Proeftoets belastingrecht vragen
Hieronder tref je een toets aan zoals die eerder is afgenomen.
Het zijn open vragen en de leidraad is dat de toetscriteria die bij
de leeruitkomst staan terugkomen in de toets.
Alle vragen dienen, indien relevant, gemotiveerd te worden beantwoord.
Vindplaatsen in de Belastinggids hoeven niet te worden genoemd.
Vraag 1 (In totaal max. 20 pt)
Simone, 29 jaar, en Frans, 32 jaar, wonen ongehuwd samen in een woning
die zij samen in februari 2016 hebben gekocht. Zij staan beiden
ingeschreven op dit adres. Simone had in 2016 een bruto jaarinkomen van
€4.500; dit betrof een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Frans
had in 2016 een bruto jaarinkomen van €40.000 uit arbeid.
a. Geef aan, op basis van de in de casus vermelde gegevens, of
Simone en Frans in 2016 elkaars fiscaal partner waren. Toets daarbij
concreet aan de toepasselijke voorwaarden (max. 10 pt)
b. Geef aan op welke heffingskortingen Simone en Frans recht hebben
en waarom.(max. 6 pt)
c. Stel dat zij fiscaal partners zijn. Welk voordeel biedt dit gegeven
voor Simone met betrekking tot de algemene heffingskorting? (max. 4 pt)
Vraag 2 (In totaal max. 15 pt)
Betty, alleenstaand, heeft op 28 mei 2016 de AOW-leeftijd bereikt en
geniet van haar vrije tijd. Zij heeft weliswaar een bescheiden inkomen,
bruto € 15.000,- per jaar, maar heeft ook € 80.000,- spaargeld en woont in
haar koopwoning waar geen schuld meer op rust. Betty is verzekerd voor
haar zorgkosten bij het Gouden Kruis.
a. Geef aan of Betty, op grond van de gegevens in de casus, verplicht
is aangifte IB te doen en zo ja waarom.(max. 4 pt)
b. Stel dat Betty verplicht is aangifte IB te doen. Geef aan tegen welk
tarief dan wel tarieven van de Wet IB haar pensioenuitkering van €
15.000,- wordt belast. Ga hierbij uit van belastingjaar 2017. Er hoeft geen
berekening te worden gemaakt.(max. 4 pt)
c. Geef aan of Betty recht op heffingskortingen en zo ja welke en
waarom. Bedragen hoeven niet te worden genoemd. (max. 7 pt).
Vraag 3 (In totaal max. 25 pt)
Farida, 38 jaar, en Khalil, 52 jaar, wonen gedurende heel 2016 in een
eigen woning met WOZ-waarde van € 280.000,-. Deze woning hebben zij
gefinancierd met een annuïteitenhypotheek. In 2016 is 3,2 % rente over
een lening van € 250.000,- betaald. Khalil heeft in 2016 aan bruto
inkomen uit arbeid € 35.000 ontvangen en Farida € 80.000,-.
a. Geef aan hoeveel de inkomsten (positief dan wel negatief) uit de
eigen woning bedragen. Laat de berekening zien.( max. 6 pt)
b. Geef aan tegen welk tarief dan wel tarieven van de Wet IB het
inkomen uit arbeid van Farida wordt belast. Ga hierbij uit van belastingjaar
2016. Er hoeft geen berekening te worden gemaakt. (max. 4 pt)
c. Bij wie kan het saldo inkomsten uit de eigen woning het best
opgenomen worden in de aangifte van 2016, zodat zij zo min mogelijk
belasting betalen? Betrek in uw antwoord de schijventarieven. (max. 5 pt)
Khalil betaalt nog alimentatie aan zijn ex-vrouw, Zaineb, € 12.000,- per
jaar en voor zijn kinderen, die bij zijn ex-vrouw wonen, € 8.000,- per jaar.
, a. Geef aan of Khalil deze betalingen in zijn aangifte IB als aftrekpost
mag verwerken en zo ja als wat.(max. 5 pt)
b. Geef aan of Zaineb wegens de ontvangen bedragen aan alimentatie,
verplicht is aangifte IB te doen en zo ja waarom. (max. 5 pt)
Vraag 4 (In totaal maximaal 15 pt)
Chantal, 35 jaar, woont samen met haar dochter van 10 jaar in een
huurwoning met een kale huurprijs van € 600,- per maand. Haar bruto
jaarinkomen uit arbeid bedroeg in 2016 € 20.000,-. Op haar spaarrekening
staat een bedrag van € 3.000,-. Chantal en haar dochter zijn verzekerd
voor zorgkosten bij het Gouden Kruis.
a. Geef aan of Chantal in 2016 recht had op huur- en zorgtoeslag.
Toets daarbij beknopt en concreet aan de toepasselijke voorwaarden.
(max. 10 pt) ) In de loop van 2016 verleent Chantal onderdak aan een
vriend,
Carlo. Hij heeft geen verblijfsvergunning. Er is geen sprake van onderhuur,
want Carlo heeft geen inkomsten.
a. Geef gemotiveerd aan of er door het inwonen van Carlo iets
verandert aan Chantals recht op huurtoeslag. (max. 5 pt)
Vraag 5 (In totaal max. 10 pt)
Bij een boekenonderzoek door de Belastingdienst in maart 2017 blijkt dat
Nellie, freelancer, over het jaar 2012 €8.000 te weinig inkomstenbelasting
heeft betaald. Zij heeft toen door haar nalatigheid te weinig inkomen
opgegeven.
a. Kan de Belastinginspecteur in 2017 een navorderingsaanslag over
belastingjaar 2011 opleggen en zo ja waarom? (max. 5 pt)
b. Kan de Belastinginspecteur aan Nellie een boete opleggen en zo ja
welke en waarom? (max. 5 pt)
Vraag 6 (max. 5 pt)
Wilfred, 42 jaar, heeft recht op de inkomensafhankelijke
combinatiekorting, de arbeidskorting en de algemene heffingskorting.
Wilfred wordt per 1 maart 2017 wegens een reorganisatie ontslagen en
ontvangt per deze datum een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet. Tot aan zijn ontslagdatum bedroeg zijn bruto-inkomen
uit arbeid € 2.100 per maand.
Geef aan of er per 1 maart 2017 iets is gewijzigd aan zijn recht op
heffingskortingen en zo ja op welke wijze.
Vraag 7 (max. 10 pt)
Diane, 42 jaar, en Leo, 49 jaar, wonen samen met hun dochter, 16 jaar, in
een huurwoning. Zij staan alle drie op dit adres ingeschreven. Leo heeft
een ernstig gehandicapte zoon van 23 jaar uit een vorig huwelijk. De zoon
woont in een instelling waar hij wordt verzorgd en wordt elke vrijdagavond
opgehaald door zijn vader om bij hem thuis het weekend door te brengen.
Zowel Diane, Leo, als de dochter hebben inkomsten uit arbeid. Er is een
gezamenlijke spaarrekening van Diane en Leo en hun dochter heeft
eveneens een spaarrekening.
Geef aan per genoemd aspect of zij in een aangifte IB dienen te worden
verwerkt en zo ja in wiens aangifte en als wat.