Psychologie leerdoelen uitgewerkt
1. De student beschrijft de fysieke, cognitieve, sociale- en
persoonlijkheidsontwikkeling van de mens van de prenatale periode tot
en met de adolescentie.
a. Hechting 0-6 jaar
b. Cognitieve ontwikkeling 0-6 jaar
c. Cognitieve ontwikkeling 6-12 jaar
d. Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling 0-6 jaar
e. Sociale ontwikkeling 6-12 jaar
f. Morele ontwikkeling 0-6 jaar
g. Morele ontwikkeling 6-12 jaar
h. Fysieke ontwikkeling 0-12 jaar
i. Puberteit en adolescentie
2. De student beschrijft kenmerken en oorzaken van een verstandelijke
beperking, ADHD en ASS.
a. ADHD
b. ASS
c. Verstandelijke beperking
3. De student beschrijft welke logopedische stoornissen er kunnen
voorkomen bij kinderen met een verstandelijke beperking, ADHD en ASS
Aan het eind van de samenvatting heb ik de verschillende perspectieven en
psychologen uitgewerkt
, Hechting 0-6 jaar
Er zijn een aantal belangrijke factoren voor (kwaliteit)hechting:
- Verzorgers
- Aanraking
- Sensitieve responsiviteit (wanneer het kind huilt, troost de verzorger)
- Aangeboren eigenschappen van het kind (temperament)
Temperament
= in aanleg gegeven individuele reactiewijze die zich op jonge leeftijd manifesteert en die in
loop der tijd een stabiliteit vertoont.
- Verwijst naar gedragskenmerken
- In vroege ontwikkeling aanwezig
- Relatief stabiel in tijd
- Bezit erfelijke basis
Volgens Thomas en Chess zijn er 3 clusters:
1. Moeilijk weinig regelmaat in eet- en slaapgedrag, gesteld op routine,
huilerig, snel van slag, schrikachtig, onregelmatig, past zich niet zo makkelijk aan,
trekt terug bij nieuwe prikkels
2. Makkelijk regelmaat in eet- en slaapgedrag, opgewekt, positief
gestemd, geïnteresseerd in nieuwe prikkels
3. Langzame starter regelmatig leef ritme, milde negatieve reacties op nieuwe
situaties, past zich niet zo snel aan, angstig, verlegen
We onderscheiden 4 hechtingsstijlen:
1. Veilig makkelijk exploreren, makkelijk te troosten, later eerder
zelfstandig in vreemde situaties
2. Vermijdend veel exploreren, weinig hechtingsdrang, later idealiseren
verzorgers en gereserveerd naar anderen
3. Angstig weinig exploreren, veel hechtingsdrang, later moeizaam
zelfstandigheid en altijd op hoede
4. Gedesoriënteerd tegenstrijdig gedrag, meest onveilig
Ontwikkeling van gehechtheid:
0-5 maand huilen, glimlachen en oogcontact naar iedereen
5-7 maand voorkeur voor vertrouwde verzorgers
7-12 maand scheidingsangst en angst voor vreemden
1-4 jaar afname scheidingsangst, uitgestelde behoeftebevrediging
4+ jaar abstract karakter hechtingsdrang, basisvertrouwen