Beroep sociaal werk – Sociaal veranderen
College 1: Signalering en structureel sociaal werk
- H2 boek ‘’Social Work in Europe’’
- Artikel elo ‘’signaalfunctie van het sociaal werk’’
- Artikel elo ‘’dialectisch sociaal werk’’
College 2 Neoliberaal beleid, sociaal werk en kritiek
- H3 boek Social work in Europe
College 3 Conservatief beleid, sociaal werk en kritiek
- H3 boek Social Work in Europe
College 4 Socialistisch beleid, sociaal werk en kritiek
- H3 boek Social Work in Europe
,College 1 Sociaal werk, kritiek en beleid – Signaalfunctie van het sociaal werk en H2 Geel=weten
De ontstaansgeschiedenis van structureel sociaal werk
Jane Addams richtte Hull House op. Toynbee Hall was een nieuw buurthuis dat zich kenmerkte door
activiteiten en interventies. Het breidde zich groots uit. Mary Richmond ontwikkelde Social Diagnosis
voor het social casework wat bestond uit een liefdadigheidsbeweging, het doel was mensen helpen
zichzelf te helpen. De jaren 70 was de definitieve doorbraak van structureel sociaal werk. We
onderscheiden 3 luiken in structureel sociaal werk. Radicaal, kritisch en beleidsgericht.
Sociaal werkers als street-level bureaucraten
Sociaal werkers zijn “street-level” bureaucraten (Lipsky, 1980) die functioneren binnen publieke of
semipublieke voorzieningen en die vorm geven aan het organisatie- en overheidsbeleid. Ze passen dit
beleid toe op concrete casussen. In de dagelijkse praktijk zien en ervaren sociaal werkers met welke
problemen cliënten geconfronteerd worden, wat de effecten zijn van bepaalde beleidsbeslissingen
op de leefwereld van mensen en wat er nodig is om hierop een antwoord te bieden. Er is een brede
consensus binnen het sociaal werk dat één van de kerntaken van een sociale professional is dat hij
vorm geeft aan zijn signaalfunctie. De opdrachtgever van het beleid is de politiek, zij bepalen hoe
onze samenleving eruit moet zien.
Lipsky zegt dat wij allemaal werken voor publieke voorzieningen, heel af en toe een privaat
voorziening. Vaak in dienst bij overheid of gemeente. Dit betekent dat de instituten waar wij voor
werken, toegankelijk is voor iedereen. We worden betaald uit belastingen, een deel van belasting
gaat naar publieke voorzieningen, wat we moeten verantwoorden.
Street-level bureaucraten= bureaucraat omdat wij in dienst zijn van publieke voorzieningen. Maar we
zitten wel op straatniveau en we zien hoe het verkeerd kan gaan. Wij kunnen zien hoe het gaat.
Het beleid en uitvoering kunnen schuren met de praktijk. Wat kun je nou signaleren:
- Gemeenten vaker in de fout bij uitvoering WMO
- De participatiesamenleving is een illusie
- Overgang jeugdwet nog steeds niet goed ‘er dreigen grote gevolgen’
- Meer verwarde personen op straat sinds de invoering van de WLZ
Twee functies van signaleren
Signaleren= identificeren van structurele oorzaken en activiteiten die tot doel hebben relevante
groepen in de samenleving zodanig te beïnvloeden dat zij maatregelen nemen om die
belemmerende factoren op te heffen.
Sluiter verwijst zowel naar het belang van een achterliggend referentiekader dat vertrekt vanuit een
structurele benadering als naar de concrete (methodische) vormgeving van de signaalfunctie.
1. signaleren van structurele oorzaken van individuele problemen. Er wordt daarmee verwezen
naar het wijzen op lacunes in het beleid en het aanklagen van sociale wantoestanden. Je
moet dus kijken naar achterliggende structurele problemen. Individuele problemen hebben
vaak een structurele oorzaak.
2. Bij signalering gaat het tevens om “activiteiten die tot doel hebben relevante groepen in de
samenleving zodanig te beïnvloeden dat zij maatregelen nemen om die belemmerende
factoren op te heffen”; welke activiteiten ga je ontwikkelen op het probleem op te lossen.
Sociaal werk: te lang een stille professie
Het sociaal werk is volgens Ferguson (2007) lange tijd een stille professie geweest. Wij gehoorzamen
en voeren het beleid uit en laten te weinig tegenstem horen. We signaleren wel maar doen er niets
mee en gaan de situatie niet veranderen, dit zouden we meer moeten doen. Te lang zijn ze er van
overtuigd geweest dat sociaal beleid in de vorm van nieuwe sociale voorzieningen of het wegwerken
van drempels in bestaande voorzieningen soelaas biedt, Maar juist omdat dit geen structurele
oplossing oplevert voor processen van marginalisering en sociale ongelijkheid, is er nu veel kritiek.
Deze kritiek richt zich vooral op het gevolg en de dominantie van het neoliberale denken. In hun ogen
worden de kernwaarden van het sociaal werk bedreigd en moeten deze verdedigd worden. Het gaat
dan om solidariteit, betrokkenheid bij de meest kwetsbare groepen, het relationele karakter van
sociaal werk en sociale rechtvaardigheid. Sociaal werkers moeten hun stem laten horen en de
neoliberale consensus doorbreken.
, Neoliberale consesunsus
Hoe komt het nou dat we zo stil zij. Dit komt doordat het Liberalisme (vrijheid) kwam overwaaien
wat we over namen. We denken ook vanuit de vrije markt, in die dominante neoliberale consensus is
er weinig vrijheid voor stakingen etc.
De Nederlandse filosoof Hans Achterhuis gebruikt in zijn boek 'De utopie van de vrije markt' de
begrippen 'vrije markt' en 'neoliberalisme' als synoniemen. Het begrip neoliberalisme staat in deze
visie voor privatisering, vrije markt denken , overheidsbezuinigingen en deregulering. Ook het sociaal
werk moest een bedrijf worden in deze visie dat los van overheidssubsidies moest kunnen opereren.
De gedachte is dat marktwerking in de zorg leidt tot kwalitatief betere zorg. Voor radicaal sociaal
werkers is dit een fundamentele misvatting. Zij zien de marktwerking in de zorg als de grootste
bedreiging van het sociaal werk.
Neoliberale consensus= eigenlijk is ons hele leven een grote marktwerking geworden. Het gaat om
rendement, geld, ego. Sociaal werk instellingen zijn hier teveel ingezogen:
- Er is veel concurrentie tussen verschillende voorzieningen en instellingen bij gemeentes,
omdat gemeentes eigen invulling kunnen geven aan de voorzieningen die zij leveren.
- Liberalisme heeft het socialisme geheel vervangen (bijna geen socialisme meer)
- Je hebt de liberalen en populisten (socialisten).
- Wij geloven dat marktwerking tot betere zorgt leidt. Als je hier van uit gaat moet je de
meeste wetten interpreteren als ‘wat levert het op’.
- Vrije marktdenken en eigen kracht heeft te maken met neoliberale consensus. We zijn er
allemaal over eens dat het individu meer kan dan we denken.
Hoe kun je nou Invloed uit oefenen, welke 3 stromingen zijn hierin dominant: (verschil kennen)
- Radicaal sociaal werk
Het systeem wordt bevecht, ze willen onderdrukkende systemen aanpakken. Door staken, rellen
pakken ze grote bedrijven en instellingen aan om kapitalisme en negatieve gevolgen weg te halen.
De radicale variant van structureel sociaal werk bevraagt volgens Hick en Murray de legitimiteit van
allerlei voorzieningen, instellingen en economische systemen. Daarbij wijst zij erop, dat een
verbetering van welzijn enkel gerealiseerd kan worden door fundamentele veranderingen in de
manier waarop de samenleving economische bronnen en macht verdeelt. Structureel sociaal werk
stelt de huidige verdelingsmechanismen in de samenleving ter discussie, omdat ze fundamenteel
onrechtvaardig zijn. Deze variant hanteert een conflictbenadering.
Vier aspecten in deze manier van veranderen: In Groot-Brittannië waren het vooral Bailey en Brake
die invloedrijk waren. Zij bepleitten een radicaal sociaal werk dat:
1. Zich moest inzetten op collectieve actie en toenadering moest zoeken tot de vakbonden. Je
zorgt dat de samenleving van je hoort, je gaat naar de bron van ellende en voert actie
namens je cliënt. Bedoeling is dat instellingen gelijkwaardig worden.
2. Sociaal werkers moeten in dit proces naast de cliënt staan en samen met hen strijd voeren
tegen de maatschappelijke instellingen waarin ze tewerkgesteld waren.
3. Deze organisaties moeten gedemocratiseerd worden, ten gunste van zowel de sociaal
werkers als van de gebruikers.
4. Dit betekent dat structureel sociaal werkers binnen de organisatie waarin ze opereren en
binnen de ruimere maatschappelijke context praktijken van individuele en collectieve
weerstand moeten ontwikkelen.
Radicaal sociaal werk= macro niveau want je pakt maatschappelijke instellingen, die val je aan. Op
dat niveau voer je ook actie. Collins wijst op vijf collectieve strategieën om het radicaal sociaal werk
vorm te geven: (1) het creëren van fora waarin sociaal werkers samenkomen, binnen en over
organisaties heen, (2) het versterken van de banden met vakbonden, (3) het inzetten op groepswerk
en opbouwwerk, (4) het faciliteren van organisaties en bewegingen van cliënten en gebruikers en (5)
aansluiting zoeken bij de anders-globalisten in hun strijd tegen de uitwassen van het mondiaal
kapitalisme.