Samenvatting NL geschiedenis beknopter
Hoofdstuk 1. Van moeras naar handelssteden. Nederlandse geschiedenis tot
1384
Preromaanse tijd
Eerste bewoners:
o Homo Heidelbergenis: kwart miljoen jaar geleden, niet permanent.
o 35.000 jaar geleden: mensen verlaten Nederland door ijstijd, keren 10.000 jaar
geleden terug.
o Smeltwater: zeespiegel stijgt, Nederland wordt natter.
o Vondsten: Kano van Pesse (oudste boot), graf bij Hardinxveld-Giessendam
met vissen en pijlen.
Permanente bevolking:
o 5500 v.C.: Neolithische cultuur in Limburg, landbouwtechnieken:
1. Aardenwerkpotten
2. Veeteelt
3. Gewassen kweken
4. Ploeg gebruiken
5. Ovens
6. Houten boerderijen
o 3500 jaar geleden: Trechterbekercultuur, hunebedden (leidersgraven).
o Voor 2800 v.C.: Hunebedden vervangen door grafheuvels.
Ijzertijd en Kelten:
o 700 v.C.: Ijzertijd begint.
o 500 v.C.: Ijzertijd in Noord-Nederland.
o Kelten: eerste ijzergebruikers, uit Centraal-Europa, La Tène-cultuur.
o Germanen: kwamen uit Noord-Oosten, domineerden en vervingen Keltische
talen.
Vlak voor de Romeinse invasie:
o Bevolking: 10.000-100.000 mensen.
o Strijd tegen water: wierden/terpen (500 v.C. in Groningen en Friesland).
o Welvaart door visserij, landbouw en handel.
o Strijd en plundering: belangrijk in dagelijks leven.
Samenvatting
Nederland oorspronkelijk ongeschikt voor permanente bewoning, eerste bewoners
kwamen laat.
Homo Heidelbergenis en andere menssoorten verbleven tijdelijk, permanente
bewoning na ijstijd (10.000 jaar geleden).
Neolithische cultuur in Limburg (5500 v.C.) met landbouwtechnieken,
trechterbekercultuur (3500 jaar geleden) en hunebedden.
Ijzertijd begon rond 700 v.C., Kelten en later Germanen domineerden.
Vlak voor Romeinse invasie: strijd tegen water, wierden/terpen, welvaart door visserij,
landbouw en handel, strijd en plundering centraal in leven.
,De Romeinse Nederlanden
Rome komt aan de macht
Julius Caesar (57 v.C.):
o Caesar komt met 8 legioenen dichtbij de Zuidelijke Nederlandse grens.
o Beschrijft Nederland, verdeeld over de Menapii (langs kust Noordzee) en de
Eburonen (Oostelijk Nederland).
o Menapii geven zich over (53 v.C.), Eburonen waarschijnlijk later.
Nero Claudius Drusus Germanicus (12 v.C.):
o Inlijving van Gallië officieel onder Augustus in 12 v. Chr. militaire
overeenkomst tussen stadhouder Drusus en de Bataven
o Mislukte expedities om Germanië te veroveren laatste poging door
legeraanvoerder Corbulo in 47 n. Chr.
o Romeinen onderwerpen de Friezen in Noord en West Nederland.
o Romeinen vestigen zich aan de andere kant van de Rijn.
o 9 n.C.: Romeinen trekken zich terug na nederlaag in Teutoburgerwoud.
Opstanden en allianties:
o 28 n.C.: Friezen komen in opstand, verdrijven de Romeinen.
o 69 n.C.: Bataafse opstand onder leiding van Julius Civilis. Oorzaken:
1) Twee bataafse legeraanvoerders werden ten onrechte beschuldigd van verraad,
waarna één van hen werd geëxecuteerd, zijn broer Julius Civilis kwam in opstand.
2) De Bataven werden door een nieuwe keizer (na moord Nero) gedwongen om zich te
voegen bij het Romeinse leger. Hulptroepen waren echter altijd vrijwillig, dus
Bataven komen hiertegen in opstand.
o 70 n.C.: Akkoord met Bataven, leveren weer hulptroepen.
Romeinse invloed en steden
Limes (grenzen met versterkingen): Stabiel, ondersteund door legioenen,
hulptroepen en vloot.
Steden: Ontstaan op oude Keltische nederzettingen in de provincie Germania
Inferior:
o Maastricht (Mosae Trajectum)
o Nijmegen (Novio Magnus)
o Utrecht (Trajectum ad Rhenum)
Begin 2de eeuw: Gebied vredig, minder troepen.
Leven in het Romeinse rijk
Dun bevolkt: Enkele tienduizenden mensen.
Grote steden: Heerlen, Maastricht, Nijmegen.
Landbouw belangrijk, tarwe verbouwd door pachters in dienst van de landeigenaar
Zuiden: Uitgebreide Romeinse nederzettingen en landbouw.
Villae (landbouwcomplexen) in Zuid-Limburg
Noorden: Minder Romeinse invloed, handel belangrijk.
Rivierengebied: Handel met Romeins Brittannië. Rivieren van levensbelang met zelfs
aanleg van kanalen aan de Rijn.
, Veeteelt een paardenfokkerij t.b.v. leger
Nieuwe culturele en religieuze uitingsvormen door Pax Romana: Latijn,
verschriftelijking, Romeinse wet, religieuze veranderingen (afkeer mensenoffers,
syncretisme en Germanisering).
Romeinse neergang, migratie en ontvolking
Eind 2de eeuw: Barbaarse invallen, economische problemen door
bevolkingsimmigraties.
Klimaatverandering: Kouder en natter, dorpen aan de kust ontvolken.
Midden 3de eeuw: Limes doorbroken door Franken.
270 n.C.: Franken vallen het Rijk binnen.
Boerderijen en nederzettingen verlaten.
Begin 4de eeuw: Fort bij Maastricht beschermt de stad.
Herstel van de limes met stenen forten.
5de eeuw: Romeinse gezag komt ten einde, inwoners en soldaten vertrekken.
Salische Franken vestigen zich in Salland en binnen de limes, verdedigen het rijk.
Chamavi komen bij de rivieren in Nederland.
Slag bij Mainz (406) te zien als eindpunt
Samenvatting
Romeinse invloed begint met Julius Caesar (57 v.C.), Menapii en Eburonen
onderworpen.
Nero Claudius Drusus Germanicus (12 v.C.) onderwerpt de Friezen.
9 n.C.: Romeinen trekken zich terug na Teutoburgerwoud.
28 n.C.: Friezen verdrijven Romeinen, later pact met Friezen.
69 n.C.: Bataafse opstand, akkoord in 70 n.C.
Ontstaan van steden (Maastricht, Nijmegen, Utrecht).
Romeinse cultuur en landbouw bloeien in het zuiden, handel in het noorden.
Barbaarse invallen en klimaatverandering leiden tot ontvolking.
3de-5de eeuw: Franken breken door limes, Romeinse gezag eindigt, migratie van
Franken.
, De Merovingische en Karolingische perioden
Nieuwe Immigranten en Samenleving
Nieuwe immigranten: Mensen uit Duitsland en Zuid-Scandinavië trekken naar de
Lage Landen.
Salische Franken: Zagen zichzelf als één volk, afstammend van koning Merovech,
maar waren verdeeld in kleine gemeenschappen.
Menging van bevolkingen: Franken, Saksen, en Angelen mengen zich met de oude
Romeinse inwoners en domineren uiteindelijk de taal en gebruiken. Dit leidt tot de
vorming van de Nederlandse taal en gedeelde culturele gebruiken zoals grafvelden.
Handel en Bevolkingsgroei
7de en 8ste eeuw: Bevolkingsaantal neemt toe, bossen nemen af, en er komen meer
nederzettingen.
Begin 6de eeuw: Klimaat begint te verbeteren.
Rond 700: Ongeveer 50.000 mensen wonen in de Lage Landen, met nederzettingen
dicht bij rivieren.
Handelseconomie in Noordzeegebied gedragen door Frankische elite netwerk van
emporia met belangrijke rol voor Friese handelaren (Dorestad als knooppunt handel
verschillende Europese regio’s)
Dorestad: Belangrijke handelsstad gesticht in de 7de eeuw, met een hoogtepunt van
10.000 inwoners en uitgebreide handel van de Oostzee tot de Middellandse Zee.
Dorestad slaat eigen munten en is een centrum van handel en stedelijke ontwikkeling.
Opkomst van het Frankische Christendom
5de eeuw: Koning Clovis bekeert zich tot het Christendom, wat de Frankische
dynastie Christelijk maakt.
630: Koning Dagobert verovert Utrecht en sticht kerk, wat de Frankische invloed in
Nederland uitbreidt.
7de eeuw: Frankische leiders en de Rooms-Katholieke kerk beginnen met de bekering
van de Lage Landen. De eerste kerk in Nijmegen wordt gebouwd.
rond 690: Frankische hofmeier Pepijn II verslaat Friese koning Radboud bij Dorestad
695: Paus Sergius I benoemt de Engelse Willibrord tot aartsbisschop van de Friezen,
en hij vestigt zich in Utrecht en begon met militaire steun de bekering van Noord-
Europa. Bekering van de Friezen en Saksen verloopt moeizaam.
754: Engelse zendeling Bonifatius wordt vermoord door de Friezen in Dokkum. De
Franken reageren met een strafexpeditie, maar de volledige bekering duurt tot ver in
de 9de eeuw.
Frankische kloosterwezen onderdeel Karolingische exapsniepolitiek
Karolingische Periode
751: Pepijn de Korte neemt de macht over van de laatste Merovingische koning met
toestemming van de paus. Hiermee begin Karolingische dynastie.