Gezondheidseconomie
Bachelor Gezondheidswetenschappen, jaar 1
Alle hoorcolleges, belangrijke punten uit de werkgroepen, de bijbehorende
hoofdstukken uit het boek ‘Economie van de gezondheidszorg’ en de artikelen
De literatuur is ondersteunend voor de hoorcolleges en daarom uitgebreider.
Inhoudsopgave
Hoorcolleges gezondheidseconomie ............................................................................................................................... 1
Belangrijke onderwerpen uit de werkgroepen ............................................................................................................ 34
Literatuur (boek + artikelen) ingedeeld naar bijbehorend hoorcollege ....................................................................... 39
, Hoorcolleges gezondheidseconomie
Hoorcollege 1: Inleiding gezondheidseconomie
Wat is gezondheidseconomie?
Vakgebied dat zich bezighoudt met economische determinanten gezondheid, en werking van de
gezondheidszorgmarkt (GZM) en o.a. het bestuderen van gedrag van de belangrijke actoren op de GZM en de
interactie daartussen.
➢ Measurement of health
➢ Production of health and prevention of sickness
➢ Demand and utilization of health services
➢ Production of health services
➢ Financing of health services
➢ Behavioural models of demanders, suppliers and other health care agencies
➢ Cost-Benefit, Cost-Effectiveness, Cost-Utility analyses
➢ Efficiency and distributional aspect of health policy
Wat is economie?
1. Analyseert het gedrag van actoren zoals huishoudens, bedrijven en (lokale) overheden
2. Analyseert hoe het gedrag van deze actoren de werking van de markten beïnvloedt
3. Analyseert gedrag en interacties in een wereld waar de middelen schaars zijn en waar de behoeftes
onbeperkt zijn ten opzichte van de middelen
Relevantie gezondheidseconomie
➢ Gezondheidszorg is de belangrijkste determinant van gezondheid en gezondheid is belangrijk voor iedereen
➢ Aandeel van de Gezondheidszorgmarkt (GZM) in totale economie
➢ Specifieke karakteristieken van de GZM → vak apart
➢ Een belangrijk hulpmiddel voor beleid
Aandeel GZM in de totale economie
➢ Groot aandeel in BBP → beslissingen hebben steeds meer een economische karakter + verdringingseffect
➢ Efficiënt produceren van GZ is net zo belangrijk als in andere sectoren
➢ “Opportuniteitskosten” (de kosten van het beste alternatief) worden steeds belangrijker
➢ Doorwerkingen op arbeidsmarkt en totale economie
o Toenemend aandeel beroepsbevolking op GZM: zorgaanbieder, onderzoeksinstituten, leveranciers
van zorgaanbieders, farmaceutische industrieën + bouwmarkt
o Gezondere werknemers zijn productiever en gelukkiger
o Grote consequenties voor inkomen consumenten, bedrijven en internationale concurrentiepositie
Specifieke karakteristieken van de GZM
1. Prijzenmechanisme grotendeels uitgeschakeld door:
a. Privé zorgverzekering en sociale verzekering
b. Overheidsingrepen
c. Geen keuzemogelijkheid
→ rol verzekering op gedrag consumenten en aanbieders
, 2. Er is veel onzekerheid aan vraag en aanbodkant (wanneer ziek, hoe erg, gevolgen, kwaliteit)
a. Verzekering?
3. Informatie is beperkt en ongelijk verdeeld
a. De patiënt wil weten wat er aan de hand is, zorgaanbieders hebben een informatievoorsprong
→ belang van de patiënt? Zorg doelmatig? Aanbod-geïnduceerde vraag?
4. Vraag naar GZ is afgeleide vraag naar gezondheid
5. “Externaliteiten” (consumptie ene beïnvloedt andere)
6. Rol van de overheid (preventie, accijns, inentingen, verplichte verzekering, wetgeving)
7. Wat is gezondheid en hoe meet je gezondheid?
8. Solidariteit/ethiek
Bijzondere karakteristieken van de GZM
1. De combinatie van deze bijzondere karakteristieken maakt het bestuderen van de GZM gecompliceerd en
interessant en rechtvaardigt het bestaan van de GE
2. Deze bijzondere karakteristieken vragen aanpassingen en uitbreidingen van de standaard economische
theorieën en instrumenten
Belangrijk hulpmiddel voor beleid
Op macro niveau (overheid): helpt beleidsmakers beleid te ontwikkelen en te evalueren
➢ Veranderingen institutionele kader (huidige zorgstelsel, AWBZ)
➢ Prijsregulering
➢ Preventie interventies
➢ Investeringsbeslissing
Op meso niveau (helpt managers zorginstellingen & zorgverzekeraars keuzes te maken)
➢ Investeringsbeslissing (kapitaal, personeel, etc.)
➢ Productieomvang, fusies, etc.
➢ Gevolg (basis)verzekering voor vraag en aanbod zorg
➢ Gevolg verplicht en vrijwillig eigen risico
Hoorcollege 2: Competitieve markten & vraag- en aanbodtheorie
Concurrentie/perfecte competitie → heel efficiënt & zeer wenselijk
Verschillende marktvormen:
➢ Perfecte competitie (veel vragers en veel aanbieders)
➢ Monopolie (veel vragers en één aanbieder) → bijvoorbeeld bij een patent op een medicijn
➢ Monopsonie (één vrager en veel aanbieders) → bijvoorbeeld de gemeente die thuiszorg inkoopt
Gereguleerde concurrentie
➢ Invoering huidige zorgstelsel in 2006
➢ Meer marktwerking/competitie op de zorgmarkt, onder toezicht van de overheid voor de waarborging van
de toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg
➢ Invoering WLZ in 2015
➢ Doel: beter presenterende zorgmarkt door versterking prikkels voor doelmatigheid zorgverzekeraars en
zorgaanbieders en meer klantgerichtheid
Definitie perfectie competitie
1. Veel vragers en aanbieders van een product, die ieder afzonderlijk geen invloed op de prijs heeft en waar de
prijs bepaald wordt door aanbod en vraag
2. Homogene goederen → identieke producten of producten die door de consument gezien worden als
identiek
3. Volledige informatie over prijs en kwaliteit van een product
4. Weinig toetredingsbarrières
Vraagcurve
Theorie van de vraag naar goederen van consumenten:
Gevraagde hoeveelheid van een goed is afhankelijk van:
1. Voorkeuren van consumenten
2. Het inkomen van de consumenten
, 3. De prijs van het goed en van andere relevante goederen
Definitie ‘vraag van een goed’: De relatie tussen maximale gevraagde hoeveelheid en de prijs, waarbij andere
relevante factoren constant verondersteld zijn (ceteris paribus hypothese).
→ gevraagde hoeveelheid is niet de gekochte hoeveelheid
→ op de markt gaat het om de som van de vraag uitgeoefend door alle consumenten → nu vraag van één
consument
= vraagcurve (prijs op de Y-as, vraag op de X-as)
Leidt een hogere prijs altijd tot minder of gelijke vraag naar een product?
→ meestal, want ‘law of demand’ → helling vraagcurve bijna ‘altijd’ negatief (behalve voor Giffen en
Veblen/prestige goederen)
Economisch model = een set wiskundige vergelijkingen die de werkelijkheid zo goed mogelijk beschrijft
QDA = f(pA, pB, pC, Y, Pref.)
D = vraag/demand
Q = hoeveelheid
PA = prijs merk A
PB = prijs merk B
PC = prijs merk C
Y = inkomen
Pref. = preferentie
Dan is vraagcurve i: qDA = f(pA)
Waar alle andere factoren constant zijn (ceteris paribus).
Prijs gezondheidszorg?
➢ Ziektekostenverzekeringen → geldprijs = stukje premie + eigen bijdrage
➢ Maar ook tijdprijs waar tijd = reistijd, wachttijd, behandeltijd, reiskosten
➢ Prijs van tijd? → bijvoorbeeld salaris per uur