Basisboek Facility management Bernard Drion en Hester van Sprang
Inhoud:
Geschiedenis van FM
Hoofdstuk 1 Wat is FM + Begrippenlijst
Hoofdstuk 2 De werkomgeving + begrippenlijst
Hoofdstuk 3 De dynamiek rond de werkomgeving
Hoofdstuk 4 De facilitaire organisatie
Hoofdstuk 6 De toegevoegde waarde van facility management
,Geschiedenis van FM
Waarom heeft Maslow dit gemaakt? Hiërarchie in de behoeftes van de mens.
Piramide van Maslow:
- Zelfontplooiing
- Behoefte aan waardering en erkenning
- Behoefte aan sociaal contact
- Behoefte aan veiligheid en zekerheid
- Primaire fysieke behoefte
,Hoofdstuk 1 Wat is FM
1.2 Facility management
Primair proces - kernproces
Facility management - ondersteunende functie
Facility management is verantwoordelijk voor de optimale werk-, verblijfs- en zorgomgeving, zowel
fysiek als virtueel. Fysiek zijn de gebouwen en virtueel is het geheel van (dankzij
informatietechnologie) mogelijke locaties buiten de eigen werkomgeving van het bedrijf.
De facilitaire medewerker heeft altijd te maken met twee belanghebbenden:
Interne klant (medewerkers in het primaire proces van het bedrijf)
Externe klant (bezoeker)
De intensiteit van de relatie tussen facilitair medewerker de interne klant en de externe klant
verschilt per branche.
Intensiteit klantrelatie facilitaire medewerker in:
Kantoorhoudende bedrijven: De FM heeft vooral te maken met de interne klant, de medewerkers
van het primaire proces de interne klant heeft weer contact met de externe klant. Maar de FM heeft
weinig contact met de externe klant.
Medewerker in de zorgsector: In de zorgsector is er tussen FM, interne klant en externe klant
evenveel contact primaire proces.
Horeca en recreatie: In de branche horeca en recreatie heeft het FM een directe relatie met de
externe klant.
, 1.3 Het werkveld van de facility manager
Er zijn 5 hoofdgroepen:
Huisvesting: het verschaffen van onderkomen; de gebouwen en gebouwsgebonden
installaties (klimaatinstallaties, liften), renovaties, nieuwbouw en gebouwonderhoud.
Diensten en middelen: Hard en soft service
Hard service: betreft het gebouw, de installaties en het onderhoud
Soft service: gebruikersgebonden (mensgericht) diensten (catering, schoonmaak,
beveiliging, conciërge)
ICT: informatie- en communicatietechnologie, verantwoordelijk voor bereikbaarheid,
communicatie, kennis en informatiemanagement, computers, faxen, printers etc.
Externe voorzieningen: datgene wat zich afspeelt buiten de eigen huisvesting en waar de
facility manager toch verantwoordelijk voor is; externe vergaderaccommodatie,
thuiswerkplekken, personenvervoer zoals dienstreizen etc.
(Facility) management om de groepen te managen (algemeen management van de afdeling):
het managen van de facilitaire afdelingen; personeel, administratie, inkoop, strategie,
marketing, secretariaat, organisatie, geld.
Facility management: het management van alle diensten die aan de werkomgeving gerelateerd zijn
en die nodig zijn om mensen te ondersteunen bij hun streven naar toegevoegde waarde aan de
organisatie.
In deze definitie staat een aantal kernwoorden die je moet toelichten:
Diensten: hoewel in de NEN 2748 sprake is van diensten en middelen, wordt er in de
omschrijving uitgegaan dat middelbeheer een onderdeel is van een dienst. Het geheel, de
activiteit van leveren, is een dienst.
Werkomgeving: niet alleen de werkplekken (meubilair) maar ook een concreet gebouw of
mogelijke werkplekken (werkomgeving).
Mensen: is het focuspunt van FM.
Ondersteunen: dat doet FM in de primaire functies van een bedrijf.
Toegevoegde waarde: het vakgebied heeft lang in teken gestaan van kostenbesparing. Nu
streven we naar de mogelijke toegevoegde waarde van FM. Je kijkt niet of het een
kostenpost is maar of het een succes, een toevoeging kan bijdragen aan de werkomgeving.
De facility manager moet aandacht geven aan de volgende onderwerpen:
Interne klant (die professionele activiteiten verricht, die werkt)
Externe kant (bijvoorbeeld de bankrekeninghouder, patiënt, hotelgast)