Inleiding Criminologie Samenvatting
Dit is een samenvatting van het boek ‘Criminology – A sociological introduction’ 3th edition. Deze
samenvatting bevat alle hoofdstuk die je moet kennen voor het vak ‘inleiding criminologie’ aan de
Universiteit Utrecht. Daarnaast bevat het een samenvatting van de artikelen die op blackboard
staan. Ten slotte is er een samenvatting toegevoegd van de documentaire ‘Nothing to hide’.
Datum: 16/10/2019
,Criminology – a sociological introduction H1
Criminologie: het bestuderen van misdaad, criminelen en het rechtssysteem. Criminologie als
studiegebied was eerst onderdeel van veel verschillende studies (sociologen, psychologen,
antropologen etc.) maar werd 250 jaar geleden een eigen studiegebied.
De meest voorkomende vorm van criminaliteit is eigendomscriminaliteit: dit zijn verschillende
vormen van diefstal.
Criminologie richt zich meer op de aard van criminaliteit, terwijl sociologen een meer algemene
benadering van criminaliteit hebben.
Epistemologie: je kunt via veel verschillende benaderingen meer te weten komen over de wereld. Er
zijn veel verschillende wetenschappers geweest die op een hele andere manier naar criminaliteit
kijken, hoe je criminaliteit definieert hangt namelijk af van hoe je het bekijkt en wat je relevant vindt.
Er waren ook onderzoekers die criminaliteit niet vanuit de wetenschap bekeken maar vanuit
theorieën. Zoals recent Jack Katz en Jeff Ferrell die gebruikte de ‘culturele criminologische methodes’
om de verleidingen van criminaliteit te bestuderen.
Charles Wright Mills ontwikkelde de ‘sociologische verbeelding’: De sociologische verbeelding houdt
in dat de maatschappij verantwoordelijk is voor onze problemen, criminaliteit is dus niet het
probleem van een individu maar een publiek en politiek probleem. De sociologische verbeelding stelt
ons in staat de geschiedenis en biografie en de relaties tussen die twee in de samenleving te
begrijpen.
Sociologen bekijken de menselijke wereld met een kritische blik. Ze kijken naar relaties tussen
mensen en hoe die in elkaar steken, hoe de samenleving met elkaar omgaat en wat maakt dat een
samenleving wel of niet goed werkt.
Als je criminaliteit bekijkt vanuit een maatschappelijk en sociaal concept, dan zijn de volgende
punten een onderdeel van de ‘criminologische verbeelding’:
Criminaliteit is een sociologisch concept. Criminaliteit is niet een autonoom maar een sociaal
construct. Criminaliteit varieert namelijk van tijd, plaats en mensen.
Een crimineel is ook sociaal geconstrueerd, de aard van criminaliteit is namelijk afhankelijk
van sociale processen die iemand meemaakt.
Criminaliteit controle en de straffen worden ook gevormd door sociale invloeden.
Het bekijken van sociale status is ook een onderdeel van analyse van criminaliteit. Sociologen hebben
ondervonden dat de volgende sociale afdelingen erg relevant zijn voor het vormen van sociale
relaties en criminaliteit:
Sociale en economische status: iemand zijn werk, inkomen en welzijn.
Gender; niet alleen gender zelf maar ook de positie als een man/vrouw.
Etnische verschillen in een samenleving spelen ook een rol in criminaliteit.
Leeftijd; iemand zijn leeftijd heeft invloed op criminaliteit.
Criminology H2
, Dit hoofdstuk gaat over de geschiedenis van criminaliteit.
Onderzoek heeft uitgewezen dat criminaliteit tussen de 16 e en 20e eeuw erg afnam. In midden- tot
late 20e eeuw veranderde deze afname. In 1980 waren er twee keer zoveel moorden.
Begin van de 19e eeuw nam hoeveelheid criminaliteit sterk toe, het stabiliseerde tot begin van de 20 e
eeuw en nam weer toe na de oorlog.
Historici wijden de toegenomen van criminaliteit na de oorlog (vooral na 1970) aan urbanisatie,
industrialisatie, migratie en economische depressies. Vermogenscriminaliteit was tijdens deze
periode de meest voorkomende criminaliteit.
In de 20e eeuw zijn er ook nieuwe soorten criminaliteit bijgekomen.
Criminaliteit verandert veel over de periodes. Maar één ding blijkt voornamelijk uit het onderzoek en
dat is dat er geen eeuw is waarin geen criminaliteit plaats vond.
Het bestuderen van de sociale historie van criminaliteit is vanuit verschillende richtingen bekritiseerd
aan het einde van de 20e eeuw:
1. Studies van pre-kapitalistische of vroegmoderne samenlevingen toonden aan dat misdaad en
wanorde niet alleen bijproducten zijn van de 'moderne struggles’.
2. Cultuurhistorici beweerden dat misdaad en de controle ervan vele en uiteenlopende sociale
betekenissen hadden, en dat deze evenzeer verbonden waren met kwesties van natie, ras,
sensatie en wetenschap als met economische ongelijkheden.
3. Historici die zich richten op geslacht en familierelaties benadrukken vele soorten mannelijke
misdaden, waaronder huiselijk geweld en kindermishandeling.
Er ontstond ook een steeds grotere intolerantie voor ‘typische’ mannelijke criminaliteit, zoals
huishoudelijk geweld, vechten op straat, aanranding etc. Hierbij werd ook steeds vaker in de media
het effect hiervan uitgelicht.
Het onderhandelen over alledaags geweld heeft een belangrijke rol gespeeld in de constructie van
alledaagse mannelijkheid en heeft vrij vaak geresulteerd in criminaliteit door jonge mannen.
Vrouwen en criminaliteit; van 1500-1800 was er relatief veel sprake van criminaliteit onder vrouwen,
van 1800 tot 1945 was dit een stuk minder en daarna weer meer. De criminele activiteiten waar
vrouwen voornamelijk voor berecht werden van 1500-1800 zijn diefstal, kwaad spreken,
mishandeling en kindermoord. Redenen waarom er toen meer criminaliteit was bij vrouwen:
1. Dit had te maken met dat vrouwen zich meer bezighielden met het openbare, straat- en
buurtleven.
2. Vanwege de bijzondere aard van rechtshandhaving toentertijd. De rechtshandhaving was
meer informeel en afhankelijk van de community.
Na 1800 waren er vooral mannelijke politieagenten die ook meer bezig waren en gericht op het
oppakken van mannelijke criminaliteit. Dus de criminaliteit onder vrouwen was niet eens zozeer
minder geworden maar het aantal keren dat ze berecht werden wel.
Na 1945 speelden vrouwen weer een grotere publieke rol en hadden daarom meer kans op
criminaliteit, en daarnaast hoe meer mannen en vrouwen gelijk behandeld worden, hoe meer ze
berecht worden.
De geregistreerde misdaad steeg sterk in het begin van de 19 e eeuw, daarna stabiliseerde dit tot de
vroege 20e eeuw en daarna steeg het weer sterk na de tweede wereld oorlog en specifiek na 1970.
Eigendomscriminaliteit was de meest voorkomende criminaliteit gedurende deze periodes.