method onderzoek te doen. Er is een hele
tijd een strijd tussen paradigma’s geweest, kwanti had vaak de overhand. Door mixed
methods is deze strijd minder geworden. Welke methode gebruikt wordt verschilt ook vaak
per land of per studie.
Onderzoekers zijn het vaak eens over constructivisme en interpretivisme, maar er is ook een
hoop diversiteit. Bijvoorbeeld in of men vooral kijkt naar taal (conversatieanalyse) in
onderzoek of naar bijvoorbeeld ervaringen in het echte leven (etnografie).
6. De basis en doelen van grounded theory benadering kunnen uiteenzetten
Glaser en Strauss vormden de GT benadering. Ze wilden empirisch onderzoek met een
onderzoeksbenadering combineren en daarom was hun boek een polemiek. Het is een
polemiek in de sociale wetenschappen omdat: -kwantitatief onderzoek was in hun tijd
dominant en dit maakte onderzoek volgens G en S los van alledaagse realiteit en betekenis.
Mensen kan je volgens hen niet zomaar in cijfertjes vatten.
-etnografisch onderzoek was volgens G en S te beschrijvend en niet verklarend genoeg en
daarom was er een andere benadering nodig.
In GT staat data centraal, wordt deze data vaak gecodeerd (tot er saturatie is bereikt). Het
doel is vooral om een nieuwe theorie te vormen op een systematische manier.
7. Kwalitatief onderzoek kunnen definiëren en uitweiden over haar drie belangrijke
onderdelen
Er zijn een hoop verschillende definities van kwalitatief onderzoek zoals (die vaak ten
onrechte worden gebruikt om hetzelfde te zeggen): interpretatief onderzoek, naturalistisch
onderzoek, constructivistisch onderzoek, etnografisch onderzoek, intensief onderzoek,
veldwerk, participatief onderzoek en participanten observatie.
In Boeije wordt de volgende definitie gebruikt:
“Het doel van kwali onderzoek is om sociale fenomenen te beschrijven en begrijpen op de
manier waarop mensen deze sociale fenomenen beschrijven en begrijpen. De
onderzoeksvragen worden bestudeerd door flexibele methoden, die contact met de
betrokken mensen mogelijk maakt, en die nodig is om te begrijpen wat er speelt in het veld.
The methodes produceren rijke, beschrijvende data die geinterpreteerd moet worden door
het identificeren en coderen van themas en categorieen die leiden tot uitkomsten die kunnen
bijdragen aan theoretische en praktische kennis.”
Er zijn dus drie kernelementen in de definitie: zoeken naar betekenis, flexibele methodes
gebruiken die contact mogelijkmaken en kwalitiatieve uitkomsten generen.
Zoeken naar betekenis: op zoek gaan naar wat mensen eigenlijk zeggen. Interpretatie van de
sociale realiteit (die dus ook een interpretatie is) van mensen. Denk aan het Thomas-
theorama. Onderzoekers moeten rekeningen houden met het feit dat sociale realiteit niet
alleen bepaald wordt door mensen zelf, maar ook door instituties (die de gangbare manier
om te denken over bijvoorbeeld abortus voorschrijven).
Flexibele methodes gebruiken die contact mogelijk maken:
, Omdat er vaak inductie wordt gebruikt, is flexibiliteit wel nodig, omdat de data die
gegenereerd zal worden niet vaststaat. Analyse vindt gedurende het hele proces plaats en
niet alleen aan het einde.
Kwalitatieve uitkomsten:
De onderzoeker wil beschrijven wat er gebeurt. Niet alleen maar ruwe data beschrijven,
maar deze ook interpreteren in bijvoorbeeld verschillende lagen (is er een mediator?) van
een conceptueel model en ook macro en micro datauitkomsten met elkaar vergelijken. Dat
versterkt het nut van het onderzoek voor de praktijk.
8. De stappen van het kwalitatieve onderzoeksproces kunnen reproduceren en data in
dit proces kunnen plaatsen
Begrippen
fundamenteel onderzoek: het doel is kennisvergaring
Praktijkgericht onderzoek: het doel is om kennis te gebruiken om een praktijkprobleem op te
lossen
Variabele: in kwantitatief onderzoek gebruikt om de relaties tussen interessante kenmerken
te duiden
Theorie: een poging om een sociaal fenomeen te beschrijven, begrijpen en te verklaren.
Deductie: theorie is het beginpunt voor het vormen van hypotheses die getoetst worden in
onderzoek. De uitkomsten zeggen iets over de theorie die getest werd. Theorie als startpunt.
Inductie: een sociaal fenomeen wordt onderzocht om empirische patronen te vinden die de
basis kunnen vormen voor een theorie. Theorie als eindpunt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bloose. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.