Samenvatting verdieping criminologie
Deze samenvatting bevat alle literatuur die je moet kennen voor het tentamen van het vak
‘verdieping criminologie’ aan de Universiteit Utrecht:
o Lanier, M., Stuart, H. & Anastasia, J.M. (2015) Essential Criminology (4e editie). Colorado:
Westview Press.
Hoofdstuk 1, 3, 4, 5, 9, 11 en 12.
o Carrabine, E. et al. (2014). Criminology: a Sociological Introduction. (4e editie). New York:
Routledge.
Hoofdstuk 5, 6, 7, 8, 12 en 19
o Artikel 1: Over cultuur en criminaliteit. Marc Schuilenburg, Dina Siegel, Richard Staring &
René van Swaaningen
o Artikel 2: Ugwudike, P. (2015) Green Criminology. In An Introduction to Critical Criminology.
Bristol: Policy Press. (Blackboard).
o Artikel 3: Roks, R.A. (2013). De straat praat? De performance van “street credibility”.
Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, 3(3), pp. 14-31.
o Artikel 4: Roks, R.A. & J.B.A. van den Broek (2017). #HOUHETSTRAAT: straatcultuur op social
media? Tijdschrift over Cultuur en Criminaliteit, 7(3), pp. 31-50.
,Essential criminology H1
Criminologie: studiegebied dat gedefinieerd wordt als een systematische studie van de aard, omvang,
oorzaken en beheersing van regel overtredend gedrag.
Het studiegebied criminologie is erg elastisch en flexibel, het spreidt zich over veel gebieden en er is
veel discussie over of het een wetenschap is.
Er zijn zes fundamentele veranderingen die hebben plaatsgevonden in het geopolitieke landschap die
invloed hebben op de kijk op criminaliteit:
1. Globalisatie:
Proces waarin mensen reageren op kwesties die hun eigen locatie, regio of maatschappij overstijgen.
Deze kwesties kunnen gaan over politieke, sociale, commerciële of culturele zaken. Globalisering
speelt een rol bij communicatie, privatisering, individualisatie, gezondheid, conflict en terrorisme. Al
deze facetten spelen ook een rol bij criminaliteit en zo heeft globalisering ook invloed op
criminaliteit.
De ontwikkeling van wereldwijde communicatie heeft geleid tot een massale verschuiving in banen
van productie naar service, communicatie en informatie. Omdat deze laatste banen hoger onderwijs
en opleiding vereisen, zijn er steeds meer mensen die geen baan kunnen vinden. Er zijn twee trends
gerelateerd aan globalisering en globale werkeloosheid:
- een daling in collectieve sociale actie
- een verhoging in economische polarisatie/tegenstellingen
2. Communicatie revolutie door het internet:
Door internet gaat de communicatie tussen landen veel sneller waardoor criminaliteit zich sneller
internationaal manifesteert. Ook heeft deze revolutie als gevolg dat er meer soorten criminaliteit
ontstaan. Het gebruik van cyber-apparaten heeft de wet omtrent crimineel gedrag ver overtroffen
doordat de veranderingen zo snel gaan.
3. Privatisering en individualisatie:
Naarmate globalisering ons integreert, drijven deze nieuwe identiteiten en ons gevoel om bij
gedifferentieerde culturen te horen ook velen van ons uit elkaar. Door veel verschillen in culturen
ontstaat er minder samenhorigheid en meer individualisatie wat kan leiden tot meer conflicten
binnen gemeenschappen.
4. Wereldwijde verspreiding van ziektes:
Ziektes zoals HIV verspreiden veel sneller op een mondiaal niveau doordat mensen makkelijker
reizen.
5. Veranderende percepties van conflicten en nationale veiligheid :
Terrorisme is de meest gevreesde criminaliteit. Doordat criminele conflicten en oorlogen veel in de
media komen en door de globalisering en makkelijke reizen voelen andere landen veel dichterbij. Dit
heeft grote invloed op het gevoel van nationale veiligheid.
6. Internationalisatie van terrorisme :
Terrorisme: het uit ideologische motieven dreigen/plegen van op mensen gericht ernstig geweld of
daden gericht op het aanrichten van maatschappij-ontwrichtende schade, met als doel
maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen.
Terrorisme wordt gefaciliteerd door ontwikkelingen in communicatie, transportatie en technologie
die onder andere wapens meer geavanceerd maken.
,De categorische kerncomponenten van criminologie zijn:
o De definitie en aard van criminaliteit wordt gezien als schadeveroorzakend gedrag.
o Er zijn verschillende types van criminele activiteit waar naar gekeken wordt, variërend van
spontane misdaad tot collectieve georganiseerde misdaad.
o Bevat profielen van typische daders en slachtoffers, inclusief organisatorisch en
ondernemingsrecht overtredende daders.
o Statistische analyses van de omvang, incidentie, patronen en kosten van misdaden, inclusief
schattingen van de 'dark figure’ van verborgen of niet-gerapporteerde misdaad, op basis van
enquêtes onder slachtoffers en zelfrapportage van daders.
o Analyses van de oorzaken van criminaliteit.
Er is onenigheid en discussie over of de volgende onderwerpen ook onder het studiegebied van
criminologie vallen:
o De reactie van de maatschappij op criminaliteit
o Formulering van criminele wetten
o De rol van slachtoffers
o Criminaliteit in een globaal perspectief plaatsen
Kwalitatief onderzoek naar criminaliteit bestaat uit etnografisch studies zoals observaties en diepte
interviews.
Kwantitatief onderzoek naar criminaliteit bestaat uit statistieken over criminaliteit. Deze statistieken
kunnen gebaseerd zijn op vragenlijsten of op data van instanties.
Beleidmakers schenken weinig aandacht aan de wetenschap en empirische onderzoeken van
criminologie. Dit komt volgens Austin doordat criminologen te weinig onderzoek doen naar
onderwerpen die relevant zijn voor het beleid. Criminologen zijn het vaak met elkaar oneens en ze
zijn ineffectief in het communiceren van bevindingen.
Criminologie is sterk beïnvloed door de sociologische discipline maar komt ook voort uit
antropologie, biologie, economie, geografie, geschiedenis, filosofie, politicologie, psychiatrie en
psychologie.
Criminologie is voldoende onafhankelijkheid ten opzichte van deze disciplines daarom wordt
criminologie als een multidisciplinaire studie gezien en niet als een interdisciplinaire studie.
Vergelijkende criminologie: systematische studie van criminaliteit, wetten en sociale controle
vergeleken in twee of meer culturen. Vergelijkende analyse van criminaliteit stelt criminologen in
staat hun etnocentrische neigingen te overwinnen en hun begrip van belangrijke vragen aan te
scherpen. Dit wordt ook wel ‘global criminology’ genoemd.
Victimologie: Dit is de wetenschappelijke studie van fysieke, emotionele en financiële schade waar
mensen aan lijden doordat ze slachtoffer zijn van een criminele misdaad. Hierbij wordt gekeken naar
wie een slachtoffer wordt, hoe een slachtoffer tot stand komt, hoeveel ze lijden en wat de rol is van
een slachtoffer in een criminele misdaad. Deze studie kijkt ook naar de rechten van een slachtoffer
en hoe het criminele rechtssysteem anticipeert op slachtoffers. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen een brede kijk op victimologie waarin naar alle slachtoffers wordt gekeken en een versmalde
kijk op criminologie waarin enkel naar slachtoffers van misdaad wordt gekeken.
Criminologie is publiek georiënteerd. Het strafrechtssysteem dat de wet en het beleid van regeringen
zelf implementeert, is een belangrijke bron van werkgelegenheid en uitgaven.
, Essential criminology H3
Er zijn verschillende theorieën over de oorzaak van criminaliteit. De belangrijkste begintheorie in de
criminologie is de klassieke theorie.
De verlichting was belangrijk voor het ontstaan van theorieën over criminaliteit:
In de verlichting ontstond erkenning van een juridisch en politiek systeem dat ongelijkheid creëert en
in stand houdt. Primaire focus van de verlichting was het strafrecht om te zetten in een eerlijk, gelijk,
en humanitair systeem.
Klassieke theorie: deze theorie streefde er niet naar om uit te leggen waarom mensen criminaliteit
begingen maar deze theorie was een strategie voor het besturen van rechtvaardigheid volgens het
idee dat mensen rationeel zijn met beredeneervermogens. Deze theorie was gebaseerd op de
verlichting waarin het idee ontstond dat ieder mens gelijke rechten had. De klassieke theorie was
toentertijd een radicaal concept want het stond op tegen traditionele gewoontes en daagde de
politiek en orthodoxe kerk uit en verheerlijkte het gewone volk.
Basisbeginselen van de klassieke theorie:
o Mensen zijn rationeel met beredeneervermogens
o Mensen die dezelfde criminaliteit begingen dezelfde straf krijgen
o Iedereen is gelijk volgens de wet
o Iemand is onschuldig tot het tegendeel werd bewezen
Om de klassieke theorie volledig te begrijpen moet gekeken worden naar hoe het daarvoor was en
hoe het dus is ontstaan. Voor het klassieke tijdperk en de verlichting, rond de 16 e eeuw, was er het
pre-klassieke tijdperk. In deze tijd werden mensen geboren met een bepaalde status, welvaart en
macht. De kerk en monarchie was aan de macht. In de 17 e eeuw was er nog steeds een op klassen
gebaseerde samenleving maar er werd wel gebroken met het ancien régime; de geboorte bepaald je
rang.
De klassieke reactie op dit tijdperk: De combinatie van zowel een stijgende middenklasse als een
escalerende criminaliteit bracht de filosofische leiders van de klassieke beweging ertoe om dubbele
zekerheid te eisen voor hun nieuwe rijkdom. De middenklasse zag een oplossing voor hun dilemma in
een hervormd rechtssysteem dat hun belangen zou verdedigen en hun rechten en vrijheden zou
beschermen tegen de willekeurige macht die tot nu toe uitsluitend door de hoogste klassen werd
uitgevoerd. De focus lag op een eerlijk, gelijk en humanitair rechtssysteem. De twee belangrijkste
filosofen en grondleggers van de klassieke theorie waren Cesare Beccaria en Jeremy Bentham:
Cesare Beccaria: Hij beweerde dat kinderen werden geboren met natuurlijke rechten. Een
natuurlijk recht was bijvoorbeeld om privébezittingen te hebben. Daarnaast hadden mensen
natuurlijke kwaliteiten zoals het recht op beredeneren en de mogelijkheid om acties uit te
voeren die hun zelf ten goede kwamen. Hij bouwde onder andere voort op het idee van een
‘sociaal construct’ van Rosseau: Vrije, rationele individuen offeren een deel van hun vrijheid
aan de staat op om vrede en veiligheid te handhaven namens het algemeen belang. Hij
stelde dat misdaad het sociale construct breekt. Het sociaal construct draagt de
verantwoordelijkheid om onschuldigen te beschermen en schuldigen te straffen.
Becarria kwam ook met het principe van 'individuele soevereiniteit'. Dit betekent dat
het individuele recht voorrang heeft op de belangen van de samenleving van de staat.
Hij geloofde ook dat individuen het best zouden worden beschermd door een proces met
tegenpartij waarin de beschuldigde het recht had om vertegenwoordigd te worden en werd