Inleiding Strafrecht:
Week 1:
Literatuur
● M.J. Kronenberg, B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse
strafrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2022, Hoofdstuk 1, 2 en 3.
Jurisprudentie
● HR 12 april 1897, W1897, 6954 (Muilkorf)
● HR 19 juni 1911, W1911, 9203, m.nt. Simons (Hoornse taart)
● HR 6 februari 1951, ECLI:NL:HR:1951:2, NJ 1951/475, m.nt. Rölling
(Inrijden op agent)
● HR 9 november 1954, ECLI:NL:HR:1954:1, NJ 1955/55, m.nt. Pompe
(Cicero)
● HR 19 februari 1963, ECLI:NL:HR:1963:2, NJ 1963/512, m.nt. Rölling
(Verpleegster)
● HR 19 februari 1985, ECLI:NL:HR:1985:AC8716, NJ1985/633
(Aanmerkelijke kans)
● HR 31 januari 2012, ECL:NL:HR:2012:BQ9251, NJ 2012/536, m.nt.
Keijzer (Runescape)
Overig
● Webcast over de structuur van het strafbaar feit
Nabespreking probleem 1
Literatuur
● M.J. Kronenberg, B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse
strafrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2022, Hoofdstuk 2 (met uitzondering
van § 2.3 en § 2.7) en hoofdstuk 7.3.2 (De verdachte).
Jurisprudentie
● Hof Amsterdam 3 juni 1977, ECLI:NL:GHAMS:1977:AB7142, NJ 1978/601
(Hollende Kleurling)
● HR 2 februari 1988, ECLI:NL:HR:1988:AB7881, NJ 1988/820
(Stormsteeg).
Overig
● Webcasts over de structuur van het strafbaar feit en opzet/culpa.
Hoorcollege 1:
H1: Inleiding
Rechtsgebied is verbonden met moraal, veiligheid en rechtvaardigheid.
,Kern: bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd (wie en waarvoor).
Overheid straft burgers
↕ strafrecht
civielrechtelijk: dus burgers onderling
Civielrechtelijk: burgers kunnen elkaar voor de rechter slepen: advocaat een
dagvaarding laten sturen → onafhankelijke rechter (burgerlijke rechter) neemt
beslissing
Strafrechtelijk: Officier van Justitie (OvJ) kan als enige een verdachte van een strafbaar feit
voor de (straf) rechter brengen.
- OvJ= vertegenwoordiger van staatsorgaan.
Taak: vervolgen van verdachten (OM) → verdachte gedagvaard, verdachte
moet vervolgens verantwoording afleggen aan een rechter.
Eigenrichting= recht in eigen handen nemen → is verboden
Je bent verplicht te wenden naar de overheid.
Strafrechtelijk traject:
Aangifte doen van een strafbaar feit (uit wetboek van Sr) bij de politie → Politie
onderzoekt de zaak → resultaten gaan naar bureau van een OvJ → OvJ bepaalt of
er een strafrechtelijke dagvaarding gestuurd wordt → voor de strafrechter
verschijnen → rechter legt straf op.
Schadevergoeding: staat los van een geldboete opgelegd door de rechter
→ deze moet civielrechtelijk geregeld worden:
dagvaarding laten sturen → dagvaarden door burgerlijke rechter
Dit traject is ingewikkeld en tijdrovend → daarom kunnen slachtoffers
schadevergoeding verzoeken aan de strafrechter
Doel van straffen: vergelding en preventie
- Vergelding: morele genoegdoening → dader heeft kwaad gedaan aan de
samenleving, samenleving geeft kwaad terug aan dader.
- Preventie: strafbaar gedrag proberen te voorkomen
- Speciale preventie: dader krijgt gevolgen van zijn daad, dus zal deze niet nog
een keer verrichten
- Generale preventie: anderen (potentiële wetsovertreders) zullen dezelfde
daad niet verrichten, omdat ze zien wat de gevolgen voor anderen zijn.
Onderverdeling strafrecht:
- materieel strafrecht
- formeel strafrecht
- sanctierecht
Materieel strafrecht: Wat is een strafbaar feit? (Wetboek van Sr)
, - vraagstukken hebben betrekking op de grenzen van de aansprakelijkheid
→ bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen er gestraft
kunnen worden
- strafbepalingen (bv. moord en diefstal)
- algemene leerstukken, betrekking op uitsluiting van strafbaarheid (bv. noodweer) en
uitbreiding van strafbaarheid (bv. poging en medeplichtigheid)
Formeel strafrecht: Strafprocesrecht (Wetboek van Sv)
- Welke regels moeten worden gevolgd?
- Duiden op norm van materieel strafrecht
- bv. regels voor bevoegdheden van de politie, duur voorlopige hechtenis, inhoud van
dagvaardingen en het instellen van hoger beroep
Sanctierecht: voorwaarden voor strafoplegging
- mag er een taakstraf worden opgelegd?
- En welke voorwaarden mag de rechter stellen bij een voorwaardelijke straf?
- Wetboek van Sr en Wetboek van Sv
Commune strafrecht: in wetboeken opgenomen
Bijzonder strafrecht: strafbepalingen in andere wetten (bv. Wegenverkeerswet 1994, Wet
wapens en munitie etc.)
Opbouw Wetboek van Sr:
- Boek 1: algemene leerstukken van materieel strafrecht + regels met betrekking op
sanctierecht
→ algemene leerstukken zijn van toepassing op alle delicten in Sr en
bijzondere strafwetten
- Boek 2: Misdrijven
- Boek 3: Overtredingen
- Boek 6: tenuitvoerlegging
De boeken hebben een chronologische volgorde van het strafproces.
Boeken zijn in 1881 en 1921 tot stand gekomen.
→ Met de tijd gewijzigd in delen. Er worden steeds nieuwe wetten aangenomen
en ingevoegd in de boeken.
Strafrecht wordt beïnvloed door internationaal recht. NL is lid van de EU, dus invloed van
uitspraken van het Hof van Justitie van de EU.
Regels zijn supranationaal rechtelijk: regels die in een internationale organisatie worden
opgelegd, gelden direct in lidstaten.
Uitspraken van EHRM zijn ook supranationaal rechtelijk, dus bindend voor Nederland.
, H2: Inleiding materieel strafrecht
Opbouw strafbepaling:
- delictsomschrijving: geeft aan welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar wil
stellen.
- kwalificatie-aanduiding: maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht moet
worden benoemd.
- strafbedreiging: welke soort straf mag worden opgelegd en wat het maximum daarbij
is.
Vaak ontbreekt er een kwalificatie-aanduiding. Is samengevoegd met delictsomschrijving.
Bijzondere wetten kennen een gelaagd structuur → meerdere wetten zijn
betrokken.
2.2 Opbouw strafbaar feit:
Strafbaar feit= een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te verwijten.
Cumulatieve voorwaarden:
1. menselijke gedraging (MG)
2. wettelijke delictsomschrijving (DO)
3. wederrechtelijkheid (W)
4. schuld (verwijtbaarheid: V)
→ vierlagenmodel
Menselijke gedraging (MG):
- verricht door een mens (dus geen dieren)
- natuurlijke personen + rechtspersonen (BV’s. stichtingen en gemeenten)
→ art. 51 lid 1 Sr
- Letterlijke gedraging, dus geen gedachte. Pas bij uitvoering van de gedachte is het
strafbaar.
- Nalaten van gedraging valt ook onder strafbaar feit (omissiedelict)
Strafproces:
Menselijke gedraging komt in uitdrukking in de tenlastelegging= processtuk waarin staat
beschreven welke gedraging de verdachte, volgens OvJ, zou hebben verricht.
Rechter: art. 350 SV (materiële vragen)
→ geen bewijs dan vrijspraak op grond van art. 352 lid 1 Sv
Wettelijke delictsomschrijving (DO):
→ gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de wet terug te vinden zijn=
legaliteitsbeginsel (art.1 lid 1 Sr)
- feitelijke gedraging moet een juridische duiding, een juridisch etiket krijgen.
- interpreteren van de wet
Strafproces: