Introductie in de managementwetenschappen
Onderwerpen binnen dit thema
• de begrippen ‘management’, ‘organisatie’ en ‘manager’
• onderscheid tussen een organisatie, een bedrijf en een onderneming
• onderscheid tussen verschillende (juridische) vormen van organisaties
• het begrip strategie volgens onder andere Porter, Prahalad en Mintzberg
• de fasen van het strategisch managementproces
• begrippen als ‘missie’, ‘visie’, ‘kernwaarden’ en ‘ambities’
• externe analyse (in het bijzonder DESTEP-methodes)
• interne analyse (Boston CG-matrix)
• SWOT-analyse
• de modellen voor strategiekeuze van Porter (concurrentiestrategie), groeistrategie
van Ansoff, klantenwaardestrategie van Treacy/Wiersema, en de BSC-methode
• specifieke voorbeelden van strategieontwikkeling
Week 1
Belangrijke begrippen
What is strategy?
What unique position will be able to achieve? Hoe worden we uniek?
De stappen om daar te komen zijn geen strategie
Thema 1 – Management en strategie
H1 Introductie van management en organisatie
De zes aandachtsgebieden staan met elkaar in verband. In het midden staat organiseren, dat
is het optimaal laten samenwerken van alle deelgebieden.
- Strategie; De strategie en de doelen van een organisatie vormen het uitgangspunt
voor de invulling van de overige aandachtsgebieden.
- Management; het management is verantwoordelijk voor de strategie van de
organisatie, het uitvoeren daarvan en het behalen van de doelen.
- Cultuur; de cultuur van een organisatie is de wijze waarop medewerkers in een
organisatie met elkaar omgaan. Dat is nauw verbonden met de wijze van leidinggeven
en de structuur.
- Processen; processen zijn primair bedoeld om de producten en/of diensten te
realiseren. Processen zijn erg belangrijk om de afnemer tevreden te stellen.
- Medewerkers; het doelmatig samenwerken van mensen is cruciaal voor het succes
van de organisatie, de medewerkers spelen hierin een belangrijke rol.
,Organisatiekunde
De oorspronkelijk naam voor het vakgebied management en organisatie is organisatiekunde.
Het is een heel praktijk en toepassingsgericht gebied, waarbij wetenschappelijk onderzoek,
methodes en onderbouwde bewijzen noodzakelijk zijn. Organisatiekunde is een
interdisciplinair vakgebied. Verschillende vakgebieden komen hierin samen.
Vakgebieden waarvan organisatiekunde gebruikmaakt zijn bijvoorbeeld;
Bedrijfseconomie, algemene economie, marketing, juridische wetenschappen, technische
wetenschappen, gedragswetenschappen.
Management, organiseren en manager
Management heeft te maken met leidinggeven. Er zijn drie belangrijke woorden;
- Samenwerken; management in gericht op het laten samenwerken van mensen. Vaak
hebben deze mensen verschillende achtergronden, leeftijden, culturen, opleidingen
en voeren ze verschillende functies uit.
- Optimaal; niet alleen het samenwerken is belangrijk, maar dit moet ook zo goed
mogelijk gebeuren, zowel voor de organisatie als geheel als voor de mensen (de
deelnemers van de organisatie).
- Bepaald doel; het managen van de samenwerking is gericht op een bepaald doel. Het
is dus niet vrijblijvend.
Organiseren
Het optimaal laten samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken.
Manager
Een persoon die sturing geeft aan processen, mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken.
Organisaties, bedrijven en ondernemingen
Managers werken is organisaties ondernemingen en bedrijven. Een organisatie is een
samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken. Vaak kan dit doel
beter bereikt worden wanneer mensen samenwerken ipv individueel.
Onder het begrip organisatie vallen ook bedrijven. Een bedrijf produceert goederen of
diensten en voorziet daarmee in een maatschappelijke behoefte. Dit kunnen behoeften zijn
op gebied van werken, wonen, zorg, kunst, educatie etc.
Een bedrijf heeft bestaansrecht wanneer de maatschappij behoefte heeft aan de producten
of diensten die door het bedrijf worden voortgebracht. Binnen de groep bedrijven bevinden
zich ook ondernemingen.
,Ondernemingen zijn bedrijven waarbij het maken van winst het primaire doel is.
Bijvoorbeeld een Albert Heijn, Unilever, Mc Donalds etc.
Wanneer we in dit boek hebben over een organisatie bedoelen we daar vaak ook een bedrijf
of onderneming mee.
Organisatie kan je ook nog indelen op profit- en non-profit organisaties. Het gaat dus om
bedrijven die wel en niet gericht zijn op het maken van winst.
Profitorganisaties
Het doel bij deze organisaties is het maken van winst. Dat is een voorwaarde voor
continuïteit. Ondernemingen en profitorganisaties zijn synoniemen.
Ondernemeningen die niet alleen bezig met het maken van winst. Ook de maatschappelijke
positie en verantwoordelijkheid is belangrijk.
Ondernemingen die ook sociaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen worden ook
wel not-for-profit-only-organisaties genoemd.
Non-profitorganisaties
Een non-profitorganisatie is niet primair gericht om het maken van winst, maar op het
vervullen van de maatschappelijke behoeften. Winst maken is niet hun doel maar het kan
wel zijn dat je moet betalen voor hun diensten om er gebruik van te maken. Zij hebben
immers ook inkomsten nodig.
Organisaties en rechtsvormen
Organisatie kan je nog op een derde manier onderscheiden. Op basis van rechtsvormen.
Rechtsvormen bestaan er voor natuurlijke personen en voor rechtspersonen.
Natuurlijke personen zijn
- Eenmanszaken; Bij de rechtsvorm eenmanszaak is één persoon de eigenaar van de
onderneming.
- Maatschap; als twee of meer personen een specifieke samenwerking aangaan,
spreken we van een maatschap.
- Vennootschap onder firma (VOF); de vennootschap onder firma is een
ondernemingsvorm waarbij twee of meer personen (firmananten) een
samenwerkingsverband aangaan om onder een gemeenschappelijke naam een
bedrijf uit te oefenen.
- Commanditaire vennootschap (CV); bijzondere aan de commanditaire vennootschap
is dat er twee soorten firmanenten zijn: de beherende en de stille vennoten. De
beherende vennoten hebben de dagelijkse leiding, stille vennoten zijn alleen
financieel betrokken.
De rechtsvorm voor organisaties noemen we rechtspersonen (rechtsvormen met
rechtspersoonlijkheid).
Rechtspersonen zijn organisaties die handelingsbekwaam kunnen optreden in het
rechtsverkeer. Het is een juridische constructie waardoor een organisatie volwaardig en
, handelingsbekwaam op kan treden in het rechtsverkeer met alle rechter en plichten van
dien.
Rechtspersonen zijn in drie categorieën te verdelen
- Privaatrechtelijke rechtspersonen
- Publiekrechtelijke rechtspersonen
- Kerkgenootschappen
Privaatrechtelijke rechtspersonen zijn:
- Naamloze vennootschap; een naamloze vennootschap (nv) is een rechtspersoon
waarvan het kapitaal verdeeld is in aandelen die in beginsel vrij overdraagbaar zijn.
- Besloten vennootschap; een besloten vennootschap (BV) met beperkte
aansprakelijkheid is een rechtspersoon waarvan het maatschappelijk kapitaal
verdeeld is in aandelen die niet vrij overdraagbaar zijn; de aandelen staan op naam.
- Coöperatie; een coöperatie is een vorm van zelforganisatie van producenten of
verbruikers, gericht op het vergroten van de economische macht en het behalen van
schaalvoordeel.
- Vereniging; men spreekt van een vereniging als twee of meer personen volgens
vastgestelde regels samenwerken voor een bepaald doel.
- Stichting; een stichting is een organisatie die erop gericht is een bepaald – meestal
sociaal of ideëel – doel te verwezenlijken.