100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding staats- en bestuursrecht: Probleem 8 €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding staats- en bestuursrecht: Probleem 8

 60 keer bekeken  1 keer verkocht

Probleem 8 focust zich volledig op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • Ja
  • 5 juli 2019
  • 5
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (129)
avatar-seller
tax-student
Wat zijn de a.b.b.b.’s?

De beginselen van behoorlijk bestuur hebben drie functies:
1. Voor het bestuur zijn het in acht te nemen rechtsnormen.
2. Voor de burger zijn het normen waarop hij zich in een rechtsgang kan beroepen.
3. Voor de rechter zijn het toetsingsnormen die, bij schending, kunnen leiden tot vernietiging
van een besluit.

Formele beginselen: focus op de procedure van een besluit
 Verbod van vooringenomenheid (art. 2:4 Awb)
 Zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb)
 Motiveringsbeginsel (art. 3:46 Awb)

Materiële beginselen: focus op de inhoud van een besluit
 Verbod van willekeur (art. 3:4 Awb)
 Evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2 Awb)
 Verbod van détournement de pouvoir (art. 3:3 Awb)
 Vertrouwensbeginsel (niet gecodificeerd)
 Gelijkheidsbeginsel (niet gecodificeerd)
 Rechtszekerheidsbeginsel (niet gecodificeerd en deels formeel)

Verbod van vooringenomenheid
In art. 2:4 lid 1 Awb staat dat een bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid moet
vervullen. Hij moet objectief zijn en zich niet laten beïnvloeden door persoonlijke belangen.
Lid 2 is nog niets specifieker: ‘Personen die tot een bestuursorgaan behoren of daarvoor werkzaam
zijn en een persoonlijk belang bij een besluit hebben, mogen niet de besluitvorming beïnvloeden.’ Dit
past bij het beginsel ‘nemo iudex in re sua’ wat betekent dat niemand rechter mag zijn in zijn eigen
zaak.

Zorgvuldigheidsbeginsel
Volgens art. 3:2 Awb moet het bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis
omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaren. Dit heeft dus betrekking op de
onderzoeksplicht.

Het zorgvuldigheidsbeginsel heeft ook een materiële kant: aan een besluit moet ook een deugdelijke
feitenvaststelling ten grondslag liggen. Wanneer het bestuursorgaan een bepaald belang ten
onrechte buiten beschouwing laat of baseert men zich op onjuiste informatie, dan kan het besluit
door de rechter worden vernietigd.

Het bestuursorgaan hoeft niet altijd al het onderzoek zelf te verrichten. De belanghebbende die een
bepaald besluit aanvraagt, dient daarvoor zelf de benodigde gegevens aan te leveren. Die
informatieplicht voor een beschikking staat in art. 4:2 lid 2 Awb.

Het zorgvuldigheidsbeginsel is dus deels formeel en deels materieel. Formeel betreffende de
procedure van het verkrijgen van informatie. Materieel betreffende de afweging die het
bestuursorgaan moet maken.

Verbod van willekeur
In art. 3:4 Awb staat dat het bestuur op basis van de beschikbare informatie alle rechtstreeks
betrokken belangen moet afwegen. Er mag dus niet willekeurig worden gehandeld. Niet alle
belangen hoeven worden afgewogen.

, Welke belangen een rol mogen spelen in de besluitvorming van een bestuursorgaan wordt verder
bepaald door het specialiteitsbeginsel en de hiërarchie binnen de toepasselijke regelingen.
Het specialiteitsbeginsel houdt in dat iedere bestuursrechtelijke wet alleen mag worden toegepast
ten behoeve van haar eigen speciale, door die wet aangegeven doelen. Je mag dus niet zomaar elke
bestuursrechtelijke wet gebruiken bij het nemen van een besluit.
De hiërarchie houdt in dat de hogere wetgever de bescherming van bepaalde belangen volledig aan
zich getrokken kan hebben.

Evenredigheidsbeginsel
In art. 3:4 lid 2 Awb wordt uitgewerkt dat de voor de belanghebbende nadelige gevolgen van het
besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Er moet worden voorkomen dat burgers onevenredig zwaar worden getroffen door een besluit, in
vergelijking met andere burgers in dezelfde situatie.
Arrest Studielink

Verbod van détournement de pouvoir
Dit verbod houdt in dat een bestuursorgaan een bevoegdheid niet voor een ander doel mag
gebruiken dan waarvoor die bevoegdheid is verleend (art. 3:3 Awb).
De bevoegdheid kan uit verschillende dingen blijken:
1. Hij kan expliciet zijn aangegeven
2. Het kan blijken uit de expliciete doelstelling
3. Het kan blijken uit de doelstelling die is beoogd

Als het doel precies is omschreven, zal strijd met het verbod eerder kunnen worden aangetoond dan
wanneer het doel vaag is geformuleerd.
Strijd met het recht is moeilijk te bewijzen: een bestuursorgaan zal niet snel toegeven dat het een
bevoegdheid voor een oneigenlijk doel heeft gebruikt. In de tweede plaats zal, als een bevoegdheid
wordt gebruikt voor een doel dat buiten de betreffende regeling valt, er meestal ook sprake zijn van
strijd met die regeling, zodat de bestuursrechter het aangevochten besluit zal vernietigen wegens
strijd met het recht.

Motiveringsbeginsel
Volgens art. 3:46 Awb dient een besluit te berusten op een deugdelijke motivering. Van geval tot
geval zal moeten worden bezien aan welke vereisten een deugdelijke motivering moet voldoen.
Er geldt een vereiste van een draagkrachtige motivering: de motivering moet het besluit kunnen
dragen:
a. De feiten moeten juist worden vastgesteld.
b. De vastgestelde feiten moeten leiden tot het besluit.

Volgens art. 3:47 Awb moet er ook sprake zijn van een kenbare motivering:
a. De motivering moet inzicht verschaffen in de gevolgde gedachtegang van het
bestuursorgaan.
b. De motivering moet voor de belanghebbende begrijpelijk zijn.

Het kan zijn dat er geen motivering verplicht is, als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat
daaraan geen behoefte bestaat (art. 3:48 lid 1 Awb). Als de belanghebbende er binnen een redelijke
termijn om vraagt, wordt het bestuursorgaan alsnog tot een motivering verplicht (art. 3:48 lid 2
Awb).
Soms mag een bestuursorgaan bij de motivering van zijn besluit gebruikmaken van een advies. Art.
3:49 en 3:50 Awb geven daarvoor de volgende regels:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tax-student. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49497 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd