100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Hoorcollege aantekeningen Strafrecht 2 (zeer uitgebreid) €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoorcollege aantekeningen Strafrecht 2 (zeer uitgebreid)

 6 keer verkocht

Hoorcollege aantekeningen van het vak Strafrecht 2 inclusief vereiste jurisprudentie (casusposities rechtsregels)

Voorbeeld 6 van de 46  pagina's

  • Onbekend
  • 19 oktober 2019
  • 46
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (56)
avatar-seller
myrondewolff
HOORCOLLEGES STRAFRECHT
HOORCOLLEGE WEEK 1
Art. 51 Sr  strafbaar feit kan worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen.

Voorwaarden voor strafbaarheid (structuur van het strafbare feit)
1. Een gedraging verrichten  handelen/nalaten
2. Die gedraging moet onder delictsomschrijving vallen, aan bestanddelen van toepasselijke en
verbindende delictsomschrijving beantwoorden,
3. De gedraging moet wederrechtelijk zijn (is hij niet als er sprake is van
rechtvaardigingsgrond, bijv. noodweer, overmacht, noodtoestand.
4. En aan schuld te wijten/verwijtbaar is (geen schulduitsluitingsgrond, bijv. psychische
overmacht).

Materiële vragen  Art. 350 Sv (eerst de vragen van 348 Sv)
1. Kan het ten laste gelegde feit bewezen worden (bewezenverklaring)?  Zo, nee = vrijspraak.
2. Kan het bewezenverklaarde gekwalificeerd worden als strafbar feit? (kwalificatie)
o Gedraging
o Die aan bestanddelen van delictsomschrijving beantwoordt
3. Is de dader strafbaar?
o Gedraging moet wederrechtelijk zijn (geen rechtvaardigingsgrond)
o En aan schuld te wijten (geen schulduitsluitingsgrond)
4. Moet er een sanctie worden opgelegd (zo ja, welke sanctie?)

Bestrijding van opzet of culpa = bewijsverweer, niet gelijk aan art. 358 lid 3 Sv, wel evt. art. 359 lid
2, 2e zin (‘uitdrukkelijk onderbouwd standpunt’)

Melk en Pindakaas arrest (HR 2018/234)
Casus: Verdachte, een gedetineerde die juist op dag van voorval vrij zou komen, gooit inhoud van een
fles, mengsel van melk en pindakaas, leeg over bewaarder die een verdieping lager loopt, waarna deze
bewaarder allergische reactie krijgt en pijn ondervindt. De vloeistof, het mengsel van melk en
pindakaas, blijkt pH-waarde van 4 en zuurgraad van 1 % te hebben. Verdachte kende inhoud van fles
niet.
Tll dat ‘hij op … te …, opzettelijk een ambtenaar, te weten [betrokkene 1], gedurende de rechtmatige
uitoefening van zijn bediening, heeft mishandeld, immers heeft verdachte een fles met een zure stof in
het gezicht gegooid, waardoor voornoemde ambtenaar letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden’(art. 300 Sr, mishandeling)
Mishandelingsopzet: (voorwaardelijk) opzet op toebrengen van pijn en/of letsel?

Waar moet opzet op gericht zijn? = toebrengen van pijn of letsel. Het is niet voldoende als je weet
dat iemand het onaangenaam vindt, nee het moet wel echt pijn of letsel opbrengen.

3 kernvragen opzet
1. Waarop moet het opzet gericht zijn? (schuldverband)
- Bestanddeel waar opzet niet op gericht hoeft te zijn  geobjectiveerd bestanddeel.
- Opzet uit de delictsomschrijving moet zijn gericht op de bestanddelen die volgen op het
bestanddeel opzet in de delictsomschrijving
o Bijv. art. 279 lid 1 Sr  hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettelijk
over hem gesteld gezag = de dader moet opzet hebben op het feit dat die ander (die je aan
het gezag onttrekt) minderjarig is.
o Art. 285b Sr  Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens
anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, wordt



1

, - Geobjectiveerde bestanddelen (waar opzet niet op gericht hoeft te zijn):
o Strafverzwarende omstandigheden (art. 300 lid 1/2/3 Sr = mishandeling is opzet, maar
uiteindelijk zwaar letsel/ dood ten gevolge hebbend (geobjectiveerd)).
o Gemeengevaarlijke delicten (art. 157 sub 3 Sr = opzettelijke brandstichting, dood ten
gevolge hebbend (hier hoef je geen opzet op te hebben, geobjectiveerd))
o Opzettelijk en wederrechtelijkheid (art. 350 Sr = hij die opzettelijk en wederrechtelijk
enig goed dat geheel of ten deel aan ander toebehoort, vernielt).
 Wezenlijk verschil als er staat opzettelijk en wederrechtelijk of opzettelijk
wederrechtelijk.

2. Wat is de betekenis van opzet?
Opzet = willen en weten (zodra het een ontbreekt, kunnen we niet meer spreken van opzet).
- Opzet als bedoeling = willen domineert
- Opzet als noodzakelijkheidsbewustzijn = weten domineert, impliceert willen
- Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn = weten domineert, impliceert willen
- Voorwaardelijk opzet (mogelijkheidsbewustzijn + aanvaarden) = het bewust aanvaarden
van de aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg kan intreden.

Schuld/Culpa = niet willen, wel weten (bewuste schuld, mogelijkheidsbewustzijn zonder
aanvaarden) of niet willen en niet weten, maar wel behoren te weten (onbewuste schuld, geen
mogelijkheidsbewustzijn).

3. Hoe is het opzet te bewijzen?
Bewijs van weten (bewustheid van de aanmerkelijke kans)
- Bijv. Als je iemand met een mes in de borststreek steekt, dan is er niet naar algemene
ervaringsregels de aanmerkelijke kans dat diegene overlijdt, het is ook een feit van algemene
bekendheid (dat weet iedereen, dus verdachte weet dat ook).
- Uitgaande van de algemene ervaringsregel dat de bestuurder, tevens enige inzittende, van een
hem toebehorende personenauto, waarin zich een niet onaanzienlijke hoeveelheid heroïne
bevindt, met de aanwezigheid van die heroïne in zijn auto bekend pleegt te zijn, heeft het hof uit
de bewijsmiddelen kunnen afleiden dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld.”
- Maar let op:
o Te gemakkelijk aannemen dat iets feit van algemene bekendheid is (dat iedereen het weet
en dus ook de verdachte, is niet altijd zo).
o Veronachtzamen van onderzoeks- of zorgplicht hoeft niet te wijzen op weten/bewustheid.
Kan juist op culpa wijzen: had moeten weten;
o Zie bijv ECLI:NL:HR:2013:582 en NJ 2018/234 (melk en pindakaas):
 ECLI:NL:HR:2013:582 = Een overtreding van de Wet melding zeggenschap. Het is
namelijk strafbaar om wijzigingen in aandelentransacties niet onverwijld te melden.
Bestuurders van ondernemingen moeten melden als er iets verandert in hun
aandelenportefeuille (in hun eigen bedrijf). In casu heeft de bestuurder van Centric
Holding NV nieuwe aandelen aangeschaft en heeft dit niet onverwijld (meteen)
gemeld. Als je het niet meldt, is het een overtreding, als je het opzettelijk niet
onverwijld meldt dan is het een misdrijf. Hof: bewezenverklaring van opzet.
Opzettelijk de bewust aanmerkelijke kans aanvaard dat niet op tijd die wijziging van
aandelen zou worden gemeld (mag ook iemand anders doen, maar het moet wel
gebeuren). Dat dat niet onverwijld zou gebeuren heeft Nv bewust aanmerkelijk
aanvaard. De organisatie zou niet goed zijn ingericht en dat hij een jurist heeft die niet
beschikt over relevante kennis, die wist dit misschien niet eens. Hij had zich moeten
laten adviseren door een gespecialiseerde jurist. HR: volgens Hof heeft iemand al de
bewust aanmerkelijke kans aanvaardt dat de transacties niet worden gemeld als je je
organisatie niet goed hebt ingericht en je er een incapabele jurist hebt zitten. Dat kun
je iemand wel verwijten, maar dat levert nog geen (voorwaardelijk opzet) op. Dan
moet je toch tenminste bewust zijn dat het fout zou kunnen gaan, dat je het verkeerd



2

, hebt ingericht, dat je te maken hebt met een incapabele jurist, dit heeft Hof allemaal
niet vastgesteld. Hof heeft te makkelijk gedacht, er moet meer aan de hand zijn.

Bewijs van willen
Het aanvaarden kan soms uit de gedraging worden afgeleid.
(Slaan met pistool-arrest)  KOf in een concreet geval moet worden aangenomen dat sprake is van
bewuste schuld dan wel van voorwaardelijk opzet zal, indien de verklaringen van de verdachte en/of
bijvoorbeeld eventuele getuigenverklaringen geen inzicht geven omtrent hetgeen ten tijde van de
gedraging in de verdachte is omgegaan, afhangen van de feitelijke omstandigheden van het geval.
Daarbij zijn de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht, van belang.
Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer
gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan zijn dan dat de
verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard”
Maar dit gaat niet altijd op, zie:
- Porsche-arrest  iemand die zich wel bewust was van de kans dat hij een dodelijk
verkeersongeval zou veroorzaken, maar uit zijn gedrag kon je juist afleiden dat hij het
plaatsvinden van het verkeersongeval niet aanvaardde (op de koop toenam).
- ECLI:NL:HR:2005:AR6569 (rotje in tram)  Casus: Verdachte had stuk zwaar
knalvuurwerk in de tram aangestoken. Dat was ontploft in de nabijheid van een vrouw die zich
in de tram bevond, die als gevolg daarvan een oorbeschadiging had opgelopen. Het Hof had
voor het bewijs onder meer een verklaring van verdachte gebezigd inhoudende dat hij het rotje
naar buiten wilde gooien, dat hij het rotje evenwel tegen de rug van zijn vriend gooide die juist
de tram wilde verlaten en dat hij toen alsnog het rotje naar buiten wilde schoppen, maar dat dit
mislukte. Tll: mishandeling, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend.
Mishandelingsopzet: opzet op toebrengen van pijn of letsel? HR: 3.6.l De bewijsmiddelen
houden in dat de verdachte, kennelijk om het gevaar voor ontploffing in de tram te vermijden,
het brandende nitraatrotje naar buiten heeft trachten te gooien door de geopende deuren van de
achteruitgang van de tram en dat hij, toen dat niet lukte omdat het rotje afstuitte op de rug of
schouder van [betrokkene 1], die zich op de laatste trede bevond en de uitgang daardoor deels
blokkeerde, alsnog tevergeefs heeft geprobeerd het brandende rotje naar buiten te schoppen.
Deze gedragingen, die veeleer erop wijzen dat in de voorstelling en naar de verwachting van
de verdachte het aansteken van het rotje in het gangpad van de tram in de nabijheid van de
geopende deuren van de uitgang niet tot een ontploffing in de tram zou leiden, zijn niet
zodanig dat, anders dan het Hof kennelijk heeft geoordeeld, reeds uit hun aard kan worden
afgeleid dat de verdachte - in plaats van erop te rekenen dat het naar buiten gooien van het
brandende rotje wel zou slagen - welbewust de kans op de koop toe heeft genomen dat het
afsteken van het rotje letsel en/of pijn voor personen in de tram zou veroorzaken  uiterlijke
verschijningsvorm van gedraging wijst juist niet op ‘aanvaarden’

Voorwaardelijk opzet (hoort bij vraag wat is betekenis van opzet) = het bewust de aanmerkelijke
kans aanvaarden dat een bepaalde omstandigheid zal intreden (bepaald gevolg kan intreden). (HR
slaan met pistool-arrest)
- Er moet objectief gezien een aanmerkelijke kans bestaan.
o Wanneer is er sprake van aanmerkelijke kans?  HR Slaan met pistool-arrest = De
beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald
gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij
betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder
deze is verricht. Er is geen grond de inhoud van het begrip "aanmerkelijke kans"
afhankelijk te stellen van de aard van het gevolg. Het zal in alle gevallen moeten gaan
om een kans die naar algemene ervaringsregelen aanmerkelijk is te achten.
 Afhankelijk van omstandigheden van het geval.
 Je kunt niet zeggen dat de kans op een gevolg aanmerkelijk mag worden
genoemd, alleen omdat dat gevolg zo ernstig is (ook al is er slechts een kleine
kans op de dood, dan mag je niet redeneren omdat het zo’n groot gevolg is



3

, neem ik met een kleine kans al met genoegen en merk ik die aan als een
aanmerkelijke kans. Het moet altijd gaan om een aanmerkelijke kans.
 De aanmerkelijke kans moet worden beoordeeld naar algemene
ervaringsregels.
- Verdachte moet zich ervan bewust zijn dat de aanmerkelijke kans bestaat (subjectief/weten)
- Verdachte moet de aanmerkelijke kans bewust hebben aanvaard (subjectief/willen) = op de
koop toe hebben genomen

Soms levert het beoordelen naar algemene ervaringsregels problemen op 
ECLI:NL:HR:2011:BP2715 = iemand wordt een poging tot zware mishandeling ten laste gelegd door
de ander een harde kopstoot tegen neus te geven. Ook voor een poging tot een delict is opzet vereist.
Hof: zo’n harde kopstoot geven dat slachtoffer achterover valt is objectief gezien een aanmerkelijke
kans aanvaarden dat de ander er zwaar lichamelijk letsel aan zal overhouden. HR: Of de kans
aanmerkelijk mag heten, moet worden beoordeeld naar algemene ervaringsregels, als de een vindt ‘ik
vind van wel’ en de andere vindt van niet, dan kan het al lastig naar algemene ervaringsregels een
aanmerkelijke kans worden genoemd. Onvoldoende gemotiveerd.


Is de kans nou wel aanmerkelijk, objectief gezien?  ECLI:NL:HR:2018:718 = HR: reële, niet
onwaarschijnlijke mogelijkheid. Als iets gewoon helemaal niet kan (bijv. iemand dood bidden), dan is
er geen aanmerkelijke kans op de dood van een ander. De Hoge Raad kan geen algemene regels geven
over de exacte grootte van de kans die in het algemeen of voor een bepaald type delict minimaal
vereist zou zijn, laat staan deze kans in een percentage uitdrukken.

ECLI:NL:HR:2010:BN6963 (zoek de fout)
Je mag varkens houden, maar dan moet je ook varkensrechten hebben. Als je opzettelijk meer varkens
houdt zonder varkensrechten dan is het een misdrijf (niet opzettelijk is een overtreding). In casu heeft
varkenshouder meer varkens dan hij varkensrechten heeft. Iemand heeft varkenshouderij overgenomen
van iemand die het pacht in de verwachting dat de pachters een procedure voor varkensrechten zouden
winnen en vervolgens de varkensrechten zouden overdragen, zodat verdachte de varkensrechten zou
krijgen en kon beginnen. Maar de verdachte is ondertussen al begonnen met het houden van varkens.
Gemiddeld over het hele jaar heen mag je niet te veel varkens hebben. Verweer: verdachte ging ervan
uit dat hij de varkensrechten wel zou krijgen van pachters (die de procedure dus zouden winnen).
Uiteindelijk was het een negatieve uitslag, dus geen varkensrechten gekregen.

Overweging Hof:
Verdachte vertrouwde erop dat de voormalige pachters, op grond van het Besluit hardheidsgevallen
herstructurering varkenshouderij varkensrechten toegekend zouden krijgen, die vervolgens aan haar
zouden worden overgedragen. Verdachte heeft daardoor willens en wetens de aanmerkelijke kans
aanvaard dat deze varkensrechten niet aan deze pachters zouden worden toegekend en dat hij daardoor
in 2003 en 2004 ten onrechte varkens zou houden. Het hof is mitsdien van oordeel dat verdachte
opzettelijk -in de zin van voorwaardelijk opzet- zonder varkensrechten varkens heeft gehouden."

Fout = bewust van de kans dat het gevolg intreedt, of hier dat je je bewust bent dat je te veel varkens
hebt i.c.m. je varkensrechten. Misschien was verdachte dat wel, maar hij vertrouwde erop dat hij de
varkensrechten wel zou krijgen, dit wijst op bewuste schuld en juist niet op voorwaardelijk opzet!!

Zaak moet van HR terug naar het Hof en dan overweegt het Hof dit:
KNaar het oordeel van het hof mocht verdachte er redelijkerwijs niet op vertrouwen dat de pachters
alsnog een varkensrecht toegekend zou worden dat aan haar overgedragen kon worden. De uitkomst
van de procedure bij het College van beroep voor het bedrijfsleven was immers, zoals de
vertegenwoordiger van verdachte ook verklaarde, nog ongewis, terwijl verdachte aan de enkele
omstandigheid dat zij op basis van de tekst van het Besluit hardheidsgevallen meende dat de pachters
een varkensrecht toegekend zouden krijgen, redelijkerwijs niet dat vertrouwen kon ontlenen. …



4

,Verdachte heeft aldus door varkens te houden alvorens door het College van beroep voor het
bedrijfsleven uitspraak was gedaan in de procedure voor het verkrijgen dan wel toegekend krijgen van
varkensrechten bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zij varkens zou houden zonder dat de
varkensrechten aanwezig waren.”

Fout = Kmocht verdachte er redelijkerwijs niet op vertrouwen”, hij heeft er dus op vertrouwd, maar dit
mocht niet. Dan zitten we nog steeds in de bewuste schuld (je kan iemand wel verwijten, je had er niet
op mogen vertrouwen, maar als iemand het gewoon niet weet, dan zit je in de schuld!! En dus geen
opzet).

Verhouding opzet en verwijtbaarheid/schuld (element)
- Verwijtbaarheid van gedraging: dader kon redelijkerwijs niet anders handelen; anders
handelen kon niet van dader worden gevergd.
- Verwijtbaarheid ontbreekt bij schulduitsluitingsgrond (bijv. psychische overmacht,
noodweerexces, ontoerekeningsvatbaarheid, afwezigheid van alle schuld).
- Opzet kan bewezen worden (1e vraag 350 Sv), terwijl schuld/verwijtbaarheid kan ontbreken
(3e vraag).
- Bewijs van opzet impliceert dus niet afwezigheid van schulduitsluitingsgrond.
- In voorbeeld van noodweer/noodweer exces:
o Y valt X aan en wil X een klap geven. X is bevangen door angst en verdedigt zich door
Y met een mes in de hartstreek te steken. Y overlijdt.
Tll = ‘dat hij … Y opzettelijk heeft gedood door Y enz.
• 1e materiele vraag: tll bewezen?  (Voorwaardelijk) opzet op dood van Y?
Zou goed kunnen.
• 2e materiele vraag: feit strafbaar?
• 3e materiele vraag: dader strafbaar?  Opzettelijke doden van Y is X wellicht
niet te verwijten: noodweerexces
o Schulduitsluitingsgrond (ook ontoerekenbaarheid enz.) tast opzet dus niet aan.

Avas-verweer kan bij opzetdelict bewijsverweer zijn
AVAS = afwezigheid van alle schuld.
- Art. 2 Opiumwet. Het is verboden – kort gezegd – hard drugs aanwezig te hebben.
- Art. 10 Opiumwet:
o Lid 1. Hij die handelt in strijd met: a. een in art. 2, … gegeven verbod wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste zes maanden … (overtreding)
o Lid 5. Hij die opzettelijk handelt in strijd met een in art. 2 onder C gegeven verbod,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren … (misdrijf)

Y verstopt harddrugs in koffer van X. X wordt ten laste gelegd: primair opzettelijk, subsidiair niet-
opzettelijk aanwezig hebben van hard drugs. Beroep op verontschuldigbare feitelijke dwaling: wist
niet en hoefde niet te weten van drugs in koffer.
- primair ten laste gelegde:
o 1e vraag art. 350: opzettelijk aanwezig hebben bewezen?  Stel: rechter gelooft dat X
niets wist van drugs: opzet niet bewezen = vrijspraak primaire feit
Of X had moeten weten van drugs, is niet relevant!
- Bij subsidiaire feit wel relevant: avas-verweer kan leiden tot ovar (ontslag van alle
rechtsvervolging)

Voorbedachte raad
Moord is doodslag met voorbedachte raad.
Voorbedachte raad werkt strafverzwarend, wat betekent het?
- MvT (1881): "De uitdrukking voorbedachte raad zelve, zonder eenige wettelijke omschrijving,
wijst duidelijk aan wat vereischt wordt, namelijk een tijdstip van kalm overleg, van bedaard




5

, nadenken; het tegenovergestelde van oogenblikkelijke gemoedsopwelling."  daadwerkelijk
beraad is nodig!
- Rechtspraak tot 2012: KVoldoende is dat verdachte tijd had zich te beraden op het te nemen of
het genomen besluit, zodat de gelegenheid heeft bestaan dat hij over de betekenis en de
gevolgen van zijn voorgenomen daad heeft nagedacht en zich daarvan rekenschap heeft
gegeven.”  gelegenheid tot beraad is voldoende.
- 2012: HR scherpt eisen aan. Zie bijv. ECLI:NL:HR:2016:1411, NJ 2016/462. Zie boek 
Toch weer daadwerkelijk beraad nodig? Gelegenheid tot beraad moet in ieder geval sterke
aanwijzing zijn dat verdachte zich daadwerkelijk heeft beraden.

Culpa (schuld) = Aanmerkelijke onvoorzichtigheid die verwijtbaar is.
Meestal heeft de schuld betrekking op een gevolg (gevolgsschuld), schuld moet het gevolg hebben
veroorzaakt  art. 307 lid 1 Sr = ‘hij aan wiens schuld de dood van de ander te wijten is…’
Lid 2 = ‘als de schuld bestaat in roekeloosheid…’
- Bij gevolgsschuld is de tll heel lang, want er moet helemaal uiteengezet worden wat de
onvoorzichtige gedraging is.

Het kan ook zo zijn dat culpa betrekking heeft op een omstandigheid die er al is  Art. 417bis Sr =
Als schuldig aan schuldheling wordt gestraft …: a. hij die een goed verwerft, …, terwijl hij ten tijde
van de verwerving … van het goed … redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof  Culpa tav een omstandigheid die de gedraging ‘begeleidt’: verwijtbare,
aanmerkelijk onvoorzichtige ‘geestesgesteldheid’ (culpa geen betrekking op de gedraging, want die
wordt apart benoemd in delictsomschrijving: goed verwerven).
- Hier is de tll veel korter, eigenlijk kan de wettekst gewoon worden overgenomen, bijv: Khij …
een fiets merk Gazelle heeft verworven, terwijl hij ten tijde van de verwerving van die fiets
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrofK.

(Gevolgs)schuld
1. Er moet sprake zijn van een onvoorzichtige gedraging  dader had zich anders moeten
(anders behoren te) gedragen.
2. Er moet een aanmerkelijk onvoorzichtige gedraging zijn
3. Het moet verwijtbaar zijn  de dader had anders kunnen handelen (vermijdbaarheid van
onvoorzichtige gedraging)

Onvoorzichtigheid bij gevolgsschuld (anders had moeten handelen) (1)
De dader had moeten voorzien dat de gedraging tot (onwenselijke) gevolg zou leiden (had beter
moeten weten) en daarom de gedraging achterwege moeten laten (had zich beter moeten gedragen) 
- Aanknopingspunt is overtreding van een bestaand concreet gedragsvoorschrift (bijv. wettelijk
voorschrift, intern voorschrift, enz). Dat juist strekt ter voorkoming van het gevolg.
o ‘Als ik geen voorrang verleen, en het komt tot een ongeval, dan is het ongeval
voorzienbaar, want ik leef een regel niet na (voorrang verlenen) die ertoe strekt om
ongevallen te voorkomen’.
- Aanknopingspunt is overtreding van een geconstrueerde op de concrete situatie toegesneden
zorgvuldigheidsnorm (rekening houdend met eventuele Garantenstellung).
- Dan onvoorzichtig, tenzij:
o Geoorloofd risico
o Rechtvaardigingsgrond (anders dan bij opzetdelict).

Verwijtbaarheid (anders had kunnen handelen) (3)
Gedraging is verwijtbaar indien dader anders kon handelen: anders handelen kon van dader worden
gevergd (vermijdbaar)  verwijtbaar indien geen schulduitsluitingsgrond
- Bestanddeel (gevolgs)schuld impliceert dus afwezigheid van rechtvaardigingsgronden (zie
vorige slide; anders dan bij opzet)
- Bestanddeel (gevolgs)schuld impliceert dus afwezigheid van schulduitsluitingsgronden; zie
reeds Verpleegster-arrest (anders dan bij opzetdelict)


6

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper myrondewolff. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€5,49  6x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd