Bestuur en crisis
Week 1, les 1
Voorbeelden crisis:
- Energiecrisis, wooncrisis, asielopvangcrisis, stikstofcrisis, koopkrachtcrisis,
crisis op de arbeidsmarkt, crisis in de zorg, crisis in het onderwijs,
vertrouwen- en solidariteitcrisis
Permacrisis = Aanhoudende periode van instabiliteit en onzekerheid, is gevolg
van reeks catastrofale gebeurtenissen
Voorkomen van rampen en crisis
1. Ergonomie
Goede opleiding, vakbekwaamheid en voldoende controle
2. Kwaliteitssystemen
Vroeg-signalering en goede communicatie
3. Systemen uitbannen vanwege inherente risico’s
Buffers inbouwen of ontkoppelen
Elementen die voor managen van groot belang zijn
1. Bedreiging van het systeem
Van een sociaal systeem (organisatie of samenleving)
2. Geringe beslistijd (tijddruk)
Voor besluitvorming beschikbare tijd gelimiteerd en dus onder druk
staat
3. Hoge mate van onzekerheid
Welke problemen komen we tegen en consequenties zijn onbekend
4. Kritieke beslissingen
Om escalatie te voorkomen zijn maatrelen nodig
Iedere ramp is een crisis, maar niet iedere crisis is een ramp
- Subjectief, niet iedereen zelfde oordeel in elke situatie. Burgers kunnen het
een crisis vinden, overheid niet (of andersom)
Ramp = Zwaar ongeval of andere gebeurtenis. Leven en gezondheid van veel
personen, milieu of grote materiele belangen in ernstige mate zijn geschaad of
worden bedreigd.
- Gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende
disciplines is vereist om dreiging wet te nemen/ schadelijke gevolgen
beperken
Rampenbestrijding = Geheel van maatregelen en voorzieningen met inbegrip
van voorbereiding daarop, dat gemeentebestuur of veiligheidsregio treft. Met oog
op een ramp, voorkomen van een ramp en beperken van de gevolgen van een
ramp.
Crisis = Situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of
dreigt te worden aangetast (breder dan ramp, onderscheid is de schaal en ernst
van verstoring)
Crisisbeheersing = Geheel van maatregelen en voorzieningen met begrip van
de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of bestuur van een
veiligheidsregio in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde. Indien
van toepassing in samenhang met de maatregelen en voorzieningen die op basis
,van een bij of krachtens enige andere wet toegevende bevoegdheid ter zake van
een crisis worden getroffen (is geen blijvende activiteit, veel wetten)
- Algemene kolom (AWB, Gemeentewet, WVR)
- Functionele kolom (bepaald beleidsterrein / specifieke minister – Wet
Milieubeheer, Vaarwet)
- Minister van JenV eindverantwoordelijk voor rampenbestreiding en
crisisbeheersing
- = stelselverantwoordelijkheid
- Lokale en regionale bestuurders spelen hierin ook belangrijke rol
- “Diegene die verantwoordelijk is voor een bepaald beleidsterrein is ook
verantwoordelijk voor de beheersing van een crisis op dat beleidsterrein”
4 manieren om ramp te onderheiden
1. Natuurramp of door de mens veroorzaakt
2. Fysiek of sociaal verschijnsel
3. Gebeurtenis en gevolgen
4. Factor tijd (in aanvang of verloop)
Flitsramp = Gebeurt plotseling / nu – geen tijd om voor te bereiden
Koude fase: Als er geen ramp of zwaar ongeval is, zijn de
hulporganisaties bezig met planvorming, opleiden, trainen en oefenen
Warme fase: Als ramp of crisis plaatsvind en er wordt opgetreden
(Vier) Kolommen = Hulpverleningsdienst is een kolom, wordt met kleur
aangeduid
- Rood = Brandweer
- Wit = Ghor
- Blauw = Politie
- Oranje = Gemeente
Crisismanagement – veiligheidsketen (overheid)
Crisismanagement – Bij (private organisatie) bedrijf vaak gericht op problemen
die zich binnen organisatie afspelen of effect hebben. Bij (publieke organisatie)
overheid richt zich vaak op organisatie die wordt ingezet voor een crisis (bij
andere partij).
Management – Proces van plannen, organiseren, leiden en beheersen van de
inspanning van mensen in een organisatie en het gebruik van andere bronnen
- Dat erop gericht is effecten van een crisis zo veel mogelijk te beperken
- Kunnen omgaan belangrijke elementen die van belang zijn voor managen
van crisissituaties
, In Nederland worden lokale of regionale situaties, incidenten of gebeurtenissen in
de meeste gevallen opgevangen door de op dat niveau opererende overheden
(gemeente, waterschap, veiligheidsregio, organisaties)
Nederlandse rampenbestrijding is decentraal neergelegd bij de veiligheidsregio’s.
Wordt uitgevoerd door organisaties (Politie/Brandweer/GHOR/Gemeente) die ook
hulp verlenen bij dagelijkse incidenten.
- Hulpverlening bij crises en rampen is een opgeschaalde vorm van deze
dagelijkse hulpverlening
- Rampenorganisatie wordt daarom een ‘lege’ organisatie genoemd
Algemene Processen van een Crisisorganisatie (toelichting op BS w1)
1. Melding en alarmeren
2. Op- en afschalen
3. Leiding en coördinatie
4. Informatiemanagement
5. Risico- en Crisiscommunicatie (cruciaal!)
o 3 essentie doelen: Informatievoorziening, schadebeperking,
betekenisgeving
Rampbestrijdingsprocessen heeft 4 hoofdprocessen, 25 deelprocessen
1. Bron- en effectbestrijding (Brandweer)
o Bron- en emissiebestrijding, redding, ontsmetting, informatie,
ondersteuning
2. Geneeskundige hulpverlening (GHOR)
o Acute + publieke gezondheidszorg, informatie, ondersteuning
3. Rechtsorde en verkeer (Politie)
o Mobiliteit, orde, bewaken en beveiligen, opsporing, interventie,
informatie, ondersteuning
4. Bevolkingszorg (Gemeente)
o Crisiscommunicatie, publieke + omgevingszorg, nazorg, informatie,
ondersteuning
Lokaal = gemeente – College B&W verantwoordelijk
- Brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing, geneeskundige
hulpverlening
Burgemeester
- Gezag bij brand en ongevallen
- Bevoegd bevelen te geven met oog op voorkomen, beperken en bestrijden
van gevaar
- Opperbevel in geval ramp of ernstige vrees voor het ontstaan
- Bestrijders staan onder zijn bevel
- Zorgt dat bevolking wordt geïnformeerd (oorsprong, omvang, gevolgen,
gedragslijn)
- Noodverordening = herhaald, gericht op iedereen
- Noodbevelen = beschikking, individueel, eenmalig en onmiddellijk. Gericht
op personen of bedrijven
25 Veiligheidsregio’s (boven lokaal/regionaal)
- Schaalvergroting biedt mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering
- Doel: beschermen burgers, efficiënte en kwalitatief hoogwaardig.
Bestuurlijke en operationele slagkracht vergroten
- Gemeenschappelijke regeling: Colleges van B&W in de regio <- Bestuur