Samenvatting waarnemen basis
Kijken: doen we als we wakker zijn. Door te kijken, heb je contact met je omgeving en herken je plaatsen en
mensen.
Waarnemen: gaat verder dan kijken. Bij waarnemen neem je met behulp van een of meer zintuigen iets in je
op. Je verzamelt informatie door te kijken, te luisteren, te ruiken, te voelen en te proeven. Een waarneming is
altijd onvolledig en soms zelfs helemaal onjuist. Dat komt doordat we door allerlei zaken worden beïnvloed en
doordat onze zintuigen beperkt zijn als het gaat om het opnemen van signalen van buitenaf.
Waarnemen is voor beveiligers vooral belangrijk om te kunnen bepalen of er in bepaalde situaties moet worden
gehandeld en zo ja, op welke wijze. Het is ook noodzakelijk om bijvoorbeeld een goed specifiek rapport en een
signalement te kunnen maken.
Observeren: is een bijzondere vorm van waarnemen en is een gerichte manier van waarnemen.
Met observeren neem je doelgericht, systematisch en bestuderend waar. Als observerende beveiliger moet je
beveiligingsbewustzijn (security awareness) ontwikkelen. Wanneer je observeert, kun je afwijkend gedrag en
afwijkende situaties ontdekken. Daarvoor moet je alert zijn op situaties die schadelijk zijn of gevaarlijk kunnen
zijn voor de opdrachtgever, de onderneming waarvoor je werkt of voor personen en goederen die zich daar
bevinden.
Selectief waarnemen: je neemt altijd selectief waar, soms bewust iets zien wat er niet is of andersom. Je
waarnemingsgebied is ook beperkt en waarnemingen worden door allerlei zaken beïnvloed.
Gevolgen van selectief waarnemen: omdat je altijd selectief waarneemt, is het verstandig om belangrijke
beslissingen niet alleen op eigen waarnemingen te baseren. Verzamel aanvullende of ontbrekende info door
bijv. te observeren, vragen te stellen of je collega te vragen.
3 waarnemingsgebieden:
1. Volledig waarnemingsgebied: gebied van 180 graden dat je waarneemt als je recht voor je uitkijkt en
vervolgens zonder je hoofd te draaien je ogen zover mogelijk naar links en rechts beweegt. Vooral in
uiterste links en rechts kan je moeilijk goed en duidelijk waarnemen.
2. Bewust waarnemingsgebied: gebied van 45 graden waarin je bewust en duidelijk waarneemt.
3. Scherp waarnemingsgebied: gebied van 3 graden waarin je bewust en scherp waarneemt.
Beïnvloeding van waarneming: dit kan worden beïnvloed en beperkt door onder andere:
- Grootte waarnemingsgebied
- eigen standpunt of oordeel wat je onbewust bevestigd wilt zien in je waarneming.
- Zaken van buitenaf: koud, duisternis en afstand.
- Psychologische zaken: zoals stress, boosheid, blijdschap, ervaringen uit verleden,
concentratievermogen en vooroordelen.
- Lichamelijke zaken: zoals slechte ogen, kleurenblindheid, vermoeidheid, ziekte, medicijnen, alcohol of
drugs, fout signaal van onze ogen naar hersenen.
Signalement: is een beschrijving van de uiterlijke kenmerken van een persoon. Voor t maken van een
signalement observeer je een persoon letterlijk van top tot teen. Een goed signalement bestaat minstens uit
primaire en secundaire kenmerken.
Feiten vastleggen: waarneming is meest waardevol als je feiten zoveel mogelijk vastlegt:
- Persoonskenmerken: in signalementsleer worden 3 soorten kenmerken genoemd:
o Primaire kenmerken: belangrijkste basiskenmerken die niet binnen korte tijd veranderen
zoals huidskleur, geslacht, leeftijd, lengte en postuur. Bij postuur heb je dan over breed, fors
of slank of gespierd bijv. bij lengte en leeftijd doe je schatting met een marge. Bij lengte kan je
gebruik maken van de voorwerpen in de omgeving. Als je lengte niet kan bedenken zeg dan
lang, kort of gemiddeld.
o Secundaire kenmerken: meer karakteristieke kenmerken waarmee je iemand kan herkennen.
Deze kunnen vrij snel veranderen of aangepast worden zoals haar, ogen, kleding en sieraden.