Deze samenvatting bevat het artikel over werving en selectie en hf 1tm3 en 6tm15 van organizational behavior - emerging knowledge global reality 10e Edition
Hoofdstuk 1: introductie van het veld van organisatiegedrag
Organisatiegedrag: de studie van wat mensen voelen, denken en doen in en om organisaties
- Het onderzoekt de relaties tussen individuen en teams in organisaties en hoe ze interacteren
met externe omgevingen
- Organisaties zijn groepen mensen die onafhankelijk werken naar een bepaald doel
- Mensen interacteren met elkaar in een georganiseerde manier en hebben een collectief doel
Waarom is organisatiegedrag belangrijk voor organisaties en individuen:
- Het bied een goede fundatie van kennis en vaardigheden ontwikkeling voor succes in
organisaties
- Helpen je betere persoonlijke theorieën aan te nemen om organisatie events te begrijpen,
voorspelen en beïnvloeden
- Proberen de organisatie effectiviteit te verbeteren
- Het identificeert manieren voor organisaties om het potentieel van menselijk kapitaal (kennis,
vaardigheden, creativiteit) te ontwikkelen en benutten
- Geven een beter beeld van de relaties met stakeholders
De ankers waarop kennis over gedrag in organisaties is gebaseerd:
- Systematisch onderzoek
- OG theorieën moeten bruikbaar zijn in de praktijk
- Multidisciplinair: het vakgebied moet zich ontwikkelen op basis van kennis in andere
disciplines en niet alleen op basis van zijn eigen geïsoleerde onderzoeksbasis
- Contingentieanker: OG theorieën moeten er in het algemeen rekening mee houden dat er in
verschillende situaties, verschillende gevolgen zijn
- Analyse op meerdere niveaus: OG-onderwerpen kunnen worden bekeken vanuit individuele,
teams- en organisatieniveaus van een analyse
Trends op de werkplek op het gebied van diversiteit en de inclusieve werkplek, integratie tussen werk
en privéleven en werken op afstand:
- Een inclusieve werkplek is een werkplek waardeert mensen van alle identiteiten en iedereen
kan zichzelf zijn en tegelijkertijd een bijdrage leveren aan de organisatie
- Diversiteit op verschillende niveaus:
o Oppervlakkig niveau: waarneembare en openlijke verschillen
o Diep niveau: verschillen in overtuigingen, persoonlijkheid, waardes en attitude
- Diversiteit op de werkvloer zorgt voor betere houding, beslissingen en teamprestaties
- Uitdagen met diversiteit: disfunctionele conflicten en tragere teamontwikkeling
- Integratie tussen werk en priveleven: de mate waarin mensen effectief betrokken zijn bij hun
verschillende werk- en nietwerkrollen en een lage mate van rolconflict hebben in deze
domeinen
- Integratie maximaliseren: door flexibele werkplanning en zorgen dat de twee rollen op een
lijn liggen
- De effectiviteit van werken op afstand hangt af van de werknemer, functie en organisatie
MARS-model en de vier factoren die het individuele gedrag en de prestaties rechtstreeks
beïnvloeden:
- Motivatie: kracht binnen een persoon die richting, intensiteit en volharding van vrijwillig
gedrag beïnvloeden
- Bekwaamheid: natuurlijke en aangeleerde vaardigheden, en de gewoonten die nodig zijn om
een taak succesvol te voltooien
, - Rolpercepties: mate waarin mensen de takken begrijpen die aan hen zijn toegewezen of die
van hen worden verwacht
- Situationele factoren: factoren die buiten de directe controle van de werknemer liggen en die
gedrag en prestaties beperken, faciliteren of stimuleren
Vijf soorten individueel gedrag in organisaties:
- Taakprestaties: doelgericht gedrag onder de controle van het individu dat de doelstellingen
van de organisatie ondersteunt
o Aanpassingsvermogen, poractiviteit
- Organisatorisch burgerschapsgedrag: verschillende vormen van samenwerking en
hulpvaardigheid jegens anderen die de sociale en psychologische context van de organisatie
ondersteunen
- Contraproductief werkgedrag: gedrag dat de potentie heeft de organisatie direct of indirect
schade toe te brengen
- Deelnemen aan en blijven bij de organisatie
- Handhaven van de aanwezigheid van de organisatie: minimaliseren van ziekteverzuim als
men in staat is te werken en het vermijden van gepland werk als men niet fit is
Hoofdstuk 2: individuele verschillen: persoonlijkheid en waarden
Persoonlijkheid: verwijst naar een relatief duurzaam patroon van gedachten, emoties en gedragingen
die een persoon kenmerken, samen met de psychologische processen achter die kenmerken
- Gevormd door erfelijkheid (nature) en socialisatie (nurture)
Big five persoonlijkheid:
- Consciëntieusheid
- Vriendelijkheid
- Neuroticisme (laag = emotionele stabiliteit)
- Openheid voor ervaring
- Extraversie
- Consciëntieusheid en extraversie zijn de beste voorspellers van werkprestaties
- Extraversie en openheid voor ervaringen zijn de beste voorspellers van adaptieve en
proactieve prestaties
- Emotionele stabiliteit wordt ook geassocieerd met een beter aanpassingsvermogen
- Consciëntieusheid en vriendelijkheid zijn de beste voorspeller van organisatorisch
burgerschap en contraproductief werkgedrag
Vier kwesties waarmee rekening wordt gehouden met betrekking tot de big-five
persoonlijkheidsfactoren:
- Mensen met hogere persoonlijkheidsniveaus zijn niet noodzakelijke betere presteerders
- Specifieke persoonlijkheidskenmerken soms betere voorspellers van gedrag zijn dan de
bredere big-five factoren
- Persoonlijkheid verandert tot op zekere hoogte gedurende iemands leven
- De big five bestrijkt niet de gehele persoonlijkheid van een individu
Dark traid persoonlijkheid: een cluster van ongewenste persoonlijkheidskenmerken:
- Machiavellisme: sterkte motivatie om hun eigen doelen te halen ten koste van anderen
o Plezier hebben in anderen te slim af te zijn of te misleiden
- Narcisme: mensen met grandioos, obsessief geloof in hun superioriteit en recht
o Agressief deelnemen aan aandachtzoekend gedrag
, o Arrogantie, ongevoeligheid over de uitbuiting van anderen voor persoonlijke
doeleinden
- Psychopathie: mensen die anderen meedogenloos domineren en manipuleren zonder
empathie of gevoelens van spijt of angst
o Oppervlakkige charme gebruiken
- Kenmerken van lage eerlijkheid of de neiging om anderen kwaadwillig te ondermijnen om de
eigen winsten te maximaliseren
- Mensen met deze persoonlijkheid houden zich meer bezig met organisatiepolitiek, agressie
op de werkplek, contraproductief gedrag en slecht teamgedrag
- Ze nemen ook risicovolle beslissingen wat resulteert in een slecht beleggingsrendement
- Echter ook geassocieerd met manipulatieve politieke vaardigheden die resulteren in betere
prestatiebeoordelingen, centralere posities in werknemersnetwerk en betere lonen
Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) identificeerd:
- Verkrijgen van energie (extraversie vs. introversie)
- Informatie waarnemen (waarnemen vs. Intuïtie)
- Informatie verwerken en beslissingen nemen (denken vs. Voelen)
- Oriënteren op de buitenwereld (oordelen vs waarnemen)
- Weinig of geen empirische validatie (dubbelzinnige categorieën) en verschillende meetfouten
Schwartz’s model van individuele waarden:
- Waarden: stabiele, evaluatieve overtuigingen die onze voorkeuren voor uitkomsten of
handelwijzen in uiteenlopende situaties sturen
- Verschil met persoonlijkheidskenmerken:
o Meer evaluatief (ipv beschrijvend)
o Meer kans op conflicten
o Meer gevormd door socialisatie dan erfelijkheid
- Het model van Schwartz organiseert 57 waarden in een circumplex van 10 dimensies lang
twee bipolaire dimensies:
o Openheid voor verandering tot behoud
o Zelfverbetering tot zelftranscendentie
- Waarden beïnvloeden gedrag op drie manieren:
o Het vormgeven van de aantrekkelijkheid van keuzes
o Het inlijsten van percepties van de werkelijkheid
o Het afstemmen van gedrag op het zelfconcept en de zelfpresentatie
- Het effect van waarden op gedrag hangt ook af van de vraag of de situatie het gedrag
ondersteunt of verhindert en van hoe actief we erover nadenken en de relevantie ervan voor
de situatie begrijpen
- Waardencongruentie: hoe vergelijkbaar de waarden hiërarchie van een pesoon is met de
waarden hiërarchie van een andere bron (organisatie, team enz.)
Ethiek: morele principes (menselijk goed) of maatschappelijke normen die bepalen of acties goed of
fout zijn en de uitkomsten goed of slecht zijn:
- Utilitarisme: het grootste goed voor het grootste aantal
- Individuele rechten: handhaven van natuurlijke rechten
- Verdelende rechtvaardigheid: passende beslissingscriteria toepassen om de voordelen en
lasten te verdelen
- Zorgethiek: de morele verplichting om anderen te helpen
Ethisch gedrag wordt beïnvloed door:
- Mate waarin een kwestie de toepassing van ethische principes vereist (morele intensiteit)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floor04. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,16. Je zit daarna nergens aan vast.