Samenvatting van alles wat we voor week 4 en 5 moeten lezen. Bevat: Handboek ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdige H8 en H11 - ook de college aantekeningen
Week 4: College
Voorbeeldvragen – vragen
1. Kinderen met ASS hebben vaak een grote aandacht voor feiten en
details maar hebben moeite om de grotere betekenis te zien. Welke
theorie benadrukt dit kenmerk?
A. Mindblindnesstheorie
B. Theorie van executief functioneren
C. De theorie van zwakke centrale coherentie
D. De theorie van contextblindheid
2. PDD-NOS wordt beschouwd als een van de lichtere ASS. OP welke
andere psychische stoornis of handicap kan PDD-NOS erg veel lijken?
A. ADHD (ze kunnen opstandig overkomen)
B. Ticstoornis
C. Communicatiestoornis
D. Verstandelijke beperking
3. Wanneer zijn executieve functies gemiddeld geien volledig tot
ontwikkeling genomen?
A. Executieve functies worden beheerst als het kind niet meer hardop
toespreekt maar innerlijke spraak heeft ontwikkeld (6-7 jaar)
B. Executieve functies worden beheerst als het kind langetermijnprojecten
kan plannen en uitvoeren (12-13 jaar)
C. Executieve functies worden beheerst Als de jongere feedback uit de
omgeving (bv leerkrachten/ouders) kan verwerken en toepassen (15-16
jaar)
D. Executieve functies worden beheerst wanner de prefrontale cortex is
uitgerijpt (19-20)
4. ADHD wordt ook wel onthouden als afkoring Alle dagen heel druk. Ia
dat een correcte afkoritng van de mogelijke symptomen bij ADHD?
A. Nee, want volwassenen met ADHD zijn niet meer heel druk
B. Nee want om te kunnen spreken van ADHDH moeten er meer kenmerken
zijn dan alleen heel druk zijn
C. Ja hyperactiviteit oftewel heel druk zijn is het hoofdkenmerk
D. Ja maar alleen voor adhd met het overwegend hyperactief impulsie beeld
Voorbeeldvragen – antwoorden
1. Kinderen met ASS hebben vaak een grote aandacht voor feiten en
details maar hebben moeite om de grotere betekenis te zien. Welke
theorie benadrukt dit kenmerk?
A. Mindblindnesstheorie
B. Theorie van executief functioneren
C. De theorie van zwakke centrale coherentie
D. De theorie van contextblindheid
2. PDD-NOS wordt beschouwd als een van de lichtere ASS. OP welke
andere psychische stoornis of handicap kan PDD-NOS erg veel lijken?
A. ADHD (ze kunnen opstandig overkomen)
B. Ticstoornis
C. Communicatiestoornis
, D. Verstandelijke beperking
3. Wanneer zijn executieve functies gemiddeld geien volledig tot
ontwikkeling genomen?
A. Executieve functies worden beheerst als het kind niet meer hardop
toespreekt maar innerlijke spraak heeft ontwikkeld (6-7 jaar)
B. Executieve functies worden beheerst als het kind langetermijnprojecten
kan plannen en uitvoeren (12-13 jaar)
C. Executieve functies worden beheerst Als de jongere feedback uit de
omgeving (bv leerkrachten/ouders) kan verwerken en toepassen (15-16
jaar)
D. Executieve functies worden beheerst wanneer de prefronatle
cortex is uitgerijpt (19-20)
4. ADHD wordt ook wel onthouden als afkoring Alle dagen heel druk. Is
dat een correcte afkorting van de mogelijke symptomen bij ADHD?
A. Nee, want volwassenen met ADHD zijn niet meer heel druk
B. Nee want om te kunnen spreken van ADHDH moeten er meer
kenmerken zijn dan alleen heel druk zijn
C. Ja hyperactiviteit oftewel heel druk zijn is het hoofdkenmerk
D. Ja maar alleen voor adhd met het overwegend hyperactief impulsief beeld
, Belangrijke begrippen ASS
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen werden in de DSM-IV stoornissen
aangeduid met kenmerken als
= ernstige problemen op het gebied van sociale interactie en
communicatie.
In het Nederlandse taalgebied staan pervasieve ontwikkelingsstoornissen
beter bekend als autismespectrumstoornis.
Autismespectrumstoornis (ASS)
Spreken van een spectrum
= omdat autisme op verschillende manieren en in verschillende gradaties tot
uiting kan komen
Soorten Autistische stoornis (DSM-IV)
Autismespectru Syndroom van Asperger (DSM-IV)
m-stoornissen PDD-NOS (aan autisme verwante stoornissen; DSM-IV)
Desintegratieve stoornis van de kinderleeftijd (DSM-IV)
Multiple complex developmental disorder
Autistische stoornis
Als ernstigste stoornis gezien
In DSM-IV gaat men ervanuit dat een kind moet voldoen aan kenmerken uit
alle 3 de hoofdcategorieën:
1. Tekortkomingen in sociaal interactief gedrag
2. Tekortkomingen in communicatief gedrag
3. Aanwezigheid van stereotype activiteiten
Voor het spreken van een stoornis moet een kind in totaal aan minimaal 6
kenmerken (van de 12) voldoen
Syndroom van Asperger
Werd pas in de DSM-IV voor het eerst vermeld. Het onderscheidt verdwijnt
vervolgens weer in de DSM-5 (het wordt dan onderdeel van de
autismespectrumstoornissen
Ontwikkeling van het Syndroom van Asperger
Bij het syndroom van Asperger begint het kind met een normale ontwikkeling
van minimaal 2 jaar, waarin het interesse toont voor de sociale wereld om
hem heen en waarin de taalontwikkeling normaal is.
Na deze eerste normale ontwikkeling ontwikkelt het kind autismeachtige
kenmerken
Het syndroom van Asperger verschilt op twee belangrijke punten van de
autistische stoornis:
bij het syndroom van Asperger ontbreken de kwalitatieve beperkingen in de
communicatie;
, het syndroom van Asperger gaat gepaard met een normaal of hoog IQ, terwijl
de autistische stoornis veel vaker voorkomt in combinatie met een
verstandelijke beperking.
Andere geconstateerde verschillen tussen beide stoornissen:
Kenmerk Klassieke Autistische Syndroom van Asperger
Stoornis
Leeftijd van Gedragskenmerken Gedragskenmerken kunnen op
Gedragskenmerken vaststellen vóór het latere leeftijd opgemerkt worden.
derde levensjaar.
Taalontwikkeling Problemen met Formele aspecten van taal op tijd
taalontwikkeling vanaf leren, maar later taalfouten
jonge leeftijd. maken.
Motorische Tragere motorische Houterigheid en vertraagde
Vaardigheden ontwikkeling, vaak ontwikkeling van motorische
stunteligheid. vaardigheden.
Communicatiekenme Ernstige Eigenaardige communicatie
rken communicatiebeperkinge (gebruik van ongeschikte woorden,
n, beperkt taalgebruik. monologen zonder interactie).
Bewustzijn van Vaak gebrek aan Bewustzijn van anders-zijn en
Anders Zijn motivatie voor contact wens om contact te maken, maar
met anderen. moeite met sociale interactie.
Aan autisme verwante stoornis (PDD-NOS)
Aan autisme verwante stoornis (pervasieve ontwikkelingsstoornis niet
anderszins omschreven) is voor kinderen die:
Niet voldoen aan de eis van minimaal 6 kenmerken van de autistische
stoornis,
Niet voldoen aan de eis dat de kenmerken verspreid zijn over 3
ontwikkelingsgebieden,
Het autistisch gedrag ontwikkelen na hun 3e jaar
Wordt vaak als ‘licht’ beoordeeld
Onduidelijke criteria
De stoornis is slecht gedefinieerd
In de DSM-IV staat alleen dat er sprake moet zijn geweest van een ernstige
en pervasieve beperking waarbij het kind niet geheel voldoet aan de
criteria
Zowel de bovengrens van deze stoornis als de ondergrens is lastig te
definiëren
Kinderen met een ‘verwante stoornis’ hebben met elkaar gemeen dat hun
ontwikkeling van sociale cognitie beperkt is en dat de taalpragmatiek
verstoord kan zijn: kinderen worden als vreemd of excentriek beschreven
Lichte stoornis, maar daardoor vaak niet onderkend
Een verwante stoornis is vaak minder prominent dan de klassieke stoornis,
omdat ze lichter zijn.
Daardoor worden ze bij het kind vaak te laat vastgesteld
Extra lastig is dat PDD-NOS erg op ADHD kan lijken & dat de symptomen in
de loop van de ontwikkeling van het kind kunnen veranderen. Kinderen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joycevries. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.