Een beknopte en duidelijke samenvatting met alles wat je moet weten bij de leesteksten van Nederlands! Ik heb dit zelf gebruikt bij mijn proefwerken, schoolexamens en centraal examens.
DROGREDENEN
2 groepen: Met argument, maar is onjuist argument en zonder argument
De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Er wordt gedaan alsof er een verband is tussen de oorzaak en het gevolg van
iets, terwijl dit verband niet bestaat of niet bewezen is. Voorbeeld:
Sinds het verboden is om te appen op te fiets, zijn er minder dodelijke
verkeersongevallen geweest. Appen op de fiets zorgt dus voor veel doden.
Het kan ook toeval zijn dat er minder dodelijke verkeersongevallen zijn geweest.
Het is niet bewezen dat appen op de fiets zorgt voor veel doden, dus dit is geen
sterk argument.
De verkeerde vergelijking
Er worden twee zaken onterecht met elkaar vergeleken. Dit zijn dus zaken die
eigenlijk niet te vergelijken zijn. Voorbeeld:
Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook
gewoon weg?
In dit voorbeeld worden geschiedenislessen vergeleken met oude kleren. Dit is
geen sterk argument, omdat dit onlogische en geen relevante dingen zijn om met
elkaar te vergelijken.
De overhaaste generalisatie
Er wordt uit een enkel geval of een enkele situatie een conclusie getrokken die
voor alle gevallen geldt. Voorbeeld:
Mijn oma dronk elke dag 3 glazen cola en zij is 92 jaar oud geworden. Het
drinken van cola is dus gezond.
Het feit dat één persoon toevallig cola dronk en oud werd, is geen bewijs om te
kunnen zeggen dat cola gezond is. Misschien zou deze persoon wel 100 zijn
geworden als ze geen cola had gedronken.
De cirkelredenering
Er wordt eigenlijk helemaal geen argument gegeven, maar het standpunt wordt
in andere woorden herhaald. In een cirkelredenering wordt dus geen nieuwe
informatie gegeven. Voorbeeld:
Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen
moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
In dit voorbeeld wordt er twee keer hetzelfde gezegd. Je kunt de cirkelredenering
omdraaien: Ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt, omdat
ik vrijheid van meningsuiting erg belangrijk vind. De vraag blijft: waaróm vindt
deze persoon dit zo belangrijk? Er is dus geen onderbouwing van het standpunt,
wat het een zwakke argumentatie maakt.
De persoonlijke aanval
De persoon (de ‘tegenstander’) wordt aangevallen en niet zijn of haar
argumenten. Voorbeeld:
, Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
Door iemand persoonlijk aan te vallen, trek je zijn of haar geloofwaardigheid in
twijfel, terwijl hier geen reden voor is. Iemand die te zwaar is kan best veel weten
over gezond en gevarieerd eten. Er wordt hier op de man gespeeld in plaats van
op de bal.
Het ontduiken van de bewijslast
Er wordt niks bewezen; er wordt gedaan alsof er geen bewijs nodig is. Voorbeeld:
Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! Iedereen kent toch de
regels van voetbal?
Soms wordt er bij het ontduiken van bewijslast ook geprobeerd om de ander het
tegendeel te laten bewijzen. De bewijslast wordt dus omgedraaid. Voorbeeld:
Natuurlijk moeten we meer bewegen, geef me één goede reden om dit niet te
doen?!
Bij beide voorbeelden geldt dat de standpunten (respectievelijk: die voetballer
had rood moeten krijgen voor die actie en natuurlijk moeten we meer bewegen)
niet worden onderbouwd. De bewijslast wordt dus ontdoken of verschoven.
Het vertekenen van het standpunt
Er worden woorden in de mond van de ‘tegenstander’ gelegd die hij of zij
helemaal niet zo bedoelde. Voorbeeld:
Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd.
Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?!
Misschien vindt deze man helemaal niet dat zijn vrouw snel geïrriteerd is of een
kort lontje heeft, maar zij legt hem wel deze woorden in de mond.
Het bespelen van het publiek
Er wordt iets beweerd waar je als publiek niet snel tegenin durft te
gaan. Voorbeeld:
U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
Hier zal je niet snel tegenin durven gaan, omdat je dan indirect zegt dat jij niet
slim bent. Toch is het juist wél slim om te vragen naar een onderbouwing van het
standpunt, omdat deze ontbreekt.
Een onjuist beroep op een autoriteit
Er wordt een bekend persoon aangehaald om het standpunt mee te
onderbouwen, maar deze persoon heeft weinig te maken met de zaak. Voorbeeld:
De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt
van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!
Het feit dat Gordon dit heeft gezegd op tv, wil niet zeggen dat het dan ook waar
is. Gordon is immers een zanger en geen econoom.
Een onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evivermeer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,96. Je zit daarna nergens aan vast.