Samenleven in Nederland samenvatting herkansing
Literatuur:
- Boek sociologie voor sociaal werk
- Literatuur HC 2, 3, 4, 8,
Hoorcollege 1:
Voorbereiding: hoofdstuk 1.2-1.4 lezen
Samenvatting:
1.2 De wetenschap van de maatschappij
Ten eerste is sociologie een wetenschap. Concreet waarnemen is belangrijk bij
sociologen. Sociologen willen verklaringen bieden en ze zijn als wetenschappers
opzoek naar patronen. Dit is zo omdat je vooral moet begrijpen wat verschillende
gevallen met elkaar gemeen hebben. Door het zoeken naar patronen krijg je zicht op
aspecten die zich keer op keer voordoen in bepaalde situaties en uiteindelijk krijg je
zicht op de oorzaken daarvan. Zo kan je een soort van de toekomst bepalen en dan
kan je verwachten wanneer een bepaalde situatie zich voordoet. {Sociologen
onderzoeken wat er gebeurt in veel concrete situaties, maar proberen een beeld te
krijgen dat in het algemeen geldt door in die situaties wetmatigheden te
identificeren.}
Ten tweede houdt de sociologie zich bezig met de maatschappij. De maatschappij
gaat natuurlijk over een groep mensen, maar in deze context wordt er met de
maatschappij iets ruimers bedoelt dan een duidelijk omlijnde groep. De hele
maatschappij is natuurlijk niet samen te brengen op één bepaalde plek. Het blijkt al
snel moeilijk om duidelijk te maken over wie we het specifiek hebben. Wat/wie wordt
er bedoeld met de Nederlandse maatschappij?
Sociologie is een gedragswetenschap, haar uiteindelijke doel is om menselijk gedrag
te verklaren. Hierin wordt rekening gehouden met dat mensen deel uitmaken van
sociale verbanden. De sociologie vertrekt vanuit die sociale verbanden. {Een
maatschappij is meer dan de som van het gedrag van de individuen die er deel van
uitmaken.}
Het is bijzonder moeilijk om een situatie voor te stellen waarin we volledig los staan
van anderen. We staan vaak impliciet in contact met anderen zonder dat we het
beseffen. Ons handelen blijft altijd sociaal bepaald. {Achter de eenvoudigste dingen
die we doen gaat vaak een immense keten van contacten en relaties schuil en die
hebben onmiskenbaar een effect op ons gedrag.}
We beschouwen onszelf als een uniek individu, maar we ontlenen veel van de
kenmerken die ons uniek maken aan sociale verbanden. We moeten niet alleen
letten op het individu, maar ook op hoe dat individu zit ingebed in tal van groepen en
relaties. C. Wright Mills noemt dit sociologische verbeeldingskracht: het zoeken naar
het effect van de sociale verbanden waar we deel van uitmaken op ons gedrag.
,Voor een sociaal probleem zijn soms verschillende oplossingen. Dit komt onder
andere door ideologie. Het is belangrijk dat sociologen proberen hun neutraliteit te
bewaren.
Met gedrag bedoelen we wat mensen ‘doen’ in ruime zin. Het gaat over handelingen
die ze heel bewust verrichten, maar ook over routine. De sociologie heeft veel
aandacht voor gedrag dat kenmerkend is voor bepaalde groepen. Als sociaal werker
ga je (groepen) mensen helpen bij het oplossen van problemen uit hun dagelijkse
leven. Om deze mensen zo goed mogelijk te ondersteunen is het belangrijk om te
kunnen verklaren waarom ze bepaalde keuzes maken/ waar hun gedrag vandaan
komt. Volgens de sociologie ligt de oorsprong van ons gedrag voor een groot deel in
het feit dat we sociale contacten onderhouden.
Sociologie en sociaal werk zijn 2 verschillende vakgebieden. Beide houden vanuit
een andere rol zich bezig met sociale vraagstukken, maar ze zijn wel met elkaar
verbonden. Waar de sociologie analyseert en verklaart, daar handelt de sociaal
werker. Sociaal werkers vangen meestal de eerste signalen op en deze signalen zijn
belangrijk om het vraagstuk verder te analyseren en verklaren.
1.3 Sociaal gedrag als rollenspel
Interactie zijn situaties waarin we omgaan met andere mensen in de meer letterlijke
zin. In de meest ruime zin kun je spreken van interactie wanneer mensen zich
bewust zijn van elkaar en hun gedrag op elkaar richten.
Sociologen beweren dat mensen in diverse situaties rollen spelen. Bij verschillende
situaties horen verschillende gedragingen. Bij die verschillende rollen horen
attributen, deze toebehoren helpen ons om een rol vorm te geven. Het spelen van
rollen zorgt ervoor dat sociale interacties min of meer ordelijk verlopen. In interacties
met wildvreemden weten we wel in wat voor soort situaties we ons bevinden en welk
soort personen je daar kunt aantreffen. De rollen die in een situatie worden gespeeld
laten verwachtingen toe over wat er gaat gebeuren. Rollen zijn complementair, ze
veronderstellen elkaar, ze vullen elkaar aan. Die persoon heeft ook verwachtingen
van jou, het werkt in twee richtingen. {Rollen zijn in feite niet meer dan de
wederzijdse verwachtingen die personen in situaties van elkaar hebben.} Civil
disattention is negeren uit beleefdheid. Als iemand uit zijn rol valt en niet voldoet aan
verwachtingen heet dat rolovertreding. Dat leidt tot ongemakkelijke situaties, want
mensen rekenen er sterk op dat anderen zich ‘zoals te verwachten’ zullen gedragen.
Veel rollen kun je op uitlopende manieren spelen. Het komt erop neer dat je probeert
om het beeld dat anderen van je hebben actief te sturen. Je bent nadrukkelijk bezig
met de juiste indrukken te geven en op die manier probeer je controle te krijgen over
de verwachtingen van anderen. Dit heet ‘impression management’. Impression
management wordt ook gebruikt wanneer een rol moeite kost en we niet op de
automatische piloot kunnen vertrouwen. Het kost wel wat moeite als bewust
impression management nodig is, omdat rollen ook in sommige situaties strakker
vastgelegd zijn. Impression management is in professionele rollen belangrijker.
Binnen de sociologie wordt er van frontstage en backstage gedrag gesproken. In de
frontstage zet je je publiek zichtbare rol neer en in de backstage onderhoud je het
, contact met je team van mede-acteurs. Front- en backstage horen bij bepaalde
rollen, maar er gelden andere verwachtingen.
Als er elementen van verschillende rollen worden gecombineerd dan spreken we van
een rolconflict, de verwachtingen van bepaalde rollen zitten elkaar dan in de weg.
Voor sociaal werkers liggen rolconflicten vaak op de loer. Het vertrouwen van de
cliënt moet wel gewonnen worden en dat gebeurt door informeel contact, maar als de
omgang te vriendschappelijk wordt kan dat de rol van de sociaal werker
bemoeilijken. Dit brengt ook de rolverdeling in het gedrang. Het is dus belangrijk dat
sociaal werkers zich bewust blijven dat ze een sociale rol spelen, daarvan de
verwachtingen bewaken en die ook duidelijk maken.
Wanneer een stel rollen vaker worden gecombineerd door bepaalde personen, wordt
er gesproken van rollenpatronen. Rollenpatronen hebben meestal wat te maken met
stereotypes. Kenmerken worden zonder goede reden met elkaar in verband
gebracht. Omdat verwachtingen van verschillende rollen binnen een rollenpatroon
met elkaar verbonden raken, gaan mensen zich er soms ook meer naar gedragen.
Ook worden sommige rollen vaker door vrouwen gespeeld en anderen vaker door
mannen.
1.4 Socialisatie
Socialisatie gaat over het leren om sociaal te zijn, ons gedrag raakt sociaal
aangepast aan de groepen die voor ons relevant zijn. Daarin verschilt socialisatie
van andere vormen van leren. Waarbij het bij een leerproces over kennisoverdracht
gaat, gaat het bij socialisatie specifiek over gedrag. Leerprocessen zijn bovendien
vaak expliciet, bij socialisatie is dit niet per se het geval. Onbewust sturen mensen
constant hun eigen en andermans gedrag bij. Er worden drie vormen van socialisatie
onderscheden:
1. Primaire socialisatie- kinderen leren basisvaardigheden van sociaal gedrag
verwerven. Dit speelt zich af in het gezin. Impliciete leerprocessen, aanleren
van gedrag vaak door imitatie gedrag
2. Secundaire socialisatie- dit vindt plaats in wat ruimere verbanden en is
explicieter gericht om mensen bepaalde vaardigheden bij te brengen. Mensen
leren zich sociaal te gedragen in ruimere verbanden en door socialiserende
instituties zoals op school, werk, overheid…
3. Tertiaire socialisatie- mensen weten hoe ze zich in sommige situaties sociaal
moeten gedragen, ook al hebben ze het niet meegemaakt. Door de media. Dit
is belangrijk voor de verspreiding van onze cultuur en ons gedrag.
Een groot deel van socialisatie komt neer op rol-socialisatie. In socialisatie leren we
wat verschillende rollen inhouden en welke verwachtingen erbij horen.
Tijdens socialisatie leer je ook van de relevante groepen welke waarden en normen
er gelden. Waarden zijn de algemene principes die mensen binnen een groep
hebben. Waarden zetten de basisspelregels van het sociale (rollen)spel uit. Waarden
zijn zeer algemene en vaak abstracte principes. Normen zijn regels waar men binnen
een groep aan vasthoudt en die voortkomen uit waarden. Normen zijn
gedragsrichtlijnen die ons meer concrete houvast geven bij het uitvoeren van rollen