Week 1. Totstandkoming van overeenkomsten verdiepend
Leerstuk: Algemene voorwaarden
Probleemverkenning
Algemene voorwaarden zijn complexen van gestandaardiseerde bedingen, die in het kader van de
sluiting van een overeenkomst door de ene partij (de gebruiker) aan de andere partij worden
voorgelegd om in de tot stand te brengen overeenkomst te worden opgenomen. Veel contractanten
gebruiken algemene voorwaarden op eerbare wijze, om de te creëren rechtsverhouding nader in te
vullen en aldus tussen partijen zekerheid te bewerkstelligen. Door de algemene voorwaarden weten
zij en hun contractspartners waar zij aan toe zijn. In de praktijk gaat de wederpartij meestal met de
toepasselijkheid van de algemene voorwaarden akkoord zonder deze te lezen en zich op hun
betekenis te bezinnen.
Afdeling 6.5.3 en haar doelstellingen
De latere wetgeving heeft de problematiek van de algemene voorwaarden dermate belangrijk
geacht, dat hij gekozen heeft voor een zwaar wettelijk stempel. Aan de algemene voorwaarden is een
complete afdeling van de overeenkomstentitel gewijd: afdeling 6.5.3, artikel 6:231-247 BW.
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat aan deze afdeling drie doeleinden ten grondslag liggen:
1. Inhoudscontrole Zij strekt ertoe de rechterlijke controle op de inhoud van de algemene
voorwaarden te versterken, ter bescherming van de personen jegens wie de voorwaarden
worden gebruikt.Artikel 6:233 sub a BW.
2. Rechtszekerheid de regeling beoogt een zo groot mogelijke mate van rechtszekerheid te
bieden, zowel ten aanzien van de toepasselijkheid van algemene voorwaarden als ten
aanzien van de (on)geoorloofdheid van hun inhoud.
a. Terugdringen van totstandkomingsdiscussies (artikel 6:232 BW)’
b. Op de lijsten met ontoelaatbare en verdachte bedingen en op de geschapen
mogelijkheid dat een bepaalde algemene voorwaarde in abstracto onredelijk
bezwarend wordt verklaard (artikel 6:240-243 BW).
3. Het stimuleren van overleg tussen organisaties van betrokkenen de afdeling bevat regels
die, voortbouwend op enige in de praktijk reeds ontwikkelde initiatieven, overleg tussen
belanghebbenden over de inhoud van algemene voorwaarden stimuleren.
Toepassingsterrein
Afdeling 6.5.3 is toepasselijk ten aanzien van alle obligatoire overeenkomsten, met uitzondering van
arbeidsovereenkomsten en collectieve arbeidsovereenkomsten (artikel 6:245 BW).
Dwingend recht
Artikel 6:246 BW bepaalt dat van artikel 6:231-244 BW niet kan worden afgeweken. Het gaat hier om
vernietigbaarheid (ten gunste van de wederpartij van de gebruiker). Artikel 6:246 BW is een regel die
uitsluitend strekt ter bescherming van een der partijen, zodat artikel 3:40 lid 2 BW tot
vernietigbaarheid doet concluderen.
Begripsomschrijvingen
De wet omschrijft algemene voorwaarden als een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in
een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van
de prestaties aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn
geformuleerd (artikel 6:231 sub a BW). De vorm van een beding niet van betekenis. Zo vallen zuiver
mondelinge voorwaarden en voorwaarden die niet op schrift staan (e-commerce) onder het regime
van afdeling 6.5.3.
,Bestemmingscriterium
Er wordt gesproken van het bestemmingscriterium, omdat de voorwaarden voor meermalig gebruik
moeten zijn bestemd. De bewijslast rust op de wederpartij jegens wie de voorwaarden zijn
gehanteerd. De bestemming voor gebruik in een aantal overeenkomsten kan door de wederpartij
ook op een indirecte wijze worden aangetoond, namelijk door te bewijzen dat de bewuste
voorwaarden in het verleden reeds een aantal malen eerder in overeenkomsten zijn gebruikt. In de
parlementaire geschiedenis wordt het aantal van vijf toepassingen genoemd.
Uitzondering voor kernbedingen
Het slot van artikel 6:231 sub a BW, inhoudende dat bedingen die de kern van de prestaties
aangeven worden uitgezonderd, vereist nadere aandacht. Onder de kern van de prestaties zijn de
essentiële punten van de overeenkomst te verstaan: bij koop de aanwijzing van de zaak en de
vaststelling van de prijs, bij huur de aanwijzing van de woning en de bepaling van de verschuldigde
huursom. Als vuistregel kan gelden dat die afspraken als kernbeding zijn te beschouwen, zonder
welke de overeenkomst bij gebreke aan voldoende bepaalbaarheid (artikel 6:227 BW) niet geldig tot
stand zou kunnen komen.
Partijen kunnen een beding niet zelf tot kernbeding bestempen en het aan afdeling 6.5.3 onttrekken:
het dwingrechtelijke karakter van de regeling verzet zich daartegen.
Leerstuk: Gebondenheid aan algemene voorwaarden
Battle of forms
Een bijzonder geval van een van het aanbod afwijkende aanvaarding dat in de praktijk veel voorkomt,
is de situatie dat aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen (battle
of forms). Artikel 6:225 lid 3 BW geeft in het geval van battle of forms een bijzondere regel: de
algemene voorwaarden waarnaar het aanbod verwijst, prevaleren boven die van de aanvaarding,
tenzij bij de aanvaarding de toepasselijkheid van die voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt
gewezen.
Totstandkoming en uitleg – aanbod en aanvaarding
Nu algemene voorwaarden in wezen gewone contractuele bedingen zijn, kunnen zij alleen tot inhoud
van de overeenkomsten worden doordat de ene partij (gebruiker) ze aan de ander aanbiedt en de
andere partij (wederpartij) de gelding van deze algemene voorwaarden aanvaardt. Dat betekent dat
de vraag of de algemene voorwaarden tot contract inhoud geworden zijn, wordt beheerst door het
model van aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 e.v. en 3:33 e.v. BW).
De eis van een aanbod betekent dat de gebruiker ter gelegenheid van de contract sluiting zijn
wederpartij op enigerlei wijze moet aangeven dat hij de algemene voorwaarden in de te sluiten
overeenkomst opgenomen wenst te zien.
Van aanvaarding zal vervolgens sprake zijn indien de wederpartij daartoe haar wil tot uitdrukking
brengt (artikel 3:33 BW), dan wel een gedraging verricht waaruit de gebruiker in de gegeven
omstandigheden redelijkerwijs een aanvaardingswil mag afleiden (vertrouwensbeginsel van artikel
3:35 BW). De aanvaarding is een vormvrije rechtshandeling (artikel 3:37 lid 1 BW); zij kan ook in een
stilzwijgen tot uitdrukking komen (artikel 3:33 BW) of door de ander uit een stilzwijgen mogen
worden afgeleid (artikel 3:35 BW).
De wederpartij zal duidelijk met de algemene voorwaarden moeten worden geconfronteerd. Gaat de
wederpartij na zo’n confrontatie de overeenkomst aan zonder nog over de algemene voorwaarden te
reppen, dan zal al spoedig de conclusie op haar plaats zijn dat die voorwaarden stilzwijgend door
haar zijn aanvaard.
, Aanvaarding voorwaarden als complex
De aanvaarding van algemene voorwaarden wordt in de praktijk veelal gekenmerkt, dat de
wederpartij akkoord gaat zonder de clausules inhoudelijk te bestuderen. Artikel 6:232 BW geeft het
antwoord op de vraag of er gebondenheid bestaat of niet. Een wederpartij – degene die de gelding
van de algemene voorwaarden als complex heeft aanvaard – is ook dan aan de algemene
voorwaarden gebonden, als bij het sluiten van de overeenkomst de gebruiker begreep of moest
begrijpen dat zij de inhoud ervan niet kende.
Bij aanvaarding van het complex gelden alle individuele bedingen als correct overeengekomen, maar
indien zich er onredelijk bezwarende voorwaarden tussen bevinden, kunnen die volgens artikel 6:233
sub a BW ter zijde worden gesteld.
Leerstuk: Informatieplicht van de gebruiker
Vernietigingsgronden – twee gronden
Artikel 6:233 BW vormt de ruggengraat van de afdeling betreffende de algemene voorwaarden. Het
artikel verklaart een beding in algemene voorwaarden in twee gevallen vernietigbaar:
a. Indien het beding de wederzijdse kenbare belangen van partijen en de overige
omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij;
b. Indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om
van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
Schending informatieplicht, redelijke mogelijkheid tot kennisneming
Tot dusverre spraken wij over de eerste in artikel 6:233 BW vervatte vernietigingsgrond, die van de
onredelijk bezwarende aard van algemene voorwaarden. Daarbij ging het om een inhoudstoetsing,
waarvan de wenselijkheid de grote drijfveer is geweest om tot het opzetten van een indringende
wettelijke afdeling over te gaan.
Naar huidig recht kunnen partijen rechtsgeldig de toepasselijkheid van algemene voorwaarden
overeenkomen zonder dat de wederpartij er ooit een exemplaar van onder ogen heeft gehad. De
wetgever beschouwt deze situatie als onwenselijk en heeft daarom een krachtige prikkel willen doen
uitgaan naar gebruikers om hun wederpartijen de mogelijkheid te bieden om met de voorwaarden
bekend te raken. Dit is de reden dat er een tweede vernietigingsgrond is bijgekomen: een beding in
algemene voorwaarden is vernietigbaar, indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke
mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen (artikel 6:233 sub b
BW). Biedt de gebruiker die redelijke mogelijkheid niet, dan zijn dus alle betrokken bedingen
vernietigbaar.
Terhandstelling
Op welke wijzen kan de gebruiker aan zijn informatieplicht voldoen? De gebruiker heeft de in artikel
6:233 sub b BW bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het
sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld (artikel 6:234 lid 1 BW).
Hieraan voldoet niet alleen de werkelijke overhandiging van een papier waarop de voorwaarden zijn
weergegeven, maar ook de toezending daarvan. De bewijslast ligt bij de gebruiker. Het is aan hem
om aan te tonen dat hij zijn voorwaarden aan de wederpartij heeft ter hand gesteld.
De eis van terhandstelling vormt een uitwerking van het ‘een redelijke mogelijkheid bieden’ van
artikel 6:233 sub b BW. Dit betekent onder meer dat aan de wederpartij een zekere tijd moet worden
gegund om van de overhandigde voorwaarden kennis te nemen.