Model= vereenvoudigde weergaven van de werkelijkheid.
Business = Process and activities you use of the company
Data: je verzamelt data in een gestructureerde weg, zodat er geen problemen zijn in de business.
Application = Applications such as custom or off-the-shelf software tools that run on (apps you use
for shopping/save use of stuff)
Technology = technology such as computer, systems and telephone network
BPM
Maakt gebruik van de data vooral om te kijken of alles goed loopt, de verkoop, veiligheid
Software engineering
Data en applicaties vooral mee bezig, welke data komt binnen en hoe werkt dat samen met de
applicaties
Netwerk and software engineering
Het maken en onderhouden van netwerken, kijkt ook goed op de veiligheid van de informatie binnen
het systeem en netwerk
Information securitymanagement
Binnen de business moet de data controleren op de veiligheid en het slim maken van applicaties
Punt 5:
Een organisatie is een doelgerichte menselijke samenwerking.
Een bedrijf is een organisatie waarvan de leden een formele arbeidsovereenkomst hebben.
Een onderneming is een bedrijf dat voor eigen rekening en risico deelneemt aan het maatschappelijk
verkeer.
Typologie van organisaties
Handel en productie
Productie (Heineken), Handel(bol.com) of een distributie (Pakketbezorger).
Je kunt op voorraad werken/produceren. Je kan dus vooruit werken.
Ikea: Handel en productie. Voor de grootste deel is het productie.
Hizihair: Dienstverlener. (Online kapper). Ze kunnen niet op voorraad knippen.
KLM: Dienstverlener. Vluchten kun je niet produceren, noch kopen.
,Dienstverlening
Zakelijk (Bank), persoonlijk (tandarts).
Bij een dienstverlening moet je wachten totdat je die dienst kan verlenen. Je kunt niet op voorraad
werken en moet daadwerkelijk wachten totdat je de dienst ook echt kunt verlenen bijv. een
massage.
Publiek- en semipubliek
Publiek (gemeentehuis, park iedereen); publiek is een plek waar iedereen welkom is. Semipubliek
(hogeschool); is beschikbaar voor iedereen binnen deze groep van het publiek (de studenten).
Goed leren voor toets
Punt 6:
Macro is groot
Meso is middelmatig
Micro is klein
Macro omgeving: DESTEP factoren
Alles waar je geen direct verband mee hebt maar wel rekening mee moet houden. Zie het
bijvoorbeeld als de gehele maatschappij.
Ontwikkelingen binnen zes gebieden van de samenleving:
Demografisch (samenstelling van de bevolking)
Ecologisch
Sociaal-cultureel
Technologisch
Economisch
Politiek
Demografisch: bijvoorbeeld ander productassortiment in de supermarkt in een bepaalde wijk
vanwege bepaalde etnische groepen met dezelfde achtergrond.
Ecologie (Economie, Milieu): Je moet als bedrijf rekening houden met het milieu en de maatschappij.
Dit vanwege klimaatverandering en de grote druk die de maatschappij op je legt als je als vervuiler
bekend komt te staan. Dus de omgevingsbiologie.
Sociaal-cultureel: Omgang met elkaar binnen de samenleving. De culturen van de verschillende
mensen, wat zijn de gewoontes.
Technologie: De inzet van door de mens ontwikkelde werktuigen en andere ontwikkelingen zoals AI
om zo werk beter sneller en minder zwaar te maken.
Economisch: Menselijke keuzes bij schaarste van producten en diensten. Kijken welke producten
duurder worden waardoor je meer kunt verdienen en potentieel verlies kunt voorkomen. Hetzelfde
geldt voor diensten, welke diensten zijn erg gewild en welke juist niet.
Politiek: Gedachtengoed voor wet- en regelgeving, letten op welke wetten voor mijn organisatie van
toepassing zijn, checken dat die goed lopen. Welke kant gaan de mensen binnen de politiek
, Deze gebieden moet je binnen een organisatie in de gaten houden omdat deze ontwikkelingen erg
van toepassing zijn op wat er binnen een organisatie gebeurd.
Meso:
Directe belanghebbenden vinden iets van-, willen iets van/met, doen iets met de organisatie.
Dat was voor ons belangrijk wordt. Bijv. van alle media is alleen een deel relevant voor ons. Dus
Directe belanghebbende.
Micro:
Kleine dingen die belangrijk zijn voor jouzelf, bijvoorbeeld je functie op je werk.
Organisatiestructuur
1. Welke taken over je allemaal uit?
2. Wat is de naam van je functie?
3. Bij welke afdeling zit je?
4. Welke functies/afdelingen zijn er nog meer?
Voorbeelden:
Structuur nodig om grip te houden binnen de organisatie.
Organisatiestructuur: voorbeeld
Span of control / Depth of control
Span of control: De spanwijdte betreft het aantal mensen aan wie je direct leiding geeft dit betreft
dan alleen de laag direct onder de leidinggevende.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Eyespectre. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.