Hoorcollege 2 – Verzekeringsrecht
Premiebetaling (1)
De (schade)verzekeringsovereenkomst kent twee kenmerkende verbintenissen:
1) Op de verzekeringnemer rust een (indirecte)verplichting om de verzekeringspremie aan de
verzekeraar te betalen. Uit art. 7:925 BW volgt overigens niet dat de verzekeringskomst niet
tot stand komt zolang de eerste premie niet is betaald. Zie r.o. 4.1 van GC Kifid 2017-670.
2) De verzekeraar neemt een risico over van de verzekerde en als een van de gedekte
evenementen zich voordoet, keert hij uit.
Bij een verzekeringsovk gaat het om twee hoofdverbintenissen: handel in (on)zekerheid, verzekerde
heeft risico dat hij wil overdragen aan verzekeraar, deze wil het overnemen tegen betaling.
Economisch vloeien er twee verbintenissen uit voort: de verplichting om premie te betalen enerzijds
en anderzijds de verplichting van de verzekeraar om risico te lopen (en een consequentie daarvan is:
dat er uiteindelijk uitbetaald kan worden als het gedekte evenement voordoet, dat is geen
hoofdverbintenis! De hoofdverbintenis is risico lopen, betalen is consequentie.
Irrelevant is wie de premie betaalt, de verzekeringsnemer of een derde. De premie hoeft ook niet
individualiseerbaar te zijn, maar kan ook verscholen zitten in de prijs die de consument voor een
bepaald product of een bepaalde prestatie betaalt, waarvan de verzekering onderdeel uitmaakt.
In beginsel geldt niet dat een verzekeringsovereenkomst pas definitief tot stand gekomen is nadat de
eerste premiebetaling is verricht: de totstandkoming geschiedt door aanvaarding van het aanbod tot
verzekeren. Indien zich na de totstandkoming een schade voordoet voordat de eerste premie is.
Hooguit kan sprake zijn van te late premiebetaling.
Premiebetaling (2)
In geval van te late premiebetaling kan een verzekeraar – afhankelijk van de omstandigheden – de
volgende sancties toepassen:
1) Verrekening van de openstaande premie met een nog openstaande uitkering
2) Opschorten/schorsen van de verzekeringsdekking
3) Beëindiging van de verzekeringsovereenkomst
Als je kijkt in H8 van het boek, gaat om te late premiebetaling, verzekeraars vinden dat niet prettig
wat kunnen zij doen? Drie mogelijkheden: 1) verrekenen impliceert wel dat er nog een uitkering
openstaat. Als jij als verzekeraar ook schuldenaar bent ten aanzien van verzekerde. 2) opschorten en
schorsen zijn geen synoniemen 3) dan ben je klant kwijt dus gaat wel erg ver. Laat onverlet dat je nog
niet gerealiseerd hebt dat je de premie tot de beëindiging nog niet binnen haalt.
Leidend 9:935 BW, bepaling kan je alleen goed begrijpen als je goed thuis ben in het
verbintenissenrecht, art. 6:127 BW.
Premiebetaling (3)
Art. 6:127 lid 2 BW bepaalt - kortweg gezegd - dat een schuldenaar zijn prestatie kan
verrekenen indien de prestatie die hij van zijn wederpartij te vorderen heeft gelijksoortig is en
beide vorderingen afdwingbaar zijn.
Art. 7:935 BW kent een speciale verrekeningsregeling voor het verzekeringsrecht die afwijkt
van de generalis art. 6:127 lid 2 BW.
Verzekeringsrecht is een bijzondere ovk (je weet pas dat het bijzonder is als je de algemene regel
kent). Komt erop neer dat als je art 6:127 bekijkt: A moet 600 betalen aan B B moet 400 betalen
aan A. Deze dingen kun je tegen elkaar wegstrepen volgens 6:127, als beide verplichtingen
gelijksoortig zijn beide geld. Dus nu blijft alleen de verplichting van 200 euro betalen aan B voor
A.
1
,V verkoopt een partij goederen aan een K, in kader van beding SIF moet een verzekering afgesloten
worden ten behoeve van de koper en de verkoper is premieplichtig. A is verzekering. V sluit ovk met A
ten behoeve van K. Op moment dat K dat derde beding aanvaard wordt K ook partij (meestal gebeurt
dat pas als er schade voordoet tijdens de zeereis). Ook een probleem: stel dat V de premie niet betaald
heeft, laten we ervan uitgaan dat de dekking wel is gaan lopen (kan ook pas later ingaan op moment
dat de premie betaald is, maar dat is nu niet zo) en er doet zich een gedekt evenement voor: dan klopt
K bij V aan. Premie van V staat nog uit. Art 6:127 werkt alleen als je over en weer elkaars debiteur
bent en dat is in dit plaatje niet het geval. 7:935 lid 1 verzekeraar mag toch verrekenen! 935 is een
uitbreiding t.a.v. de verrekening mogelijkheid van 6:127. 7:935: A kan van K verrekenen met de
opeisbare premie voor dezelfde verzekering. Staat nog een uitzondering: geldt niet bij order of
toonder dat is omdat (gedachtegang van 935 lid 1) de bedoeling van order en toonder is om de
handel te vergemakkelijk, papieren overdragen kan je de gerechtigheid van iets overdragen. Zou niet
mooi zijn dat de verzekerde niet weet van de oorspronkelijke verkoper en dan te weten komt dat hij
geen dekking heeft. 6:146 (absolute (hebben te maken met papier zelf, die kan je tegenwerpen tegen
derde te goeder trouw & relatieve (papieren die samenhangen met verzekering zijn niet duidelijk voor
een derde te goeder trouw) weren) is een belangrijke bepaling. Daar staat in dat de bescherming
van de derde die een order of toonder in handen heeft: “aan de houder van toonder kan geen verweer
gebracht die hun oorsprong vinden in de verhouding tot de vorige schuldeiser” in principe kan 6:145
de debiteur dezelfde verweermiddelen inbrengen jegens een crediteur als de vordering wordt
overgedragen. Bij order of toonder is dat niet handig, want dat is ter bescherming van het
handelsverkeer. Als jij er als handelaar rekening mee moet houden dat de eerste iets verkeerds heeft
gedaan is dat niet echt handig. Je kunt geen verweer voeren die te maken hebben met het uitgeven van
het papier. Bescherming van order en toonder betekend dat je geen verweermiddelen mag inbrengen
die te maken heeft met het uitbrengen van het papier, behalve als het gaat om een gebrek van het
papier zelf, want dat kun je zien. Alleen belangrijk voor verzekering ten behoeve van een derde.
Handelsrecht heeft een dienende functie.
7:935 lid 2 is een beperking op 6:127 BW. Verzekerde, verzekeraar & slachtoffer. Bij een
aansprakelijkheidsverzekering moet het geld uiteindelijk bij het slachtoffer terecht komen. Stel dat er
tussen Verzekeraar en verzekerde verschillende dekkingen lopen en stel dat verzekeraar schade
veroorzaakt aan slachtoffer en die schade is gedekt onder de aansprakelijkheidsverzekering. Maar
verzekeraar komt erachter dat er bij de brandverzekering, een achterstand in de betalingspremie is.
En in afwijking van 6:127 (zie 7:935 lid 2) mag je dit niet verrekenen. Andersom mag het wel, want
voor een brandverzekering geldt geen slachtoffer bescherming van een derde, dus als er dan een
achterstand is in de aansprakelijkheidsverzekering en er moet een uitkering van de brandverzekering
komen, mag dat wel verrekend worden, 7:935 lid 2 geldt daar niet.
Premiebetaling (4)
Art. 7:935 lid 1 BW geeft een ruimere verrekeningsbevoegdheid dan art. 6:127 lid 2 BW: een
verzekeraar kan een verschuldigde uitkering ook verrekenen met nog uitstaande premie indien de
premieschuldenaar niet de tot uitkering gerechtigde is. Dit laatste is evenwel niet mogelijk bij een
order- of toonderpolis nu een houder van een dergelijke polis beschermd moet worden tegen gebreken
die niet uit de akte blijken. De handelspraktijk vereist een dergelijke uitzondering: waardepapieren
moeten rechtszekerheid bieden. Zie ook PG.titel 7.17 BW, p. 68-69.
Premiebetaling (5)
Art. 7:935 lid 2 BW is een beperking ten opzichte van art. 6:127 lid 2 BW: in geval van een
aansprakelijkheidsverzekering mag een verzekeraar alleen de achterstallige
aansprakelijkheidsverzekeringspremie verrekenen met de aansprakelijkheidsverzekeringsuitkering.
Dus niet de aansprakelijkheidsverzekeringsuitkering met achterstallige premie van bijv. een bij
diezelfde verzekeraar lopende brandverzekering. De beperking is terug te voeren op de bescherming
van de derde-benadeelde aan wie de uitkering uiteindelijk ten goede moet komen. Zie PG.titel 7.17, p.
69.
2
, Lid 2 is een beperking ten opzichte van 6:127 lid 2. Uitleg: VN heeft bij A twee verzekeringen
gesloten: brand- en aansprakelijkheidsverzekering. Stel dat alleen 6:127 lid 1 van toepassing is, dan
zou je een achterstand in betaling van de brand, kunnen verrekenen in het kader van het uitkeren van
aanspr. Want je bent over en weer elkaars crediteur. Waarom heeft VN een
aansprakelijkheidsverzekering genomen? Dat is meestal ten behoeve van een derde: Slachtoffer.
Verzekerde wordt uitbetaald en moet dat doorschuiven naar S: vaak schaderegelingsclausule: dan
mag verzekeraar om de schade direct af te handelen met het S, alleen op grond van die clausule. S
heeft veel minder waarborg als alle achterstanden verrekend kunnen worden met aanspr.verz. Wat
zegt lid 2> alleen een achterstand van aanspr. kan verrekend worden met een aanspr.verz. er staat
ook: achterstand met andere premies kunnen niet verrekend worden: andersom kan het wel,
achterstand aanspr. kan verrekend worden voor een brandverz. Alleen maar ter bescherming van
slachtoffers, bij derden, slachtofferbescherming.
Premiebetaling (6)
In geval van te late premiebetaling kan een (schade)verzekering de nakoming van de op hem rustende
verplichting om dekking te bieden opschorten: art. 6:262 BW (enac). Opschorten is slechts een prikkel
tot nakoming. In geval er alsnog betaald wordt, herstelt de dekking zich met terugwerkende kracht.
Verzekeraars wapenen zich tegen onderhavig effect door middel van een schorsingsclausule. In geval
van toepassing van een schorsingsclausule wordt bij te late premiebetaling de dekking geschorst en
gaat de dekking bij het alsnog betalen van de premie zonder terugwerkende kracht weer lopen de dag
na de betaling en blijft men de premie verschuldigd over de geschorste periode.
Enac-regeling De exceptio non adimpleti contractus (afgekort e.n.a.c.) is het recht van een
schuldenaar, die tegelijk schuldeiser is van een tegenprestatie, om de nakoming van zijn verbintenis op
te schorten tot de schuldenaar van die tegenprestatie nakomt of aanbiedt na te komen.
Droogbekkkaart arrest Schorsing = een prikel tot nakoming. Als je dan alsnog presteert, dekking
met terugwerkende kracht.
Schorsing en opschorten zijn geen synoniemen!
Tweede situatie: te late premiebetaling, opschorting en schorsing, de meest voorkomende situatie.
Situatie bekijken dat we alleen te maken hebben met de wet (geen verzekeringsvoorwaarden) ervan
uitgaande dat het een wederkerige ovk is. 6:262 als de premie niet betaald mag de verzekeraar zijn
verbintenis (bieden van dekking) schorsen. Arrest Droogbekkaard? Opschortingsrecht is een prikkel
tot nakoming, nooit beëindiging. Dus als de debiteur alsnog nakomt alles met terugwerkende kracht
hersteld wordt. Stel: je hebt aan het begin van de maand vanaf 1 feb is de dekking opgeschort o.g.v.
6:262 want de premie is niet betaald. Wat gebeurd er je komt thuis en je ziet in het begin van de straat
dat je huis in brand staat. De branddekking is op dat moment opgeschort. Je pakt je mobiel en betaald
alsnog. De dekking herleeft dat met terugwerkende kracht. Dan is opschorting niet echt effectief. Dus
is de opschorting een redelijk tandeloos wapen. Want echt schade lijd je er niet van. 7:925
wetgever zegt dat alleen bij sluiten van ovk aan onzekerheid moet zijn voldaan. Dus dat is geen eis
meer strikt beredeneerd naar dit artikel. Tijdens de looptijd hoeft niet voldaan te zijn aan
onzekerheidsvereiste.
Schorsingsclausules: houdt in dat op moment dat er sprake is van verzuim in kader van
premiebetaling, dan wordt de dekking geschorst en gaat de dekking pas weer in de dag na betaling
zonder terugwerkende kracht. Terug naar het voorbeeld: verschil schorsen opschorting: bij schorsen
geen terugwerkende kracht en heeft herstel alleen maar effect voor de toekomst. Dus vandaag
huisbrand, betaal meteen, dekking gaat de dag erna pas weer in.
Premiebetaling (7)
Onder het huidige recht zijn schorsingsclausules in alle (schade)verzekeringsovereenkomsten
toegestaan. Zie Parl. Gesch. titel 7.17 BW, p. 66-67.
3