Dieetleer
Samenvatting
Handboek Voeding bij Kanker
Hoofdstuk 4. Voeding
1. Voeding en ziekte
Voeding en dieetmaatregelen beïnvloeden niet rechtstreeks het kankerproces daarvoor zijn
antitumorbehandelingen nodig (chirurgie, chemotherapie). Voldoende en goede voeding nodig om
behandeling te kunnen doorstaan, schade van behandeling te beperken en te kunnen herstellen.
Maligne proces kan negatieve invloed hebben op voedingstoestand en lichaamssamenstelling.
2. Voedingstoestand
Naast patiënten die zichtbaar vermageren en in conditie achteruitgaan, zijn er ook mensen die alleen
tijdelijk weinig eetlust hebben en gewicht stabiel blijft, maar toch in een slechte voedingstoestand
zitten door een slechte lichaamssamenstelling.
3. Ondervoeding bij kanker
Ondervoeding gaat over verlies vetvrije massa (spiermassa).
Eerste symptoom vaak onbedoeld gewichtsverlies. Ondervoeding bij kanker is een ongunstige factor
meer complicaties, mortaliteit hoger, grotere kans infecties. Heeft ook meerdere bijwerkingen bij
radio- en chemotherapie waardoor niet de nodige bestraling gegeven kan worden en ook slaat het
door ondervoeding nog minder aan.
Het is van belang vast te stellen of patiënt ondervoed is, waardoor veroorzaakt, wat de aard en de
ernst is:
Graderingssysteem percentage gewichtsverlies en BMI gekoppeld aan overleving.
,Let op: oedeem en ascites of dehydratie kunnen de interpretatie van gewichtsveranderingen
verstoren. Gewichtsverlies alleen is onvoldoende om verlies aan vetvrije massa aan te tonen en te
bepalen of er sprake is van metabole ontregeling.
Begrippen:
- Ondervoeding voedingstoestand waarbij sprake is van een tekort of disbalans van energie,
eiwit en/of andere nutriënten die leidt tot meetbare nadelige effecten op de
lichaamsomvang en de lichaamssamenstelling, op het functioneren, en op klinische
resultaten.
- Wasting proces waarbij onder invloed van ziekte de spier- en vetmassa (ernstig)
vermindert.
- Precachexie beginstadium cachexie, beginnende ondervoeding door ziekte, waarbij
gewichtsverlies nog beperkt is maar wel bijkomende verschijnselen optreden.
- Cachexie zeer ernstige vorm van ondervoeding door ziekte. Kenmerken progressief
ernstig gewichtsverlies en extreme vermagering (vetvrije massa als vetmassa afgenomen,
spieratrofie ontstaan en ernstig verlies van spierkracht).
- Refractaire cachexie vergevorderd stadium cachexie met lage functiestoornis en beperkte
levensverwachting.
- Sarcopenie verlies spiermassa en spierkracht bij gelijkblijvende of stijgende vetmassa,
waardoor geen gewichtsverlies optreedt.
- Sarcopene obesitas verlies spiermassa en spierkracht dat gepaard gaat met een hoge
vetmassa en (ernstig) overgewicht.
- Asthenie algemene zwakte gekenmerkt door vermoeidheid, fysieke en psychische
uitputting, zich uitend in concentratiestoornissen, geheugenverlies en emotionele labiliteit.
4. Oorzaken van ondervoeding
Door onvoldoende inname, onvoldoende absorptie, verlies voedingsstoffen, inflammatie met
metabole ontregeling, of door combinatie.
4.1 Onvoldoende inname
Hongeren of starvation inname en verbruik verstoord door minder te gaan eten. Onvoldoende
inname ook wanneer de behoefte omhoog is gegaan.
Onvoldoende inname kan komen door:
- Anorexie gebrek aan eetlust, gepaard met snelle verzadiging, smaak- en
reukveranderingen.
- Obstructie en functieverlies tumoren in mond, keel, slokdarm of maag kunnen er kauw-
en slikproblemen zijn of er kan een obstructie komen, ook maagproblemen, gestoorde
spijsvertering en malabsorptie. Bij vloeibare voeding altijd onvoldoende omdat het armer is
aan energie en eiwit en grotere volume geeft sneller een vol gevoel.
, - Problemen van het spijsverteringskanaal droge mond, hinderlijke slijmvorming, ontstoken
slijmvliezen, gebitsproblemen. Ook problemen als gestoorde maagontlediging, misselijkheid,
braken, diarree en obstipatie.
- Pijn, benauwdheid, vermoeidheid producten vermijden en het niet meer kunnen genieten
van eten.
- Verhoogde behoefte bij wondgenezing, koorts, herstel behandelingen die weefselschade
hebben veroorzaakt, grote verliezen.
- Dagritme, (zelf)zorg en hulpbehoevendheid ritme en organisatie kunnen door kanker
zodanig verstoord zijn dat de patiënt onvoldoende in de gelegenheid komt om te kunnen
eten. In ziekenhuis worden ook vaak maaltijden overgeslagen omdat ze nuchter moeten zijn
voor een onderzoek of op een eetmoment net een bestraling hebben.
- Psychosociale stress en depressieve-stemmingsstoornissen kanker brengt veel emoties
waardoor ze minder goed kunnen eten. Voeding kan zelf een bron van emotie en stress zijn.
4.2 Inflammatie en metabole ontregeling
Ondervoeding door inflammatie en metabole ontregeling als gevolg van ziekteproces zelf kan
optreden ondanks een voldoende inname.
Chronisch ontstekingsproces met veranderde waarden aan bepaalde acutefase-eiwitten en
cytokinen:
Acutefase-eiwitten zijn eiwitten waarvan concentratie in bloed al in vroeg stadium van inflammatie
stijft of daalt. De tumor en/of het immuunsysteem maken cytokinen die vrijkomen in de bloedbaan
waarop de lever reageert door acutefase-eiwitten aan te maken. C-reactief proteïne (CRP) en
lipopolysacharidebindende proteïne (LBP) zijn positieve acutefase-eiwitten die toenemen bij
inflammatie. Albumine is een negatief acutefase-eiwit dat afneemt bij inflammatie. Cytokinen zijn
eiwitten die een rol spelen in de immuunafweer, ze bestaan in inflammatie stimulerend en in
interleukinen en cytokinen die inflammatie remmen. Cytokinen hebben negatieve invloed op eetlust.
Ondervoeding bij inflammatie en metabole intregeling wordt zowel vetmassa als de vetvrije massa
afgebroken afname lichaamsgewicht en spiermassa en spierkracht (meer vermoeidheid) met
uiteindelijk asthenie.
Het geheel van ondervoeding door inflammatie met metabole ontregelingen onvoldoende inname
gerelateerd aan kankerproces anorexie-cachexiesyndroom.
5. Het anorexie-cachexiesyndroom
Multi-factorieel yndroom als gevolg van ziekte, dat wordt gekenmerkt door verlies skeletspiermassa
(met of zonder verlies vetmassa) die niet volledig kan worden behandeld door conventionele
voedingsinterventie en die leidt tot progressieve functionele beperkingen.
, Als gevolg hiervan kan cachexie ontstaan, criteria:
- Ernstig onbedoeld gewichtsverlies 10% of meer ongeacht de periode van gewichtsverlies
- In combinatie met ten minste drie van volgende bijkomende verschijnselen:
Anorexie met sterk verminderde inname
Verminderde spiermassa
Afgenomen spierkracht
Ernstige vermoeidheid
Biochemische ontregelingen (hoog CRP, anemie, laag albuminegehalte)
Stadia cachexie:
- Precachexie gewichtsverlies maximaal 5%, maar wel bijkomende verschijnselen
- Cachexie gewichtsverlies 10% in laatste 6 maanden en spiermassa en spierkracht neemt
af.
- Refractaire cachexie karnofsky-index van 40 of minder of WHO-functiescore van 3 of 4 en
levensverwachting minder dan 3 maanden.
Voor een zo effectief mogelijke behandeling is het belangrijk de oorzaak te weten van de
ondervoeding. Ondervoeding van onvoldoende inname kan gecorrigeerd worden door
voedselaanbod, die door inflammatie en metabole ontregeling niet. Dan moet namelijk de
onderliggende oorzaak worden behandeld, wat meestal de tumor is. Soms wanneer dit is
weggehaald kan door complicaties nog steeds de voedingstoestand niet hersteld worden en gaan de
patiënten over naar ondervoeding door onvoldoende inname (nu zonder inflammatie en metabole
ontregeling).
Voeden geeft tijdwinst om de geplande ziektegerichte behandelingen onder optimale
voedingscondities te kunnen verrichten en zo curatie of maximale palliatie te bereiken.