Kiezen voor het jonge kind
H2 Ontwikkeling van jonge kinderen
Invloed van onderwijs op de ontwikkeling: drie visies
Drie opvattingen over de relatie tussen onderwijs en ontwikkeling:
1. Kinderen ontwikkelen zichzelf, onderwijs hoeft niet in te grijpen op de
ontwikkeling. Taak van het onderwijs is te voorzien in een veilige en
stimulerende omgeving, natuurlijk leren van Maria Montessori. Het kind
kan volgens haar zelf het beste aangeven wat nodig is voor zijn
ontwikkeling, kiezen hun activiteiten zelf, natuurlijke ontwikkelingsdrang.
Voor een aantal ontwikkelingsprocessen als taal heb je planmatige
handelingen en stimulans/ondersteuning nodig vanuit sociaal-culturele
omgeving.
2. Ontwikkeling moet gestuurd worden, er zijn methoden en programma’s
nodig om ontwikkeling in goede banen te leiden. Er is een groot geloof in
overdracht van kennis. Er wordt weinig rekening gehouden met het feit dat
ontwikkelingsprocessen minder eenvoudig te sturen zijn dan
leerprocessen. De stimulans zou per individu verschillend moeten zijn
omdat ontwikkelingsniveaus verschillen.
3. Constructieve opvatting over leren en ontwikkelen, gaat ervan uit dat
kinderen een actief aandeel hebben in het construeren van hun eigen
kennis en inzichten maar daarnaast omgevingsfactoren een grote rol
spelen. Piaget dacht bij omgeving aan materialen, het moet uitnodigend
zijn tot actief handelen. Een kind ordent zijn ervaringen in denkschema’s.
assimileren, de wereld zoals die zich aan hen voordoet, wordt ingepast in
het schema dat op dat moment voldoende verklaringen biedt.
Accommoderen, denkschema’s worden aangepast, magisch denken wordt
ingeruild voor logisch denken. Deze twee processen wisselen elkaar af,
equilibreren. Vygotsky geloofde ook in de aangeboren
ontwikkelingsmogelijkheid, omgeving speelt hier een rol in, met accent op
sociaal-culturele omgeving daarom dus sociaal constructivisme. Onderwijs
speelt een grote rol in de ontwikkeling van een kind, zone van naaste
ontwikkeling, daarbij is zelfsturing heel belangrijk.
Stimuleren van ontwikkeling
Jonge kinderen ontwikkelen zich het beste:
- als ze veel concrete ervaringen opdoen, voorwaarde voor de vorming van
mentale begrippen.
- als ze betrokken bezig zijn, kinderen kunnen dan alle concentratie opbrengen
die nodig is om iets nieuws te leren. Speelt zich af in de zone van naaste
ontwikkeling, het moet uitdagend genoeg zijn.
- als ze zelf de activiteit als betekenisvol ervaren, kennis en vaardigheden die
niet in een dagelijkse situatie past, geen betekenis kent, blijft niet hangen.
- als het spel een ruime plaats krijgt in het activiteitenaanbod, kinderen beleven
een stuk werkelijkheid heel concreet waardoor ze meer begrijpen.
- als ontwikkelingsgebieden in samenhang aan bod komen, de meer impliciete
benadering behoedt ons van een aanpak vanuit volwassenen logica, die voor
kinderen niets betekent.