Samenvatting Inleiding Middeleeuwen: hoorcolleges, werkcolleges en
literatuur
Week 1 (300-600): Bisschoppen
Hoorcollege + werkcollege
Humanisten & Gibbon: Middeleeuwse barbarij en christenom hebben ertoe geleid dat het RR viel.
Romantiek & Brown & Rosenwein: veranderingsproces ipv val van het RR: continuïteit met het
Romeins verleden en ME zelf zijn een periode van verandering en creativiteit (veranderingsthese).
- Splitsing Rosenwein: tot 1000 is het de late oudheid, vanaf 1000 de ME.
- VB continuïteit
o Wetboeken die naar Romeins voorbeeld zijn gemaakt (Theodosian Code, Visigothic Code,
Burgundian Code)
o Christelijke kerk: Latijn als taal, antieke basiliek als basis voor kerkelijke architectuur,
bisdommen kopiëren de bestuurlijke Romeinse indeling in civitates, bisschoppen
afkomstig uit belangrijke Romeinse families.
Etnogenese = verandering van de etnische identiteit waar volken zich mee identificeren. Door
processen van accommodatie en integratie kon uit multi-etnische groepen een nieuwe groep
ontstaan met een eigen etnische identiteit. Wil om bij een cultuur te horen is belangrijkste kenmerk
om ook onderdeel van die cultuur te worden.
- Relevantie: barbaren zijn net zomin als Romeinen één homogene eenheid.
- Barbaros (Grieks) = iemand die brabbelt, niet goed Grieks spreekt.
- Barbaar = iemand van binnen of buiten het RR die zich identificeert met een niet-Romeinse leider
en ethniciteit
Brachten barbaren al moordend het RR ten val? Nee.
- Overgang via verdragen: grondbezitters gingen steeds meer land en belastingen afdragen aan
barbaarse koningen ipv Romeinse keizers die ver weg zaten en hen minder te bieden hadden.
- Geen intentie om het ten val te brengen. VB: voor Frankische (barbaarse) koning Clovis (bekeert
zich tot het Romeinse christendom) bestaat het RR nog en wil hij daar deel van uitmaken.
Wat leidt dan wel tot de 'val' van het RR? Volgens Harper: (1) dalende temperatuur waardoor
landbouwproductie verslechtert, (2) handelsnetwerk en graantransporten brengen de pest mee.
Constantijn de Grote:
- Slag bij de Milvische brug (312): schrijft overwinning aan christelijke god toe
- Edict van Milaan (313): christendom toegestane godsdienst
- Concilie van Nicaea (325): bisschoppen stellen gedragsregels op voor christenen.
o Geen twee bisschoppen in één stad
o Duidelijkheid over aard van Jezus: Jezus is wezensgelijk aan God. Hij is net zo veel God als
God zelf. Tegen: (1) arianisme (Jezus is niet gelijk aan God, hoewel hij ook geen mens is),
(2) miafysieten (Jezus komt voort uit goddelijke en menselijke natuur, maar hier op aarde
kun je dat onderscheid niet maken) en (3) nestorianen (Jezus is soms god en soms mens)
Keizers steunen dit concilie, want willen (religieuze) eenheid in hun rijk. Maar: Barbaren regeren
grotendeels als arianen over de niceaanse bevolking (Oorzaak: Goten krijgen arianisme van
ariaanse priester Wulfilas). Uitzondering hierop is de Frankische koning Clovis.
Kerkvaders maken het christendom acceptabel voor de elite. De Bijbel blijft nog steeds een (literair)
primitief boek. Overeenkomsten kerkvaders: afkomstig uit gegoede familie, goede opleiding, nauwe
contacten in hoogste kringen van het rijk, gaven commentaar op de Bijbel (diepere bekenislagen).
, Christelijke leer Christelijke samenleving
Augustinus van Vrije wil + conflict met Donatisten over Monnikendom + "De "Stad Gods":
Hippo afvalligheid (wat hij oké vond maar zij niet) stad van mensen is imperect, maar
maakt bereiken van stad God mogelijk
Ambrosius van Bestrijden ketters Verdedigt christendom in conflicten
Milaan
Hieronymus Vrije wil + bestrijden ketters + vertaalt Monnikendom
Bijbel in Latijn (De Vulgaat)
Gregorius de Sticht klooster + stuurt missie naar
Grote Engeland
Literatuur
Gregorius van Tours & Rob Meens
Belang: illustreert macht van bisschoppen als nieuwe elite in het Merovingische rijk en de relatie
tussen bisschoppen en vorsten.
Verhaal (uit Historiën) rond 584: Koning Chilperik wordt vermoord. Eberulf wordt verdacht van de
moord door koningin Fredegunde, maar bisschop Gregorius van Tours (schrijver van dit stuk)
insinueert dat Fredegunde hem zelf heeft vermoord. Broer koning Guntram wil wraak. Eberulf vlucht
naar de basiliek van Tours, om bescherming te zoeken bij het graf van de heilige Martinus. Gluurt
daar naar e decoraties van het graf, wat een misrdijf is, en wordt daarom opgesloten in de kerk. Dan
stuurt Gunthram ene Claudius, die Eberulf bevrijdt uit de kerk. Hij wint het vertrouwen van Eberulf
door een eed te zweren en samen te eten. Dan proberen ze elkaar te vermoorden in het voorportaal.
Eberulf sterft. Eberulfs mannen komen Claudius doden om Eberulfs dood te wreken. Zij krijgen hulp
van de matriculari (armen die door het klooster bij de kerk verzorgd worden), die vonden dat het
recht op shcuilen in de kerk was geschonden door Eberulf geen toegang te verlenen én die de schade
die door Claudius aan de kerk was toegebracht wilden wreken
Waarom is dit verhaal voor Gregorius zo belangrijk?
Conflict: (1) asielzoeker in de kerk heeft recht op asiel en (2) bloedbad in de kerk: aantasting van de
heiligheid van de plaats en positie van zowel de heilige als de bisschop. De kerk als plaats is heilig.
Het feit dat de relieken van de heilige Martinus in de kerk van Tours begraven liggen, maakt die plek
nog heiliger.
Ook vanuit een persoonlijke ervaring vindt Gregorius dat hij Eberulf hoort te beschermen: hij heeft
namelijk vroeger zijn zoon gedoopt. Uiteindelijk is het Gregorius niet gelukt Eberulf te beschermen,
daar voelt hij zich schuldig over (en tegelijkertijd niet). Gregorius probeert zich met deze tekst te
verantwoorden tegenover de koning en zijn mede-bisschoppen. Hij dekt zich handig in door te
zeggen dat hij op het moment van de moorden niet in de buurt was; St. Martinus nam zelf wraak op
de misdaden.
Waarom vluchtte Eberulf naar Tours? (Meens)
- persoonlijke banden met de bisschop, die zijn zoon had gedoopt
- Sint Martinus is dé heilige van het Frankische Rijk op dit moment
- traditie van Tours om asiel te verlenen
Hoe verandert dit verhaal de verhouding tussen Gregorius en koning Guntram?
- Die kwam op spanning te staan, Gregorius was namelijk bevriend met zowel Gunthram als
Eberulf. Hij moest als het waren een partij kiezen maar dit deed hij niet omdat hij de vriendschap
met beiden intact wilde houden.
, - Meens: verbetert, want over Guntram schrijft Gregorius als enige nog positief. Want Eberulf,
politiek vijand van de koning, werd gedood.
Etnogenese: de Romein Claudius kon zich ook barbaars gedragen zonder een barbaarse naam te
hebben.
Van Dam:
"From cities to sees"
Steden vormden de administratieve en culturele basis van het RR, maar zijn vanaf Constantijn
eigenlijk alleen nog belangrijk omdat die bisschopszetel daar is. Bisschoppen zijn onbetwiste leiders
van de steden: grote rol in rechtspraak, landbezit, beschermen van heiligen, liturgisch en
organisatorisch hoofd van de kerk.
- Oorzaak: door hervormingen van Diocletianus (tetrarchie en vergroten leger) zijn er meer
ambtenaren nodig, maar belastingsinnig is geen aantrekkelijk beroep omdat plattelanders
weigeren te betalen en er dus een grotere druk op de stad komt te liggen.
- Constantijn maakt geestelijke diensten even aantrekkelijk als als keizerlijke en legerdiensten,
doordat bisschoppen vrijstelling krijgen voor seculiere bestuurlijke taken. De stedelijke elite
zoekt een carrière in de kerk. Competitie om bisschop te worden of te verhuizen naar een meer
prestigieus bisdom.
- Continuïteit in stedelijke topografie: weerspiegelt de bestuurlijke indeling van het Romeinse
keizerrijk: elke stad krijgt een bisschop, elke provincie een aartsbisschop.
- Discontinuïteit in stedelijke topografie: kerken aan de rand van de stad (bij gebrek aan ruimte in
de stad), waardoor het centrum verschuift. VB: Tours: mensen willen liever bij het klooster gaan
wonen dan in de stad zelf.
'Eventually bishops became the peers of the emperors at Constantinople and rival to the barbarian
kings in the West'.
Bisschopen gingen meer en meer activiteiten van de oude klassieke steden en van de Romeinse
samenleving in het algemeen domineren. De christelijke keizers promootten de status van
bisschoppen vanuit politieke redenen: als counterweight voor de senatoren en legercommandanten
die hen (keizers) zouden kunnen vervangen. Bisschops mochten geen keizer worden. Bisschops
werden daarom ook steeds meer betrokken bij seculiere zaken, zoals bij het uitvoeren van het recht,
en kregen financiële steun.
- Positie bisschop ten opzichte van koningen: Bisschop wordt bemiddelaar tussen koning en volk
(VB: asielrecht). Staat op gelijke voet met de koning in het gebied van zijn kerk, maar koning
heeft wel meer militaire macht.