Minor Voeding
Toetsplan
Toetsmatrijs MC-toets
Bijlagen 2, 3 en 4 beschrijven per module alle leerdoelen, in welke lessen de leerdoelen terugkomen en
in welke toets de leerdoelen worden getoetst.
,Toetsing
1) Portfolio ‘Je eigen voeding’ Module 1
Dit is een individuele opdracht.
Gedurende module 1 onderzoek je je eigen voedingsgedrag en daar maak je een verslag van, volgens een
aangeleverd format. Je beantwoordt hiervoor alle vragen en levert alle gevraagde bijlagen aan.
Dit portfolio is een belangrijke formatieve oefening als opstap naar module 2.
Het uiterlijke moment van inleveren is gepland voor de start van module 2, zie Toetsdata.
2) MC-toets Module 1, 2 en 3
Deze Multiple Choice-toets bevat 60 vragen wordt afgenomen in 75 minuten met behulp van het
computerprogramma TestVision. Studenten dienen zich bij binnenkomst eerst te registreren met hun
legitimatiebewijs en collegekaart. Met deze toets worden de leerdoelen van module 1, 2 en 3 van de
behandelde en bestudeerde stof getoetst. Welke leerdoelen dit zijn en op welk kennisniveau deze
worden getoetst vind je in de bijlagen 2, 3 en 4. De toetsmatrijs vind je in bijlage 8.
Voorbereiding
Je bestudeert de lesstof die staat opgegeven/beschreven in de lesbeschrijvingen van module 1, 2 en 3 en
de lesstof die is behandeld tijdens de hoor- en werkcolleges.
3) Begeleidingstraject Module 2
Dit is een individuele toets. Bij het Begeleidingstraject begeleid je gedurende een aantal weken een
gezond persoon uit een bepaalde doelgroep met verbeteringen in het voedingspatroon. Bijlage 7 geeft
nadere informatie over de inhoud van deze gesprekken. Gedurende heel module 2 werk je aan deze
toets -tijdens de colleges en thuis- en lever je wekelijks toetsonderdelen (verslagen volgens format,
audio-opnames) in, die samen tot een beoordeling leiden.
Ook zijn er 3 toetsdata gepland waarop voorwaardelijke onderdelen worden getoetst:
- Portfolio ‘Je eigen voeding’
- Peerassesment Intakeformulier
- Voedingsadviesgesprek
De toets wordt beoordeeld op voorwaardelijke en overige criteria:
Voorwaardelijke criteria:
- Er is een intakegesprek en er zijn drie vervolggesprekken gevoerd. Het ingevulde Intakeformulier
(compleet met bijlagen), de ingevulde Voortgangsrapportages en het ingevulde Eindverslag
(compleet met bijlagen) van alle gesprekken zijn ingeleverd.
- Van alle gevoerde gesprekken zijn de audio-opnamen ingeleverd.
- Het Portfolio ‘Je eigen voeding’ is compleet ingeleverd.
- Er is deelgenomen aan het toetsonderdeel Peerassessment Intakeformulier.
- Er is deelgenomen aan het toetsonderdeel Voedingsadviesgesprek.
Zie voor de overige criteria: bijlage 5
4) Presentatie Module 3
Dit is een groepstoets.
,Aan het eind van module 3 geef je een presentatie (van ongeveer 20 minuten) met een
interprofessioneel groepje over voedingsproblemen bij een bepaald ziektebeeld. Gedurende heel
module 3 werk je met je groepje aan deze toets, tijdens colleges en thuis. Wat er precies van je verwacht
wordt, komt bij de start van module 3 uitgebreid aan de orde. Zie ook bijlage 6.
In een werkcollege van module 2 maak je een keuze voor het ziektebeeld en worden groepjes gevormd.
Je bereidt je voor door de lessen van module 3 allemaal actief te volgen, inclusief voorbereiding en
uitwerking. Gedurende heel module 3 werk je in kleine interprofessionele groepjes toe naar de
Presentatie.
Voorwaardelijke criteria voor presentatie op de toetsdag:
Studiehandleiding Minor/Cursus Voeding
- Er is een interview gehouden met een patiënt uit de afgesproken patiëntcategorie.
- Van dit interview is de audio-opname ingeleverd in de inleverbox uiterlijk 24 uur vóór de
toetsdag, onder de titel: Audio toets Presentatie X YY (initiaal voornaam en achternaam van elk
groepslid).
- De presentatie (het filmpje of de Powerpoint) in uiterlijk 24 uur voor de toetsdag ingeleverd in
de inleverbox, onder de titel: Toets Presentatie X YY (initiaal voornaam en achternaam van elk
groepslid).
- Als niet tijdig en volledig aan de voorwaardelijke criteria is voldaan, kan op de toetsdag niet
worden gepresenteerd en levert de eerste toetskans een NVD op.
Overige criteria: zie Bijlage 6.
MET = Metabolic Equivalent of Task
• Energie bij inspanning versus rust
• De MET-waarde wordt uitgedrukt als de hoeveelheid verbrande kilocalorieën, per
lichaamsgewicht in kilo, per aantal uur.
,Ainsworth, B. E., Haskell, W. L., Whitt, M. C., Irwin, M. L., Swartz, A. M., Strath, S. J., … & Jacobs, D. R.
(2000). Compendium of physical activities: an update of activity codes and MET intensities. Medicine and
science in sports and exercise, 32(9; SUPP/1), S498-S504.
Energiebehoefte = ruststofwisseling x PAL-waarde
• PAL= Physical Activity Level
• Ruststofwisseling berekenen: Let op: gebruik de H&B van van Roza en Shizgal uit 1984!
https://nutritionalassessment.mumc.nl/energiegebruikberekenen
• Energiebehoefte inschatten via:
http://www.rekenvoorbeeld.nl/index.php?view=article&id= 21
Waarom meten lichaamssamenstelling?
Patiënt/cliënt gerelateerd:
• Overvoeding vaststellen
• Ondervoeding vaststellen
• Veranderingen lichaamssamenstelling monitoren
Zorgprofessional gerelateerd:
• Je resultaten/activiteiten uitdrukken in maat en getal
,Nederlandse normaalwaarden handknijpkracht N=1273
Wat zegt een handknijpkracht meting?
• Maximale knijpkracht van de hand geeft goede inschatting van perifere spierfunctie
• Maximale knijpkracht is gerelateerd aan de totale hoeveelheid spiermassa in het lichaam
• Afname van de spierkracht kan een teken zijn van spierafbraak
• Bij een verlies van 10% van de spiereiwitten zal tevens de spierkracht afnemen
Meten vetvrije massa en vetmassa meten met bio-elektrische impedantie analyse (BIA)
Achtergrond impedantiemetingen
• 2 compartimenten model: Het menselijk lichaam bestaat uit VVM en VM = totaalgewicht
• Gemiddelde hydratiegraad VVM: pasgeboren 80%, kinderen 10 jaar 75% en gezonde
volwassenen 73%
• VVM wordt berekend door meting TBW/0.732
• VM = gewicht - VVM Dus: alert op oedeem en uitdroging!
Antropometrie; betrouwbaar bepalen
• Gebruik van de weegschaal
• Lichaamsgewicht
• Lengte
• Buikomvang
BMI afkapwaarden
, Leerdoelen module 1
M1-2
1.1.3.2 Begrijpen M1-2. Licht de vormen, doelen en beperkingen van voedselconsumptie-onderzoek
a.d.h.v. de volgende anamnesemethodes toe: 24-uurs-navraag, dietary history met cross-check,
dagboekmethode.
Beperkingen:
Keuze hangt af van doel, mogelijkheden en motivatie van de persoon.
• Moeilijk om nauwkeurige informatie te krijgen
• Samenstelling van gerechten varieert sterk
• Personen zijn niet goed op de hoogte van de receptuur
• Veel producten moeilijk nauwkeurig aan te geven waar het om gaat
• Lastig om hoeveelheden goed vast te stellen
• Bewuste of onderbewuste over-/onderrapportage
• Methode kan voedingsgedrag beïnvloeden
24-uurs-navraag
• Doelen: ‘24-hour-recall’-methode: mondeling navragen wat de persoon de afgelopen 24 uur
geconsumeerd heeft.
• Beperkingen: Kan dingen vergeten zijn
Dietary history met cross-check
• Doelen: ‘Dietary history’-methode: mondeling navragen wat de persoon over het algemeen eet.
‘Cross-check’-methode: aanvulling met een dubbele controle m.b.v. een lijst met
voedingsmiddelen de anamnese te controleren en de gezinsinkoop nagaan.
• Beperkingen: Kan dingen vergeten zijn
Dagboekmethode
• Doelen: Aantal dagen schriftelijk laten noteren wat de persoon eet (door de week)
• Beperkingen: Mensen hebben geen zin om te schrijven, waardoor ze minder eten. Of ze vinden
het confronterend, waardoor ze niet alles goed opschrijven.
1.1.3.4 Begrijpen M1-2. Beschrijft de termen essentiële voedingsstof, energieleverende voedingsstof,
vitamines, mineralen, bioactieve stof, deficiëntie en latente deficiëntie, intoxicatie en toxische grens,
biologische beschikbaarheid van een voedingsstof, aanbevolen dagelijkse hoeveelheden
voedingsstoffen, adequate inneming, aanvaardbare bovengrens, aanvaardbare dagelijkse inneming
(ADI).
Essentiële Zijn onmisbaar voor de stofwisseling en kunnen niet (voldoende) door het
voedingsstof lichaam gemaakt worden; moet je innemen d.m.v. voeding; ca. 50, zoals eiwitten
(essentiële aminozuren), vetten (essentiële vetzuren), koolhydraten (glucose,
voedingsvezels), vitamines, mineralen, water
Energieleverende Koolhydraten, eiwitten, vetten, alcohol. Koolhydraten > directe
voedingsstof energielevering/glycogeenopslag in lever en spieren
Vitamines Organische stof; essentieel vanuit voeding; nodig in zeer kleine hoeveelheden
voor het goed functioneren van het lichaam