Hoorcollege: H13 Basisboek sociaal werk p. 261 – 268
Eigen kracht, zelf- en samenredzaamheid en actief burgerschap zijn hedendaagse en veelgebruikte
beleidstermen die de visie achter de Wmo kort en krachtig samenvatten. De overheid wil dat burgers zo
veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor elkaar en voor de leefbaarheid vd buurt.
- Halverwege de jaren 80 komt de verzorgingsstaat onder druk te staan als gevolg van de economische
recessie, met forse bezuinigingen in het welzijnswerk als gevolg.
- Als in de jaren 90 de economie weer uit een dal klimt, wordt geconstateerd dat er de voorgaande jaren
te weinig geïnvesteerd is in het sociaal werk. Er volgt een Grote Stedenbeleid (1994-2009). Rond 2010
drogen de budgetten van de Rijksoverheid op en bezuinigen veel gemeenten op welzijnswerk en
maatschappelijk vastgoed. Vooral buurthuizen moeten eraan geloven, o.a. door de hoge kosten voor het
beheer en de huur, een lage bezettingsgraad en een slecht imago. De sluiting van wijk- en buurtcentra
geschiedt veelal vanwege efficiencyredenen: “We willen in activiteiten investeren, niet meer in stenen”.
- Op 1 jan. 2015 zijn met de invoering van de nieuwe Wmo, alsook de Jeugdwet en de Participatiewet,
de taken en verantwoordelijkheden gedecentraliseerd van de Rijksoverheid naar gemeenten. De
verwachting is dat lokale overheden beter zicht hebben op dat wat er nodig is voor hun bewoners.
De drie maatschappelijke doelen van de nieuwe Wmo zijn: het stimuleren van zelfredzaamheid, het
bevorderen van participatie en het vergroten van sociale samenhang. De verhouding tussen bewoners,
professionals en overheid verandert. Bewoners zijn in deze visie als eerste verantwoordelijk voor hun
eigen leven en dienen hier zo lang als mogelijk zelf regie over te voeren. Professionals dienen uit te gaan
van de eigen kracht van bewoners. De sociaal werker moet gaan ‘zorgen dat’ i.p.v. ‘zorgen voor’.
Witte stelt dat de verwachtingen te hoog gespannen zijn, wat betreft het zelfoplossend vermogen van de
buurt en de wijk. Lub geeft aan dat er in de wetenschappelijke literatuur geen bewijs te vinden is dat
investeren in contacten tussen bewoners, door bijv. buurbarbecues, bijdraagt aan het vergroten van de
leefbaarheid van de buurt. De discussie over de kwaliteit, rol en inzet van de sociaal werker lijkt steeds
op te laaien in tijden van bezuinigingen.
Meerwaarde van ontmoetingsplekken: faciliteren de ontwikkeling van publieke vertrouwdheid en het
aangaan van nieuwe relaties (1). Op deze plekken kunnen nieuwe sociale netwerken ontstaan (2) en
bestaande formele en informele netwerken met elkaar worden verbonden (3).
1. Jezelf thuis voelen op een plek of in je buurt ontwikkelt zich sneller wanneer mensen enige publieke
vertrouwdheid met elkaar hebben. Publieke vertrouwdheid ontstaat als mensen elkaar enigszins
kunnen plaatsen, elkaar herkennen en er een zekere voorspelbaarheid van gedrag komt. Zonder
elkaar verder te spreken of van naam te kennen worden zij door ontmoetingen ‘bekende vreemden’
van elkaar. Er ontstaat een zekere mate van publieke vertrouwdheid.
2. …dat zij een broedplaats zijn voor het ontstaan van nieuwe relaties en het vergroten van sociale
netwerken. Zodoende vergroten zij hun ‘sociaal kapitaal’: het geheel van bestaande of potentiële
hulpbronnen dat voortvloeit uit het bezit van een netwerk van formele en informele relaties.
Bonding: aangaan van sociale relaties met mensen uit dezelfde leeftijdsgroep, etniciteit of met
gezamenlijke interesses en het versterken van banden binnen groepen.
Bridging: sociale verbindingen tussen mensen uit verschillende groepen. Hierdoor kunnen
mensen nieuwe kennis over ‘de ander’ opdoen, raken ze meer vertrouwd met de diversiteit en
kunnen negatieve stereotypen plaatsen voor nieuwe oordelen.
Linking: heeft betrekking op de interactie en de ‘schakels’ tussen partijen die ongelijk zijn in
machtspositie, bijv. tussen formele en informele netwerken (zie 3).
3. …dat er verbindingen kunnen ontstaan tussen bestaande formele en informele netwerken. Deze
verbinding wordt linking genoemd. Het verwijst in deze context naar het proces van het verbinden
van (groepen) bewoners met maatschappelijke instituten en publieke voorzieningen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper erasmusuniversiteitpsychobachelor. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.