Voeding bij gezondheid en ziekte:
Hoofdstuk 1:
Factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een voedingspatroon en voedingsgedrag:
Omgevingsfactoren:
o Geografische en klimatologische: welk voedsel is van nature beschikbaar
o Technologische: uitgebreid door productie, bewerking, transport en opslag
o Economische en politieke: prijs wordt beïnvloed door overheid (EU- maatregelen van
landbouw en veeteelt en import en export)
Sociaal- culturele factoren:
o Cultureel: factoren die bepalen welk voedsel als eetbaar word beschouwd
o Sociaal: teken van gastvrijheid of dat je het kunt betalen
Persoonsgebonden factoren:
o Fysiologisch: honger en dorst
o Psychologisch: aangename smaak (zout, zoet, bitter, zuur en umami)
Industriële revolutie bracht grote veranderingen, factoren hierbij waren:
Groeiende welvaart
Gewijzigde woon- en werkomstandigheden
Vernieuwingen in landbouw en veeteelt
Ontstaan voedingsindustrie
Opkomst moderne voedseldistributie
Kwaliteitscontrole door overheid
1850: arbeider besteedde 70% van inkomen aan voedsel
1870: industriële revolutie
1880: de binnenlandse graanhandel stortte in door invoer van Amerikaans graan, ook veeteelt kwam
in problemen door import, boeren zochten een andere baan.
1900: nu nog 50% van inkomen aan voedsel
Er ontstond samenwerking binnen voedingsindustrie, schaalvergroting werd mogelijk.
Verbouw van graan maakte plaats voor groente en fruit
Mensen gingen in de stad in fabrieken werken, steden werden groter, conserveren van
bederfelijk voedsel werd belangrijk, maar smaak veranderde. Door chemische stoffen toe te
voegen werd dit weer goed.
1950: nu nog 40% van inkomen aan voedsel
Er komen steeds meer kleine winkels (bakker, slager, groenteboer, kruidenier)
Er werd steeds meer met eten geknoeid om het goedkoper te maken, dus daarom kwam de
keuringsdienst van waren
1960: eerste mensen kregen een koelkast
1970: er verdwenen steeds meer kleine winkels en er kwamen meer supermarkten
1980: magnetron kwam op de markt
De trends binnen huidige voedingspatroon:
Snacken
Gemaksvoedsel
Diversiteit
Plaats van consumptie
,Voedselverspilling:
Handel:
10-20% bij productie
2-10% in industrie
3-6% in verkoopkanaal
Consument:
8-11% nadat het gekocht is
Totaal wordt er meer dan 40% van de voeding verspild
Oervoeding/paleodieet: men eet zo veel mogelijk zoals onze voorouders.
Deficiëntieverschijnselen: lichamelijke
klachten omdat je van een bepaald
voedingsstof te weinig binnen hebt
gekregen.(dit heet ook depletie)
Marginale voedingstoestand: sprake van
latente deficiëntie. De voorraad is
onvoldoende en er kunnen vage klachten ontstaan, zoals vermoeidheid en een verminderde
weerstand. Er kunnen ook makkelijker chronische klachten ontstaan.
Voor elke voedingsstof is er een bovengrens (toxische grens). Als deze word overschreden treden er
vergiftigingsverschijnselen op (intoxicatie)
Ondervoeding: als je te weinig eiwitten, koolhydraten en vetten eet
Overvoeding: als je te veel eiwitten, koolhydraten en vetten eet
Aanbevelen dagelijkse hoeveelheid is
gemiddelde behoefde + 2x
standaarddeviatie
De ADH ligt altijd een stuk boven de
gemiddelde behoefte, omdat er altijd
mensen zijn die anders te weinig
voedingsstoffen binnen krijgen.
, Hoofdstuk 5:
Koolhydraten:
Koolhydraten zijn opgebouwd uit koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen. Ook wel sacchariden
genoemd. Er zijn verteerbare en niet-verteerbare koolhydraten. De verteerbare worden in het maag-
darm kanaal verteerd met behulp van spijsverteringsenzymen. De onverteerbare kunnen niet
worden afgebroken door enzymen van het menselijk lichaam. Deze behoren tot de groep
voedingsvezels.
1 gr koolhydraten= 4kcal.
Di- en polysacchariden worden in het maag-darm kanaal en darmwand afgebroken tot
monosacchariden. Die worden in het bloed opgenomen.
Galactose + fructose wordt omgezet in glucose.
Glucose wordt via het bloed naar de lichaamscellen vervoerd. Daar wordt het verbrand en ontstaat
er CO2 en H2O waarbij energie vrij komt. Een teveel aan glucose wordt in de vorm van glycogeen
opgeslagen in de lever en in de spieren. Dit is het reserve. Als de glycogeenvoorraad gevuld is, wordt
de overmaat glucose omgezet in vet en opgeslagen in het weefsel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chantalhekers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.