Handboek jeugdhulpverlening: een orthopedagogisch
perspectief op kinderen en jongeren met problemen
Hoofdstuk 11: Vluchtelingenkinderen en -jongeren
Vluchtelingenkinderen en-jongeren: een situering
Steeds vaker komen hulpverleners en praktijkwerkers in contact met jonge vluchtelingen, kinderen en
jongeren die alleen of met hun gezin vanuit hun land van herkomst naar Europa gevlucht zijn. Deze
vluchtelingenkinderen en -jongeren vormen een nieuwe, bijzondere doelgroep binnen de
jeugdhulpverlening.
Vluchtelingenkinderen en -jongeren komen in federale gesloten open opvangcentra, opvangcentra van
het Rode Kruis en particuliere opvanginitiatieven. Een derde deel komt hier in gezinsverband wonen,
maar er komt ook een deel zonder ouders of voogd. Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen die geen
asiel aanvragen, kunnen terecht in voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.
Steeds meer raken hulpverleners betrokken bij deze doelgroep binnen de jeugdzorg. Hun complexe, vaak
traumatische migratieverhaal en differentiële culturele achtergrond stellen hen voor heel wat vragen.
Gedwongen migratie: een traumatische cluster stressoren
Gedwongen migratie verwijst naar het proces waarin personen hun land van herkomst onvrijwillig
moeten verlaten door situaties van oorlog, uitbuiting, politieke vervolging, extreme armoede of intra
familiale problemen en conflict, waarbij de oorzaken van gedwongen migratie vaak complex verweven
zijn. Echter, deze omschrijving omvat allesbehalve een omvattend beeld van het gehele migratieproces.
Gedwongen migratie is een langdurig proces van traumatische stressoren, veelvuldige verliezen en
diepgaande transities. We omschrijven deze complexe cluster vanuit een dubbel perspectief: een
chronologisch perspectief en een psychosociaal perspectief.
1. Chronologisch perspectief: fasen van gedwongen migratieproces.
- De periode voor de vlucht (preflight).
Destabilisatie van de politieke en sociale context in het land van herkomst
Contexten van geweld, zoals burgeroorlog, genocide, politieke vervolging en
marteling.
Levensbedreigende armoede en deprivatie als gevolg van extreme socio-
economische ongelijkheid of milieurampen.
Het sociale netwerk en de culturele gemeenschap verbrokkelt door politieke of
economische instabiliteit of door familiale problemen en conflict.
- De vlucht zelf (flight).
Het verlies van de eigen thuis en het achterlaten van familie, vrienden en
bezittingen (geschieden worden van ouders of andere zorgverstrekkers).
Mensenhandel, (seksueel) misbruik en exploitatie.
Detentie in transitlanden.
Extreme deprivatie en levensbedreigende omstandigheden.
Vluchtelingenkamp: verkrachting en geweld.
- De periode na aankomst in het gastland (resettlement of postflight).
Afhankelijkheid van officiële instanties voor verblijfsvergunning en voorziening
in het eigen levensonderhoud.
Integratie: complex proces van acculturatie (het culturele veranderingsproces).
Onzekere zoektocht naar familieleden en pogingen tot gezinshereniging.
, - Terugkeer (return).
2. Psychosociaal perspectief: kernthema’s doorheen het gedwongen migratieproces.
- (Sociale) marginalisatie: analoge situaties van sociaal isolement (etnische minderheid).
- Traumatisering: de stressoren tijdens de drie opeenvolgende fasen van het gedwongen
migratieproces.
- Ontworteling: de vele verliezen die aan het migratieproces verbonden zijn (verlies van
familieleden, sociale netwerk, toekomstperspectieven, sociale status en materiële
bezittingen).
- Acculturatie: een plaats vinden in een nieuwe samenleving impliceert een langdurig
proces waarin men kennismaakt met vaak onbekende normen, terwijl ook een positie
dient gezocht te worden ten aanzien van de eigen culturele achtergrond.
- Separatie/heriniging: de langdurige fragmentatie van het gezin impliceert ambivalente
rouwprocessen waarin gezinsleden onzeker blijven over de toestand van de ander(en).
De impact van gedwongen migratie op de ontwikkeling van het psychosociaal functioneren van
vluchtelingenkinderen- en jongeren.
Bovenstaande maakt duidelijk dat een dergelijke chronische stresscontext een ernstig risico kan vormen
voor het psychosociaal welzijn van vluchtelingenkinderen en -jongeren.
Onderzoek toont een divers spectrum van gedrags- en emotionele problemen aan. Slaapproblemen,
nachtmerries, concentratieproblemen, teruggetrokken en lusteloos gedrag, eetproblemen, agressief
gedrag, psychosomatische klachten en hyperactief gedrag komen vaak voor.
In heel wat internationaal vluchtelingenonderzoek wordt de vraag naar de impact van gedwongen
migratie verder toegespitst op de vraag naar de prevalentie van psychische stoornissen. Het voorkomen
van DSM-symptomatologie wordt hier geïnventariseerd. Heel wat onderzoek richt zich op de vraag naar
de prevalentie van posttraumatische stressstoornis bij vluchtelingenkinderen en -jongeren. Binnen deze
DSM-stoornis staan drie groepen symptomen centraal:
- Intrusiesymptomen: flashbacks of nachtmerries waarin het vroegere trauma herbeleefd wordt.
- Vermijdingssymptomen: vermijdingsgedrag van aan het trauma geassocieerde prikkels of een
vermindering van e algemene responsiviteit.
- Hyperarousalsymptomen: verhoogde prikkelbaarheid die zich onder meer uit in conentratie- en
slaapstoornissen.
Naast PTSS vertonen vluchtelingenkinderen en -jongeren een hoge prevalentie van depressieve
stoornissen en angststoornissen. Opvallend is het hoge niveau van comorbiditeit en het chronische
karakter van symptomatisch functioneren in de populatie. Daarnaast worden leeftijdsspecifieke
gedragingen en psychosociale problemen gerapporteerd: concentratieproblemen, psychosomatische
klachten en herhalend naspelen van bedreigende gebeurtenissen. Bij adolescente vluchtelingen kan een
problematische identiteitsontwikkeling aanwezig zijn.
Kritieken op de dominante symptoombenadering in vluchtelingenonderzoek
We onderscheiden in de klinische en de onderzoeksliteratuur vier kritische perspectieven, waarbij de
volgende centrale karakteristieken van de dominante symptoombenadering geproblematiseerd worden.
1. Een monocausaal perspectief op trauma tijdens gedwongen migratie.
De dominante focus op de prevalentie van PTSS (psychisch lijden veroorzaakt door traumatische
levensgebeurtenissen) wordt steeds sterker in vraag gesteld. Studies documenteren het belang
van cumulatie van stressvolle levenservaringen in zowel pre- als postmigratiefase, waarbij de
pervasieve impact van stressoren in resettlement steeds sterker wordt gedocumenteerd. Deze
post-migratiestressoren verhinderen verwerking van traumatische ervaringen en versterken de
psychosociale gevolgen van pre-migratietrauma. De onderzoeksbevindingen duiden op het