Anatomie Stem en Stemstoornissen
PowerPoint 1
Benaming van spieren: m staat voor musculus, de twee namen daarop hebben betrekking op twee of
meerdere structuren waartussen de betreffende spier loopt.
Caudaal: naar beneden toe
Craniaal: naar boven toe
Dorsaal: naar de rug (achter)
Ventraal: naar de buik (voor)
Wanneer we naar de stembanden gaan kijken, kijken we altijd naar de caudale zijde. (van boven naar
beneden). Wanneer je een afbeelding ziet van stembanden op een horizontaal vlak is de bovenkant
altijd de dorsale zijde (de rug zijde) en de onderkant de ventrale zijde (de buikzijde).
Dit is een sagittale doorsnede van de rechterkant van het hoofd-hals gebied. Je ziet:
- de neusholte
- de mondholte
- het zachte gehemelte (velum, huig) wat de neusholte kan afsluiten
- de keelholte (farynx)
- het strottenklepje (epiglottis) wat de luchtpijp afsluit wanneer we slikken
- het strottenhoofd (Larynx) met daarin de stembanden (stemplooien, musculus vocalis, glottis).
Bij stemgeving zijn globaal 3 hoofdsystemen te onderscheiden:
1. het subglottale systeem: systeem onder de glottis (stemplooien) → longen
2. het glottale systeem: het systeem dat zich op glottisniveau bevindt (de stemplooien zelf) →
larynx met de stemplooien
3. het supraglottale systeem: alles wat zich boven de glottis bevindt → het aanzetstuk of ook wel
‘vocal tract’ genoemd
Longen: actuator
Larynx: generator
Aanzetstuk: resonator
SUBGLOTTALE SYSTEEM
Primaire functie: lucht aan zuigen, daaraan zuurstof onttrekken en deze in de longen door te geven aan
het bloed, koolzuur wordt uit het bloed afgevoerd via de longlucht naar buiten
1
,Anatomie Stem en Stemstoornissen
Belangrijk structuren:
- Diafragma (Middenrif)
- Costae (Ribben)
- Sternum (Borstbeen)
- Trachea (Luchtpijp)
- mm. Intercostales (Tussenribspieren)
Bij de passieve adembeweging spelen de volgende spieren een rol:
- Diafragma
- Mm. Intercostales externi
Bij een actieve adembeweging spelen ook deze spieren een rol:
- M. Rectus abdominus en de M. Obliques externus en
internus
- Mm. Intercostales interni
Ademhalingsvolume Gemiddelde
Totale longcapaciteit (TLC) 5,5 liter bij volwassen
mannen, 4,5 l bij vrouwen
Restvolume (RV) 1500 ml bij volwassenen
Totale ventilatie (TV) en 15 ademhalingen per
minuut
minuutvolume (MV)
GLOTTALE SYSTEEM
Functies Larynx:
Primair:
➢ Afsluiten van de trachea tijdens het slikken door de epiglottis (Strotteklepje)
➢ Inspanningsafsluiting; druk regulatie bij tillen
➢ Ademen; bifasische beweging (inademen→ abductie, uitademen → adductie)
Secundair:
➢ Fonatie (klank geven, stemgeven)
Larynx (glottale systeem) bestaat uit:
• kraakbeenskelet
• spieren (musculi) en mucosa (slijmvlies)
• zenuwen (nervi)
2
,Anatomie Stem en Stemstoornissen
re
Het larynxskelet omvat het thyroidkraakbeen, het cricoidkraakbeen, de epiglottis, het hyoid (bot) en de
arytenoiden
Larynxmembranen
➢ Thyrohyoid membraan
Dit verbindt de bovenzijde van het thyroid vanuit de binnenkant met het de bovenzijde van het hyoid,
de randen en middengedeelte van dit membraan kennen een verdikking; ligamentum thyrohyoideum
Het membraan wordt aan beide zijde geperforeerd door de bovenste neurovasculaire laryngeale
bundel.
➢ Fybro-elastisch membraan
3
, Anatomie Stem en Stemstoornissen
➢ Membrana quadrangularis (bovenste deel van het fybro-elastisch membraan; maakt
deel uit van de aryepiglottische plooi)
➢ Conus elasticus (onderste deel van het fibro-elatisch membraan; het cricothyroid
ligament, loopt uit in de vocale ligamenten)
Adductie: naar elkaar toe bewegen
Abductie: van elkaar af bewegen
Bij het geven van stem adduceren de stemplooien (m. vocalis). De onderste bundel zijn de
stemplooien ook wel de ware stemplooien genoemd. De stemplooi bestaat uit verschillende lagen,
deze worden verderop besproken. Je ziet boven de ware stemplooien een kleinere bundel met een
ruimte ertussen. Deze bundels zijn de valse stemplooien ook wel de plica
vestibularis genoemd. De ruimte tussen de ware en de valse stemplooien heet
de ruimte van Morgagni. De valse stemplooien zijn normaal niet betrokken bij
de fonatie, het gebeurd echter wel dat deze spieren toch aangespannen worden
bijvoorbeeld door gewoonte spreken of ter compensatie bij stemklachten.
De larynxspieren bestaan uit:
1. Intrinsieke larynxspieren: openen, sluiten en strekken
stemplooien.
➔ spieren die ontstaan en inhechten ter hoogte van de larynx. Hun
activiteit wijzigt de positie, omvang en de spanning van de
stemplooien, brengt deze in ad- en abductie en strekt ze uit.
1. m. cricothyroideus (CT spier) → verlenging stemplooien, dunner
(loopt van het cricoid naar het thyroid) (toonhoogte)
2. m. thyroarytenoideus (m. vocalis) → verkorting stemplooien, dikker
Bestaat uit 2 delen:
➔ m.thyreovocalis:
Verkorten stemplooien en verhogen spanning
➔ m.thyreomuscularis:
Verhogen spanning indien geadduceerde stemplooien
Adductie indien stemplooien in abductie
4