Hoorcollege 1 – Verzekeringsrecht
Bij tentamen: alleen arrestenlijst (blanco).
Ze vragen alleen om rechtsvraag en antwoord daarop.
Hoorcolleges zijn rode draad.
BW heeft gelaagde structuur, dus hetgeen algemeen kan worden geregeld, zal niet terugkomen in het
specifieke gedeelte.
Nietig / vernietigbaarheid het gaat om recht krijgen, niet om recht hebben. Nietigheid heeft als het
voordeel dat de rechter dat ambtshalve moet toepassen (toetsen). Maar dit ligt anders bij
vernietigbaarheid, beding is geldig, maar kan worden aangetast door de belanghebbende, door
middel van vernietigbaarheid.
De structuur van titel 7.17 BW
De opbouw van titel 7.17 BW verschaft de gebruiker veel informatie:
1) De plaatsing van een wetsbepaling geeft de reikwijdte daarvan aan: afdeling 1 bevat de
algemene bepalingen, afdeling 2 de bepalingen voor de schadeverz. en afdeling 3 de
bepalingen voor de sommenverzekering (sommen algemeen & levensverzekering).
2) Zie voor het dwingend recht de ‘’slotbepalingen’’. Zie voor de sancties art. 3:40 lid 2 BW.
- Kijken in de polisvoorwaarden/verzekeringsvoorwaarden, wat is daarin geregeld?
- Is hetgeen geregeld wel toelaatbaar?
- Pak daarvoor de wet/jurisprudentie. Staat het daarin niet vermeld dan zou het aangevuld
kunnen worden op grond van 6:248 lid 1 BW, maar dat zal niet gevraagd worden, gaat te
diep.
Eerst naar verzekeringsvoorwaarden kijken daarna naar de wet. Er is ook dwingend recht,
kijk eerst naar voorwaarden maar check dan ook of het regelend of dwingend recht is want bij
dwingend recht kan het niet mogen. 1 op de 3 voorwaarden: na iedere schade aanvraag mag
de verzekering worden opgezegd. Dat kan helemaal niet art 940 lid 3 laatste zin: de
verzekeraar kan slechts tussentijds opzeggen op de in de overeenkomst vermelde gronden
welke van dien aard zijn dat het gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de
verzekeraar kan worden gevergd. 940 lid 3, is van dwingend recht, 943 lid 2 mag niet
worden afgeweken ten nadele van de -nemer.
Schadeverzekering: claim schade als gevolg van een bepaald evenement: je moet aantonen
dat er iets is voorgedaan (brand of diefstal) en je moet middels causaal verband, de schade
aantonen. Je krijgt dan alleen de schade vergoed die is veroorzaakt door het evenement.
(Vaak is het causaal verband een probleem). Schadeverzekering, met clausule dat verzekeraar
de verzekering mag opzeggen bij een schadeclaim. Er is sprake van diefstal, je doet een
schademelding. Verzekeraar wil de overeenkomst met je opzeggen. 7:940 lid 3. Sanctie =
vernietigbaarheid ex. art. 3:40 lid 2, laatste zin.
Bij sommenverzekering: er wordt een bepaalde som uitgekeerd als er een evenement zich
voordoet: levensverzekering: bij het overlijden of het bereiken van een bepaalde leeftijd,
wordt er een bedrag uitgekeerd ongeacht de vraag of er schade is. Of bepaalde
arbeidsongeschiktheidsverzekering: dat kan ook een sommenverzekering zijn: eerst schade: je
kan verzekering afsluiten met oog op het eventuele verminderen van jouw verdiencapaciteiten
(als ondernemer > je komt niet in de ziektewet, dat risico kan je verzekeren). Er zijn ook
sommenpolissen: als jij ziek bent dan krijg je dat bedrag, ongeacht of je nu minder kan
verdienen (duurder, want ook duurder voor verzekeraar)
Elke afdeling sluit af met een slot bepaling
Sanctie: 3:40 lid 2 BW
De spelers in het Verzekeringsrecht
1) De verzekeraar: de partij die het risico overneemt (hoofdverbintenis)
2) De verzekeringnemer: de wederpartij van de verzekeraar die premieplichtig is (vgl. art. 7:925
BW) (hoofdverbintenis).
1
, 3) De tot uitkering gerechtigde: degene die de uitkering zal ontvangen (art. 7:926 lid 2 BW).
Deze wordt bij de schadeverzekering ook wel verzekerde – vgl. 7:945 BW – en bij de
sommenverzekering ook wel begunstigde – volgens art. 7:965 – genoemd. Let op voor de
bijzondere betekenis van ‘verzekerde’- bij sommenverzekering. Zie art. 7:965. Mijn voorkeur
gaat uit naar de oude term ‘lijf.’
A (verzekeringsnemer) sluit een verzekering af voor zijn vriendin (verzekerde/lijf), op het moment dat
zij komt te overlijden krijgen haar ouders daarvoor een bepaald bedrag (begunstigde).
Een verzekeringsovereenkomst bestaat uit twee elementen: de economische benadering
(verbintenis om premie te betalen) en de verbintenis van risico lopen door de verzekeraar.
Risico wordt overgedragen aan verzekeraar en in ruil daarvoor moet premie worden betaald.
Verzekeren in handel in onzekerheid of handel in zekerheid. Juridische benadering van de
uitkeringsplicht: de uitkeringsplicht is een consequentie van het feit dat er een dekking is en
het feit dat er ‘schade’ is ontstaan, brengt met zich mee dat hiervoor een bepaald bedrag
uitgekeerd zal dienen te worden.
938: geen risico = geen premie verschuldigd
924 = schorsing/beëindiging verzekeringsovereenkomst/dekking bij geen premiebetaling
Verzekeringsnemer die een natuurlijk persoon is en die de verzekering sluit anders dan in de
uitoefening van een beroep of bedrijf.
Het onderscheid schade/sommenverzekering
1) Zoals gezegd maakt de opbouw van titel 7.17 BW duidelijk of een bepaalde wetsbepaling
daarin een algemene of bijzondere strekking heeft.
2) Bij sommenverzekeringen – een belangrijke vorm is de levensverzekering – wordt er door de
verzekeraar uitgekeerd ongeacht of er door de begunstigde schade is geleden. Het plaatsvinden
van het evenement is dus voldoende. In geval van een schadeverzekering moet de verzekerde
aantonen dat hij schade heeft geleden als gevolg van het verzekerde voorval.
Subrogatie: Op grond het recht van subrogatie treedt de verzekeraar, die een gedekte schade
conform de polisvoorwaarden aan zijn verzekerde heeft betaald, in de rechten die de
verzekerde heeft met betrekking tot deze schade ten opzichte van derden. Met andere
woorden, hij krijgt het recht van regres.
Het onzekerheidsvereiste ex art. 7:925 BW
Het huidige recht kent niet meer – vgl. 7:925 BW - het vereiste van een onzeker voorval bij
het sluiten van de verzekeringsovereenkomst. Voldoende is dat er bij het sluiten van de
verzekeringsovereenkomst onzekerheid moet zijn dat – hetgeen speelt bij de
schadeverzekering – wanneer of tot welk bedrag – hetgeen speelt bij de levensverzekering –
een uitkering moet worden gedaan.
‘Normaal te verwachten’ is geen onzeker voorval.
Uitleg van verzekeringsvoorwaarden (1)
Inleiding: het 2-fasen uitlegmodel
Voorwaarden zijn essentieel: volgorde is eerst kijken naar de voorwaarden en daarna kijken of ze
overeenkomen met de wet. Als we naar de verzekeringsmarkt kijken onderscheid maken tussen twee
deelgebieden: provinciale markt, en het beursbedrijf.
Provinciaal: alles wat buiten de beurs plaatsvindt. Wat is kenmerkend: dat er een verzekeraar is die
verzekeringsovereenkomsten maakt die bepaald wat de voorwaarden zijn.
2
, Beurs: functie vb. stel je voor dat je een Boeing 767 wil verzekeren of olietanks, die zijn erg duur.
Heb je het over miljoenen. Als jij alg enige verzekeraar het risico draagt ga je gelijk voor miljoenen
het schip in, dus dat risico is te groot. Dat wil je het risico spreiden. Dat kan je doen door co-
assurantie. Meerdere verzekeraars tekenen op 1 polis in. Soms wel 30 verzekeraars. Iedereen neemt
een klein stukje. Met dat vliegtuig ga je naar een makelaar in assurantiën: ik heb dit risico kan jij dat
voor mij onderbrengen. Die ging dan op de beurs lang bij verzekeraars, daar stonden
gevolmachtigden (assuradeuren). De beurs was een marktsplaats waar enerzijds de makelaars die het
aanboden en daarnaast de gevolmachtigden die wilde intekenen op het aangeboden post. Dat was op
basis van vertrouwen. In NL hebben makelaars behoorlijke macht, vele willen intekenen. Hier zijn ook
voorwaarden van toepassing maar gezien de machtsverhouding maakt de makelaar de voorwaarden:
dus is een makelaarspolis. Makelaar zegt gewoon: als jij moeilijk doet dan kom ik daarna niet meer
bij je langs en kun je je niet meer intekenen. Dit bestaat in NL en ENG : vraag model: er is iemand die
wilt verzekeren en daar tekenen mensen zich op in. In andere landen: aanbod model: dit is het dit
bieden wij aan. In BEL: verzekeraars moesten hun voorwaarden voorleggen. Die hadden het voor het
zeggen.
Markt is gereguleerd in de EU, maar geen interne markt in verzekeringen: kan als NL geen woonhuis
verzekering in POR vastleggen. Geen grensoverschrijdende verzekeringen, daar is nog een hele weg
te gaan.
Uitleg van verzekeringsvoorwaarden (2)
Fase 1: Is de verzekeringsvoorwaarde in kwestie duidelijk, onduidelijk of onbegrijpelijk?
Duidelijk: 1 mogelijke lezing
Onduidelijk: 2 of meer mogelijke lezingen
Onbegrijpelijk: er is geen touw aan vast te knopen!
Uitleg van verzekeringsvoorwaarden (3)
Uit de Van Hove-uitspraak van 23 april 2015 van het HvJ EU, ECLI:EU:C:2015:262 volgt –
in ieder geval voor cons.verzek. – dat het bij de beantwoording van de onderhavige vraag het
er kortweg gezegd om gaat of de consument de draagwijdte van het beding al dan niet heeft
begrepen, ook al is het uit grammaticaal oogpunt correct opgesteld (r.o. 43). De consument
heeft de economische gevolgen die er voor hem uit de overeenkomst voortvloeien, moeten
kunnen inschatten. Van belang is dus of de consument weet hoe de polis ‘’werkt’’ (of hij het
‘mechanisme’ van de polis begrijpt). Men moet dus bedingen niet zelfstandig beoordelen maar
in samenhang met elkaar. Onder consument moet in dezen worden verstaan – zie r.o. 47 –
‘’een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument’’.
In ongeveer gelijke zin r.o. 4.6 Rb. R’dam (vzr.) 4-11-2016, ECLI:NL:RBROT:2016:8456
waarin gesproken wordt van ‘’maatman-consument’’.
Onduidelijk is of het bovenstaande ook 1 op 1 geldt in geval de verzekerde is bijgestaan door
een verzekeringstussenpersoon. Het Hof hoefde zich niet over deze kwestie uit te laten nu het
in casu niet aan de orde was. Zie over deze uitspraak Hendrikse NTHR 2015. Verdedigbaar is
dat uit Rechtbank Amsterdam 24-8-2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:5258 r.o. 5.3. en 5.6 volgt
dat deze omstandigheid wel degelijk van belang is.
Hoe verhoudt dit arrest zich tot woekerpolis problematiek: voorwaarden werden niet gesnapt met
verborgen kosten en hefboomeffecten. Dus Hof heeft gevraagd op partijen dat willen uitleggen hoe dat
zich verhoudt. Niet allen naar beding kijken naar ook hoe het doorwerkt in de polis. Heeft deze
uitkomst ook invloed op beleggingen?
Uitleg van verzekeringsvoorwaarden (4)
Hoe stelt een geschillenbeslechter vast of een verzekeringsvoorwaarde duidelijk, onduidelijk
of onbegrijpelijk is?
Toepassing van het Haviltex-criterium (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635) was aanvankelijk
de hoofdregel bij verzekeringsvoorwaarden. Dus geen toepassing van de CAO-norm! Zie
3