Fysiologie samenvatting college 1.
Boek medische basiskennis.
16.1.3 de hulpeloosheid van de pasgeborene.
pasgeboren zoogdieren krijgen hun eerste voedsel via moedermelk. Er is een hechte band tussen
moeder en kroost. Een deel van het gedrag om te overleven is aangeboren, ook een deel is
aangeleerd.
voor de mens is zorgen voor een pasgeborene fundamenteel om te overleven
- 1e zorg is lichaamstemperatuur, in een te koude of warme omgeving overleefd het niet zonder
dekens etc.
- naast moedermelk is er flesvoeding.
enkele maanden na de geboorte krijgt een kind ook andere voedingsproducten, die zijn afgestemd
op de rijpingstoestand van het maagdarmstelsel.
het meest onderontwikkelde lichaamskenmerk van pasgeboren baby’s is zijn onvermogen tot
doelmatig bewegen. Hij kan alleen liggen en wat met zijn armen en benen bewegen. En een jaar tot
zijn eerste stappen.
de lichamelijke ontwikkeling van een pasgeborene tot de kleuterleeftijd is een interessant proces dat
menig ouders fascineert. Ook de geestelijke en sociale ontwikkeling.
16.3.3 veranderingen na de geboorte.
de geboorte is een traumatische gebeurtenis voor de foetus (huilpartij). Verder wordt de huilpartij
gezien als teken van gezondheid beschouwd, dat betekend dat hij adem haalt. Ademhalen is 1 van de
5 punten van de apgasrscore, een lijst van levenstekenen bij het pasgeboren kind.
Kenmerk Score 0 Score 1 Score 2 Acroniem
Huidkleur Blauw Blauwe handen/ Rose Appearance
voeten
Hartslag Niet voelbaar < 100 100 Pulse
Reflex Geen reactie Zwakke geluidjes Krijsen Grimace
Spiertonus Slap Enige spanning Actief bewegen Activity
(Schrik)
Ademhaling Afwezig Zwak/ Sterk Respiration
onregelmatig
samengesteld door de Amerikaanse anesthesiste apgar om de levenskansen in te schatten van een
pasgeborene. Een verloskundige inspecteert na de geboorte deze kenmerken en kent bij ieder
onderdeel een score toe. 0 is afwezig, 1 is matig aanwezig en 2 is optimaal aanwezig.
een lage score die nauwelijks verbeterd is sterke aanwijzing voor te kort aan zuurstof, een lage pols,
oppervlakkig adembewegingen en blauwe huidskleur zijn hiervoor indicaties.
geboorte gaat gepaard met zuurstofstress, de aanspanning van de baarmoederwand tijdens de
weeën en het actieve buikpersen gaan gepaard met een vermindering of stopzetten van de aanvoer
van het moederbloed naar de placenta. Bij de baby kan de navelstreng ook in de knoop raken of
bekneld raken om de hels. Dan kan de bloedtoevoer naar het babyhoofd te kort schieten, kortom
zuurstofnood is een reële bedreiging voor het kind.
,wanneer het risico op zuurstofnood hoog wordt ingeschat is een keizersnede een alternatief voor de
bevalling.
de belangrijkste lichamelijke verandering na de geboorte =
- bloedsomloop de navelstrengbloedvaten worden buiten werking gesteld (door afbinden en
doorknippen, in de dierenwereld breekt het spontaan af of bijt het moederdier het door.)
de opening tussen rechter en linker boezem sluit zich spontaan en de verbinding tussen
longslagader en aorta verschrompelt. gevolg hiervan rechter hartkamer volop in bedrijf komt en
het aangevoerde aderlijke bloed volledig door de longen pompt.
tegelijk worden de longen opgetrokken door de middenrifspier( naar onder) en de (tussenrib) spieren
van de borstkas (naar boven en opzij), zodat ze volgezogen worden met lucht. Er vindt dus
onmiddellijke uitwisseling van zuurstof en co2 plaats. Tussen de aangezogen lucht in de longblaasjes
en het langsstromende bloed in longhaarvaten.
de rode bloedcellen met foetaal hemoglobine worden vrij snel vervangen door rode bloedcellen met
volwassen hemoglobine. Als de lever de aanvoer van de afbraakproducten van foetale rode
bloedcellen niet kan verwerken, stijgt de concentratie bilirubine in het bloed. boven een bepaalde
concentratie wordt je huid geel. Als deze waarde extreem wordt, kunnen de hersenen blijvende
schade krijgen. Alle baby’s waarbij dit gebeurt wordt ter voorkoming van schade een wisseltransfusie
toegediend. Dat wil zeggen dat het bloed van het kind wordt uitgewisseld met het bloed zonder
foetaal hemoglobine en bilirubine.
Na de geboorte moeten de longen, spijsverteringskanaal en nieren volledig zelfstandig hun taken
doen. Voor de geboorte werden die door de placenta uitgevoerd. De moeder verzorgde feitelijk het
transport van alle stoffen tussen kind en de buitenwereld. Dat wil niet zeggen dat het
spijsverteringsstelsel volledig passief blijft in de foetale periode, want einde van de zwangerschap
drinkt het kind vruchtwater, het spijsverteringsverteringsstelsel is dus al enigszins voorbereid op zijn
taak na de geboorte.
geldt ook voor de nieren die de eerste urine in het vruchtwater lozen.
de longen kunnen niet oefenen afwijkingen aan longen, maagdarm kanaal of nieren zullen zich
voor de geboorte niet openbaren, want de placenta neemt die functie waar.
na de geboorte merk je snel de afwijkingen.
een algemene lichaamsfunctie die voor de geboorte door de moeder wordt verzorgd:
-lichaamstemperatuur. Baby’s koelen snel af doordat ze een groot huidoppervlak hebben in
verhouding tot hun lichaamsmassa. De warmteafgifte kan worden beperkt door isolerende kleding
en dekens en een warmere omgeving.
te veel kleding is ook gevaarlijk en veroorzaakt koorts, die boven 42 graden fataal kan zijn.
binnen gematigde klimaatomstandigheden functioneert de regulatie van de warmtehuishouding bij
een pasgeboren baby goed. De moeder moet blootstelling aan extreme omstandigheden vermijden.
Boek nutrition. fysiologie van de zwangerschap
stadia van menselijke foetale groei
zorgverlener telt 40 weken vanaf de laatste menstruatie.
deze 40 weken worden onderverdeeld in 3 semesters van 13-14 weken. deze tijdsverdelingen vallen
niet samen met specifieke stadia in de ontwikkeling van de foetus
, 1) Blastogene fase.
- snelle celdeling, cellen gaan zich differentiëren, de binnenste cellen vormen de foetus, de
buiten liggende cellen vormen de placenta. deze fase duurt 2 weken.
-bevruchte eicel implantaten zelf in de baarmoeder van de moeder.
2) Embryonale fase.
- vanaf de 2e tot de 8e week.
- placenta, vormt een filter.
- navelstreng aanwezig, voorziet embryo van voedingsstoffen, alles wat de moeder eet,
drinkt, rookt, bereikt de baby.
- organogenesis organen ontstaan in deze fase. Ook veel externe lichaamsstructuren zijn
gevormd.
-omdat tekorten aan voedingsstoffen of overmatige en inname van schadelijke stoffen in
deze periode kunnen leiden tot aangeboren afwijkingen (geboorteafwijkingen) of spontane
abortus (miskraken), is deze fase een kritieke periode van ontwikkeling.
3) Foetale fase.
- langste periode, van eind embryonale fase tot de geboorte.
-hier groet de foetus snel. Met drastische gevolgen voor de proporties van het lichaam van
de baby. Vanaf de 3e maand tot bevalling. Bij de bevalling is de baby 50 cm en 3.4 kg.
Moederlijke fysiologische veranderingen en voeding.
de lichamelijke veranderingen komen door hormonen vanuit het placenta.
- hartslag gaat met 20% omhoog.
- bloedvolume en rode bloedcellen aantal gaat omhoog
- hormonen zorgen voor groei en verandering van borstweefsel.
- curvatie in de ruggenwervel
- lage rug vet opslag
- baarmoeder vergroot
- darmen vertragen.
hormonen zorgen dat moederlijke weefsels groeien, zoals baarmoeder en borstweefsels. Meer
vetopslag.
de hormonen bereiden de borsten voor op lactatie. Het meer vet zorgt voor genoeg energie tijdens
de zwangerschap en lactatie. grootste reden aankomen gewicht.
bloedvolume neemt toe met bijna 50%, productie rode bloedcellen neemt toe en ook ijzer, folaat en
vitamine B zijn sleutelnutriënten voor de aanmaak van rode bloedcellen.
hemoglobine en hematocrietgehalte zijn lager tijdens de zwangerschap door de grote hoeveelheid
bloedplasma.
voedsel gaat langzamer door het darmkanaal, waardoor je meer nutriënten opneemt.
het langzamer door het darmkanaal gaan van voedsel leidt tot misselijkheid, brandend maagzuur,
verstoppingen en aambeien.
moederlijke gewichtstoename.
aanbevelingen van artsen over hoeveel gewicht u zult winnen, zijn gebaseerd op BMI vóór de
zwangerschap.