Thema 1: beroep beveiliger
Private ruimtes (particuliere ruimtes): Het meeste beveiligingswerk van particuliere beveiligingsorganisaties
wordt uitgevoerd in private ruimtes. Dat zijn niet-openbare ruimtes zoals bedrijfsgebouwen, winkels, scholen,
ziekenhuizen en privéterreinen.
Particuliere beveiligingsorganisaties: bestaan uit 5 groepen:
1. Bedrijfsbeveiligingsdiensten: is een afdeling binnen een onderneming die zich alleen bezighoudt met
beveiligingswerkzaamheden binnen de eigen onderneming.
2. Particuliere beveiligingsbedrijven: zijn bedrijven die voor klanten beveiligingswerkzaamheden
verrichten en daarbij vooral gebruikmaken van personen.
3. Particuliere alarmcentrales (PAC ): is een centraal alarmmeldpunt dat door alarmapparatuur
verzonden signalen ontvangt, beoordeelt en zo nodig hulp inroept van politie, brandweer of een
particulier beveiligingsbedrijf.
4. Particuliere geld- en waarde transportbedrijven: is een bedrijf dat voor derden geld en grote waarden
met een beperkt volume vervoert.
5. Overige beveiligingsorganisaties: Dit zijn beveiligingsorganisaties zoals bedrijven die zich bezighouden
met evenementbeveiliging en beveiliging van personen.
Publieke ruimtes (openbare ruimtes): veiligheidszorg van de overheid richt zich voornamelijk op publieke
ruimtes. Dat zijn ruimtes die voor iedereen vrij toegankelijk zijn. Zoals straten, trottoirs en pleinen. De
veiligheidszorg wordt in publieke ruimtes uitgevoerd door onder andere: politiemedewerkers, buitengewoon
opsporingsambtenaren (boa’s), brandweerlieden en ambulancemedewerkers.
Beveiligingsbranche: bestaat uit 2 groepen:
1. Technische beveiliging: bestaat uit installaties en techniek. Het gaat bijvoorbeeld over installatie en
onderhoud van beveiligingscamera’s, inbraakalarmsystemen en brandmeldinstallaties. De bedrijven die
zich met technische beveiliging bezighouden, worden meestal niet bij de beveiligingsbranche
gerekend, maar ze horen er wel bij. Beveiligers werken niet bij een technisch beveiligingsbedrijf.
Daarvoor heb je een technische opleiding nodig.
2. Manbeveiliging: is beveiliging waarbij mensen als beveiliger worden ingezet. Omdat in het verleden
vooral mannen als beveiliger werden ingezet, wordt nog steeds gesproken over manbeveiliging. Deze
vorm van beveiliging wordt uitgevoerd door particuliere beveiligingsorganisaties. Als over de
‘beveiligingsbranche’ wordt gesproken, worden meestal alleen particuliere beveiligingsorganisaties
bedoeld.
Belangrijkste taken van een beveiliger zijn:
- Preventie: De belangrijkste taak van een beveiliger is voorkomen van ongewenste gebeurtenissen
preventie. De beveiliger zorgt dat alles veilig is en veilig blijft door veel controleren. Controleren is
toezicht houden en nagaan of er geen ongewenste situaties zijn.
- Toegangsbeheer: Als iemand ergens naar binnen wil, kan dat meestal niet zomaar. De organisatie wil
weten wie het object of een deel daarvan wil betreden en of die persoon daarvoor bevoegd is of
toestemming heeft. Om dat te controleren, houdt een objectbeveiliger zich bezig met
toegangscontrole en het ontvangen en registreren van bezoekers.
- Monitoring: Monitoren betekent 'in de gaten houden'. Beveiliger probeert te voorkomen dat er een
ongewenste gebeurtenis plaatsvindt door onder andere toezicht te houden en te observeren, waarbij
soms gebruik wordt gemaakt van een CCTV-systeem. Ook monitoring is een vorm van preventie.
- Signaleren: Preventie heeft niet altijd het gewenste effect. Als er dan toch een ongewenste
gebeurtenis plaatsvindt, moet een beveiliger die ontdekken.
- Alarmeren: Alarmeren is het waarschuwen en oproepen van een hulpdienst. Wie er alarmeert en hoe
dat plaatsvindt, hangt af van de bestaande instructies en de aard van de ongewenste gebeurtenis.
- Repressie: Als er een ongewenste gebeurtenis plaatsvindt, moet een beveiliger iets doen. Dat zijn dus
de handelingen die worden verricht als er bijvoorbeeld wat is gestolen, als er een ongeluk is gebeurd
of als er een brand is uitgebroken.
- Afhandelen van incidenten: je moet vaak blijven monitoren en alert blijven. Daarmee vergroot je de
kans op een juiste afhandeling en voorkom je dat er misbruik wordt gemaakt van de ongewenste
gebeurtenis. De afhandeling van incidenten is een vorm van repressie.
, - Diensten verlenen: Een beveiliger besteedt vanzelfsprekend een groot deel van zijn tijd aan
beveiligingstaken. In de praktijk is een beveiliger ook een deel van zijn tijd bezig met het verlenen van
diensten. Dat is het uitvoeren van klantvriendelijke handelingen met als doel de goede gang van zaken
in een object of in een onderneming te verzekeren of te verbeteren.
- Hospitality: betekent gastvrijheid. Beveiligers worden steeds meer ingezet als gastheer of gastvrouw.
Ook kom je beveiligers tegen achter receptiebalies. Daar houden ze zich bezig met het ontvangen en
registreren van bezoekers, het bedienen van de telefoon en sleutelbeheer.
Beroepshouding: elke beroepshouding bestaat uit aantal eigenschappen, vaardigheden en houdingsaspecten
(attitude) waarmee je die beroepstaken naar behoren kan uitvoeren.
Attitude: persoonlijke houding of instelling
Basisberoepshouding van een beveiliger: bestaat uit specifieke eigenschappen en houdingsaspecten waarmee
je samen met je vakkennis en aantal vaardigheden het werk van een beveiliger goed kan doen.
- Dienstverlenende en hulpvaardige houding: aandacht hebben voor mensen die hulp nodig hebben,
zolang het echter niet ten koste gaat van je eigen veiligheid en taken zoals verlenen van 1 e hulp en een
bezoeker de weg wijzen.
- Integer zijn: eerlijk en omkoopbaar en niet roddelen over anderen.
- Niet discrimineren: bepaalde mensen of groepen anders behandelen of op basis van vooroordelen
handelen.
- Overwicht uitstralen: iemand anders ervaart dat je m8 hebt en onverzettelijk bent. Je straalt uit dat je
goed bent in je werk en je houding komt sterk over.
- Doortastend zijn: als je niet onnodig aarzelt en handelend optreedt als nodig is. Op juiste momenten
handelen en communiceren naar anderen. Besluiten nemen die haalbaar zijn en risico’s inschatten.
Bijvoorbeeld als iemand fout parkeert niet accepteren en hem uitleggen dat niet kan of als je iemand
ziet worden lastiggevallen spreek je degene aan.
- Flexibel zijn: je houding en taken vrijwillig aanpassen aan veranderede omstandigheden.
- Proactief zijn: richten op afwijkend gedrag, opvallend verhaal, afwijkend uiterlijk of situatie.
- Alert zijn: opletten, attent en waakzaam zijn en oprechte aandacht en interesse hebben voor klanten
en gasten zoals als iemand op zoek is naar toilet en je ziet dat, dan help je haar de weg wijzen.
Vaardigheden beveiliging:
- Goed communiceren: je bent dan de zender en de ander ontvanger. Je zendt met woorden of non
verbale signalen zoals gezichtsuitdrukking en houding. Zorgen dat je boodschap overkomt zoals jij t
bedoelt.
- Inschatten: dit doe je voordat ie iemand aanspreekt of iets doet om onnodige weerstand en agressie te
voorkomen.
- Klantgericht handelen: dienstverlenende en hulpvaardige houding.
- Initiatief nemen: uit eigen beweging iets doen en niet afwachten. Je signaleert problemen en bedenkt
oplossingen en neemt actie.
- Samenwerken: samen overleggen of dat anderen jou vertellen wat je moet doen. Succesvol team
heeft samen een duidelijke doel, vertrouwen en waarderen elkaar, loyaal nar elkaar, zijn proactief en
voelen samen zich verantwoordelijk.
Instructies: bestaat uit afspraken en procedures die de manier bepalen waarop je taken moet uitvoeren. Bij elke
taak hoort instructies.
Doel van instructies:
- Elke beveiliger voert op zelfde manier de taken uit.
- Goede samenwerking
- Duidelijkheid over de verdeling van verantwoordelijkheid
- Duidelijkheid over de verdeling van bevoegdheden
- Kan nalezen als je niet meer weet wat je moet doen
3 soorten instructies:
1. Algemene instructies: hoe je dagelijkse regelmatig terugkerend taken in hoofdlijnen uit moet voeren
zoals controlerondes, rapporteren, sleutelbeheer en toegangsregeling.
, 2. Specifieke instructies: hierin zijn de algemene instructies uitgewerkt. Gaan over zelfde onderwerpen
als algemene instructies maar dan met meer details. Zo weet je precies hoe je jouw taken moet
uitvoeren en welke procedures er zijn.
3. Tijdelijke instructies: soms is er uitzonderlijke situatie waarin specifieke instructies niet kunnen
worden gebruikt of moeten tijdelijk worden aangepast, zoals een open dag, hoog bezoek of
ingrijpende verbouwing. Zijn dus instructies die specifieke instructies voor bepaalde tijd vervangen.
Situaties waarvoor geen instructies beschikbaar zijn:
- Als direct optreden niet noodzakelijk is: overleggen met leidinggevende of collega, of uitzoeken of de
situatie eerder zich heeft voorgedaan en hoe dat toen is gehandeld.
- Als direct optreden wel noodzakelijk is: je eigen gezonde verstand, kennis en ervaring gebruiken.
Diensten: klantvriendelijke handelingen met als doel de goede gang van zaken in een object of onderneming te
verzekeren of te verbeteren. Diensten bestaan uit:
- Directe diensten: een klantgerichte handeling die voortkomt uit een beveiligingstaak. De grens tussen
beveiligen en diensten is niet altijd duidelijk. Bijvoorbeeld iemand naar de bestemming brengen is
deels diensten maar ook deels beveiliging want zo voorkom je dat ie plekken komt dat niet mag.
Sommige beveiliger hebben ook huismeestertaken verantwoordelijk voor representatieve veilige en
ordelijke omgeving in en rond een object. Je bent dan 1 e aanspreekpunt voor gebruikers als t gaat om
storingen of andere problemen.
- Indirecte diensten: diensten die niets te maken hebben met beveiliging zoals klachten opnemen, koffie
geven, telefooncentrale beheren, post regelen of 1e hulp verlenen aan gewonde.
Beveiligingstaken gaan altijd voor dienstverlenende taken!
Informeren en verwijzen: als je te maken hebt met veel bezoekers moet je ook advies en informatie geven. Dit
kan zowel direct als indirect zijn: hoe je daar kan komen, waar je kantoor X kan vinden of waar je kan lunchten
in gebouw enz.
, Thema 2: werkveld
Het werkveld: de samenwerking en contact met medewerkers van andere beveiligingsorganisaties.
Functies in beveiligingsbranche:
- Objectbeveiliger: is een beveiliger die één object beveiligt, zoals een bedrijfsgebouw en een school. Hij
werkt meestal vanuit een vaste post, zoals een loge, een meldkamer of een receptie. De werktijden zijn
afhankelijk van de wensen van de klant en kunnen daarom variabel zijn. Als de klant ook ’s avonds en ’s
nachts beveiliging wenst, heeft de objectbeveiliger onregelmatige diensten. Een objectbeveiliger moet
beschikken over het diploma Beveiliger van de SVPB of een gelijkwaardig diploma. Belangrijke taken
van een objectbeveiliger zijn:
o receptietaken
o toegangscontrole uitvoeren
o bezoekers registreren
o surveillancerondes lopen.
- Complexbeveiliger: werken in gevangenissen, huizen van bewaring, jeugdinrichtingen,
asielzoekerscentra, tbs-klinieken, detentiecentra en de Dienst vervoer & ondersteuning (DV&O).
Belangrijke taken zijn:
o identiteitsbewijzen en legitimatiebewijzen van bezoekers controleren
o in- en uitgevoerde goederen controleren (fouilleren en visiteren)
o controleren op onbevoegden
o medewerkers en bezoekers informeren over huisregels en veiligheidsvoorschriften
o personen en goederen intern begeleiden
o optreden bij crisissituaties en calamiteiten.
Je moet minstens 18 jaar zijn en over een evenwichtige persoonlijkheid beschikken. Verder is het
belangrijk dat je integer, representatief, fit en stressbestendig bent. Om complexbeveiliger te kunnen
worden, moet je minimaal in het bezit van het diploma Beveiliger of een opleiding op mbo-3 of mbo-4
niveau in een relevante studierichting. Meestal moet je nog interne opleidingen volgen die passen bij
het werk dat je gaat doen.
- Evenementenbeveiliger: Een evenement is een bijzondere gebeurtenis waar veel mensen op afkomen.
Het zijn kortlopende bijeenkomsten met een vaststaande begin- en eindtijd. Je werkt meestal in
teamverband en moet zorgen dat een evenement veilig kan plaatsvinden. Daarvoor wordt kennis van
zaken verwacht, maar ook een dienstverlenende instelling, klantgerichtheid, doortastendheid en
zelfbeheersing. Ook moet hij respect kunnen afdwingen. Evenementen vinden niet voortdurend plaats.
Veel evenementbeveiligers werken daarom ook in een andere functie in de beveiligingsbranche of
doen volledig ander werk en zijn oproepbaar als er een evenement beveiligd moet worden.
De evenementbeveiliger werkt bij een grootschalig evenement samen met een projectleider, een
groepsleider, collega-beveiligers, politiemensen, brandweerlieden en EHBO’ers Belangrijke taken van
een evenementbeveiliger zijn:
o toezicht houden
o toegangscontrole
o visiteren en fouilleren
o crowd control
o privacy waarborgen van bijvoorbeeld vips
o verlenen van eerste hulp.
Een evenementbeveiliger moet beschikken over een van de volgende diploma’s: diploma Beveiliger van
de SVPB of een gelijkwaardig diploma of diploma Event Security Officer (ESO)
De opleiding ESO is bedoeld voor personen die alleen parttime evenementen willen beveiligen en niet
beschikken over het diploma Beveiliger of een gelijkwaardig diploma.
- Persoonsbeveiliger: beveiligt personen om te voorkomen dat ze bijvoorbeeld lastig worden gevallen,
dat hun lichamelijk iets wordt aangedaan of dat ze worden ontvoerd. Vaak gaat het om rijke mensen,
politici of andere bekende en beroemde personen, zoals staatshoofden, artiesten en topsporters. Zij
worden vaak vip (very important person) genoemd. Deze personen kunnen worden beveiligd in
opdracht van de overheid, een particulier of een bedrijf. Het werk kan overal plaatsvinden. Soms kort
(bijvoorbeeld een uur), soms langer en dat kan een dag, meerdere dagen, maanden of zelfs jaren
duren. Het is afhankelijk van de opdracht, waar wordt gewerkt en met wie. Soms werkt de